Profeten van 's werelds ondergang
Cézanne bracht de natuur terug tot geometrische vormen. Hij zocht naar het universele dat alle afzonderlijke delen zou verbinden. Dat gaf zijn werk een verbrokkeld aanzien. Zijn ‘Badende Vrouwen’ is een fris en vitaal werkstuk. Het is een zeer uitgebalanceerd schilderij. Maar Cézanne gaf van de natuur en de mens een verbrokkeld beeld. Toch waren de na-impressionisten uiterst menselijk. De tranen schieten in je ogen als je Van Goghs brieven leest. Daarnaast waren zij bijzonder goede schilders. Zij hebben heel mooi werk nagelaten. Maar hun kunst drukte het nieuwe denken uit. Net als de wijsbegeerte ging de kunst van eenheid naar verbrokkeling. Kandinski schreef in 1912 dat als de oude harmonie verdwenen was, er maar twee mogelijkheden overbleven. Uiterste abstractie of uiterst naturalisme. Dat kwam op hetzelfde neer, schreef hij. Picasso maakte in 1907 het eerste ‘moderne’ kunstwerk en noemde het ‘Les Demoiselles d'Avignon’. Naaste de verbrokkeling van Cézanne toont het ook de ‘edele wilde’ van Gauguin in de Afrikaanse maskers, die in die tijd opgang maakten in de Parijse kunstwereld. In grote kunst is er altijd een eenheid tussen techniek en levensbeschouwing. Deze techniek brengt de verbrokkeling tot uiting. De mens zag een verbrokkelde wereld. Een totale breuk met de Renaissance waar kunst de humanistische
Van Gogh: Dode mussen
Picasso, profetieën van 's werelds ondergang
hoop uitdrukte. Maar nu is de mens geen mens meer. Alle menselijkheid is verdwenen. David Douglas Duncan zegt over Picasso's werk: ‘Dit zijn geen portretten, maar profetieën van 's werelds ondergang’. Toch kon Picasso niet leven zonder menselijkheid. Zijn portretten van Olga en Jacqueline, die hij liefhad, zijn niet verbrokkeld. Sommige zijn echt naar het leven geschilderd en tonen zijn genie en hún menselijkheid. Ook de portretten van zijn kinderen tonen geen verbrokkeling. Dus de moderne kunst is niet geheel verstoken van warmte en menselijkheid. Maar naarmate de kunst moderner werd in zijn technieken, werd de menselijkheid steeds meer verbrokkeld. Het tegendeel van verbrokkeling is eenheid. Vroegere wijsgeren bouwden deze eenheid op een humanistische basis. Later gaven ze dat op. En het moderne denken aanvaardt de verbrokkeling als een nederlaag. Als het bewijs dat de mens vanuit zichzelf geen eenheid van denken en van leven kan voortbrengen. Wij verstaan onder eenheid een alles omvattend begrip. Die eenheid is te bereiken als God inderdaad gesproken heeft en ons de feiten gaf die de mens niet zelf kon vinden. Er is eenheid in die wonderlijke verscheidenheid van feiten die wij bestuderen in de wetenschap en ethiek.
Het dadaïsme was een kunstvorm die alles als toevallig beschouwde. Dat leidde onherroepelijk tot de absurditeit van alles. Duchamp begreep heel goed dat alles, zelfs de mens, absurd was voor het moderne denken. Bij hem is de verbrokkeling nog groter: de mens verdwijnt helemaal. Hij begreep dat ook de kunst absurd is als alles absurd is.
Na Rousseau, Kant, Hegel en Kierkegaard hebben de wijsgeren hun hoop op eenheid opgegeven en de verbrokkeling aanvaard. De schilders volgden hun voorbeeld. Maar de kunstenaars begrepen sneller waar deze manier van denken toe zou leiden, namelijk tot de opvatting dat alles absurd is. De Amerikaan Jackson Pollock is wellicht het beste voorbeeld van het denkbeeld dat alles toeval is. Pollock werkte op een heel bijzondere manier. Zijn schilderijen ontstonden toevallig. Is er toch orde te ontdekken in die lijnen? Ja, want zijn doeken werden niet echt door het toeval gecreëerd. In het heelal heerst geen toeval maar orde. Een slingerend blik verf volgt de orde van het heelal. Het heelal is dus niet wat de kunstenaars dachten.
Een bankroete humanistische filosofie zei dat rationaliteit tot pessimisme leidt en dat alleen niet-rationaliteit optimisme kent. De schilderkunst en de muziek namen dat idee over. En later ook de populaire muziek. Bij de muziek begon die overname met de laatste kwartetten van Beethoven. Die zijn niet modern maar toch anders dan wat eraan voorafging. Claude Debussy opende in Frankrijk de deur voor de moderne muziek. Veel mensen bewonderen zijn muziek en genieten ervan. Debussy was niet de eerste die muziek maakte zonder accoorden op de traditionele manier op te lossen, de Duitse componisten deden dat al. De muziek van Debussy wordt gekenmerkt door verbrokkeling, net als de schilderkunst. Deze verbrokkeling had grote invloed op alle na hem komende componisten en ook op de latere jazz- en popmuziek.
Na Beethoven kreeg Duitsland Wagner en Mahler. En daarna Schönberg met zijn twaalftonig-stelsel. Voortdurende variatie, maar geen accoorden op de traditionele manier opgelost.
Karlheinz Stockhausen hield zich bezig met het toeval. Daarin leek hij op John Cage. Cage geloofde dat het heelal op het toeval berustte. Daarom schiep hij ‘toevallige’ muziek. Zijn compositie ‘Muziek voor