[nummer 198]
Inleiding
Marc Dubois
Zijn de vijf opgenomen bouwwerken kathedralen of basilieken? De vraag doet in feite weinig ter zake. Het zijn alle monumentale realisaties met een nationale betekenis die men op het einde van de 19de eeuw en begin 20ste eeuw heeft ontworpen en gerealiseerd.
Het basisidee van dit ‘Vlaanderen’-nummer is de Basiliek van Koekelberg, de grootste kerkelijke constructie van deze eeuw in België, te plaatsen t.o.v. andere voorbeelden in Europa. Welke gelijkenissen zijn er tussen Koekelberg en de Parijse Sacré-Coeur? Waarom duurde de bouw in Brussel vijftig jaar terwijl men de Westminster Cathedral optrok in vijf jaar tijd? Waarom werden de basilieken van Brussel en Parijs opgedragen aan het H. Hart terwijl dit voor Londen en Haarlem niet het geval was?
In vijf afzonderlijke bijdragen worden de ontstaansgeschiedenis en de projecten geanalyseerd door buitenlandse gastauteurs. Zij gaan na welke de stimulerende krachten waren achter deze bouwwerken en hoe het idee is ontstaan om te starten met een basiliek of een kathedraal. Uit de verschillende verhalen blijkt dat ze er gekomen zijn dank zij enkele figuren, maar dat de affiniteit tussen gebouw en de massa gelovigen vrij gering is geweest.
In een kritische bijdrage gaat Geert Bekaert in op de grote afstand tussen de architectuur en het geloof en stelt hij
de vraag waarom een kerk wordt gebouwd.
Elk gebouw, hoe omstreden ook, heeft recht op zijn eigen architectuurgeschiedenis en men moet het zijn juiste plaats geven op het ogenblik dat het is ontworpen.
De Basiliek van Koekelberg is pas afgewerkt in 1970 op een ogenblik dat men in Vlaanderen een reeks nieuwe ruimtes bouwt die getuigen van een andere geloofsbeleving, gericht op een individuele ontmoeting en niet op massale bijeenkomsten voor duizenden mensen.
Vijftig jaar had men nodig om Koekelberg te bouwen terwijl men in ongeveer twintig jaar tijd alle punten in België en Europa met elkaar heeft verbonden door autosnelwegen. Zijn dit misschien de kathedralen van de twintigste eeuw? Ze zijn er gekomen als gevolg van een totaal geloof en met enorme financiële middelen zoals de Middeleeuwse kathedralen.
Voor de eerste maal worden vijf belangrijke Europese kerkelijke constructies op een rij gezet in een publikatie. Dit nummer wil een bijdrage zijn om deze bouwwerken hun juiste plaats te geven in de Europese architectuurontwikkeling zonder echter de vraag te ontlopen in welke relatie zij staan tot het geloof en hoe de kerk zich maatschappelijk manifesteert.