Vergeet niet te lezen
Robert Marcel en Luc Philips als Jeroom en Benzamien.
In Europa, zoals in de VSA, is televisie de meest efficiente handelsagent uit de geschiedenis geworden.
(The Americanization of Europe. Edward A. McCreary)
Toen de televisie begon te dagen aan de horizon van Hollywood benoemde the Screen Writers Guild, nu bekend als de Writers Guild, een commissie om de mogelijkheden van het nieuwe medium te exploreren. Hun woordvoerder Francis Faragoh, stelde droogweg vast: ‘Voor de auteur belooft de televisie een heel nieuw domein van frustratie te openen.’ De ondergeschikte positie van een auteur die onder de leiding van een producer moet werken en ziet hoe zijn dialoog, zijn taferelen en zelfs de intrige door anderen wordt gewijzigd, is de bron van het gezegde in Hollywood dat ‘auteurs gewoonlijk hun honorarium met een psychiater moeten delen.’
(Behind the screen. Kenneth Macgowan)
De fotografie werd in Frankrijk uitgevonden en in Engeland verbeterd, maar Amerika maakte er een cultuurelement van in de massacivilisatie. Hetzelfde geldt voor televisie. Wie iets van TV wil begrijpen, moet daarom proberen iets van Amerika te begrijpen.
(Testbeeld. Fokke Sierksma)
De TV-regisseur pleegt erop te wijzen dat het spreken voor de televisie de zorgvuldige nauwkeurigheid vraagt die in het theater is vereist. Hij moet een hoge mate van losse spontaneïteit ontwikkelen, die voor de film niet terzake doet en op het toneel verloren gaat. De kijkers participeren even volledig aan het innerlijk leven van de TV-acteur als aan het uiterlijk leven van de filmster. Technisch heeft de televisie de neiging zich te specialiseren tot een close-up-medium. In de film dient de close-up voor schokwerking, maar op de televisie is het de gewoonste zaak van de wereld. Terwijl een glansfoto ter grootte van het TV-scherm tien gezichten haarfijn laat zien, vormen tien gezichten op het TV-scherm slechts een vlek. Het eigen karakter van het TV-beeld ten opzichte van de acteur leidt tot zulk een bekend verschijnsel als dit: wij kunnen iemand die we wekelijks op de televisie zien, in de werkelijkheid soms niet herkennen. Daarnaar gevraagd antwoordde Joanne Woodward: ‘Toen ik voor de film speelde, zeiden de mensen: ‘Daar heb je Joanne Woodward.’ Nu zeggen ze: ‘Daar gaat iemand die ik ken, geloof ik.’
We constateren dat kinderen met hun ogen de gezichten van de acteurs volgen. Ook in scènes van fysiek geweld blijven hun ogen gericht op de gelaatsreacties, in plaats van op de gewelddadige actie. Geweren, messen, vuisten worden genegeerd ten behoeve van de gelaatsuitdrukking. Televisie is een medium niet zozeer van de actie als wel van de weerslag daarvan.
De hang van de televisie naar thema's die een proces weergeven of complexe reacties heeft de ontwikkeling van de documentaire in de hand gewerkt.
Wie de televisie wil gebruiken om poëzie te onderwijzen, zou zich kunnen concentreren op het poëtisch proces, dat wil zeggen: het feitelijk ‘maken’ van poëzie, met betrekking tot een bepaald gedicht.
(Mens en media. Marshall McLuhan)
Televisie, het mozaïekachtig maasnet, geeft weinig voet aan het perspectief. Deze zintuiglijke revolutie valt gemakkelijk duidelijk te maken aan schilders en beeldhouwers; toen Cézanne eenmaal de perspectivische illusie had losgelaten ten gunste van de structuur, hebben ze niets anders gezocht als dat wat de TV nu op fantastische schaal heeft bewerkt.
Een mozaïek kun je zien zoals je dansen kunt zien, maar het is niet visueel gestructureerd; evenmin is het een verwijding van het gezichtsvermogen. Het mozaïek is immers niet uniform, continu of herhalend. Het is discontinu, scheef en niet-lineair, juist als het tastbare televisiebeeld. Voor de tastzin zijn alle dingen onverwacht, contrair, oorspronkelijk, karig, vreemd. Gerard Manley Hopkins’ gedicht ‘The Pied Beauty’ is een catalogus van de noties van de tastzin. Het is een manifest van het niet-visuele en een onmisbare weg naar het verstaan van televisie, evenals Cézanne, Seurat of Rouault. De niet-visuele mozaïekstructuren van de moderne kunst dulden geen gereserveerde houding, evenmin als de elektrische informatiepatronen.
(Mens en media. Marshall McLuhan)
Televisie is een draadloos gat in onze muur. Er kijkt van alles door naar binnen, meestal glimlachend, vaak verkopend, en wij kijken erdoor naar buiten.
Maar het beeld is nog niet werkelijk genoeg. Televisie in kleur is er, in drie dimensies komt.
Reeds nu is het 21 inch televisiescherm op 6 meter afstand zo wijd als een pagina op leesafstand, en bevat minder noodzakelijke details. Wat is er zo heilig aan de ontcijfering van een gedachte via de gedrukte lettertjes, de gerangschikte woordjes, puntje komma vraagtekentje, als het immers moet gaan om de gedachte zelf?
(Snippers. Leo Vroman)
De beste manier om ons van de TV te bevrijden is haar belachelijk te maken. We hoeven, te dien einde, haar programma's slechts nauwkeurig te beschrijven: ze is zelf al belachelijk.
(Horen, zien en zwijgen. Gerrit Komrij)
Het gebruik van een toneelkijker in de schouwburg is het terugvallen in een ‘conscience perceptive’; men wil immers de acteur beter zien en niet het personage. Het is juist de