Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 25
(1976)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 323]
| |
VoorgeschiedenisReeds lang bestonden er contacten tussen het CVKV en SIAC, zoals de lezers herhaaldelijk in ons tijdschrift hebben kunnen vaststellen. Aan de oorsprong hiervan ligt Arch. Mathieu Driessen uit As, die al enkele jaren Vlaamse gedelegeerde was in het Intern. SIAC-comité, toen hij uit dien hoofde eind 1967 in de redactieraad van ‘Vlaanderen’ werd opgenomen. Hij nam het initiatief van besprekingen in het Vlaamse Architectenhuis te Antwerpen (Lamorinièrestraat met de toenmalige Praeses van SIAC Prof. Nico Vroom, de eminente directeur van de Amsterdamse Rijksacademie. Dit leidde tot de aansluiting van het Kunstenaarsverbond en de verkiezing van CVKV-verbondssecretaris Julien van Remoortere tot CVKV-gedelegeerde in het Intern. Comité. Voor ons Kunstenaarsverbond effectief algemeen-vlaams werd had er reeds een - nogal bescheiden - SIAC-colloquium over christelijke architectuur plaats te Gent m.m.v. het H. Instituut St.-Lucas. Arch. Driessen deed eveneens een poging om iets dergelijks op Limburgse bodem tot stand te brengen, maar strandde op de stugheid van de vorige SIAC-secretaris, een zeer bekwaam maar nogal eigengereid organisator die vooral als oprichter van de Keulse vereniging van christelijke kunstenaars K.U.K. enorme verdiensten heeft. Intussen was in de schoot van de Beheerraad van het Kunstenaarsverbond de idee gegroeid om n.a.v. het vijfentwintigjarig bestaan van het CVKV in 1976 een internationaal congres te houden, dat terzelfdertijd ook het jubileum van SIAC zou gedenken. Deze idee werd met succes naar voor gebracht door het SIAC-comité te Hinterbrühl bij Wenen op 12 oktober 1974. Daar stelde de Vlaamse afgevaardigde ook voor als congresthema te kiezen: ‘De christelijke kunstenaar in het laat-kapitalistisch tijdvak’; op vraag van de Italiaanse afgevaardigde Prof. Nicola Sebastio werd ‘het laat-kapitalistisch tijdvak’ gewijzigd in ‘un mondo in movimento’, ‘een veranderende wereld’. De voorbereiding van het congres werd erg vertraagd door de onmogelijkheid vanwege SIAC om eigen geldmiddelen ter beschikking te stellen, wat voor gevolg had dat niet kon begonnen worden voor althans een minimum aan subsidiëring verzekerd was. Intussen had het CVKV zich reeds de samenwerking verzekerd van nederlandse vrienden. Men weet dat het reeds talrijke uitwisselings- en gezamenlijke initiatieven doordreef meer bepaald met Den Haag, Maastricht, Eindhoven, Nijmegen, Hulst e.a. Reeds onder het voorzitterschap van Bernard Verhoeven had het Alg. Kath. Kunstenaarsverbond een heel stel manifestaties samen met het CVKV doorgedreven; het lag voor de hand dat de huidige voorzitter arch. Herman Reuser voor samenwerking werd aangesproken. Niet alleen werd hij daartoe bereid gevonden maar hij stelde voor dat in het Jubileumcongres ook het AKKV zou betrokken worden vermits het in 1976 reeds 50 jaar bestond. Zo ontstond een werkcomité bestaande uit J. Falke en H. Reuser (AKVV), B. Kahmann, L. Simon en J. van Remoortere (SIAC), J. Storme en schrijver dezes (CVKV). Daaraan werd Drs Gilbert Goos, adjunctverbondssekretaris-CVKV, toegevoegd als congressekretaris, wat ongetwijfeld veruit de zwaarste taak was, waarvan hij zich trouwens uitstekend heeft gekweten. Een taak, die des te moeilijker was omdat er bijna 500 km liggen tussen Wervik en Nijmegen. Bovendien beschikken kunstenaarsverenigingen in dit land niet over een full-time bezoldigde staf en bleven de subsidiëringsvooruitzichten - als altijd - zeer beperkt. Wat betekent dat het CVKV - als altijd - niet is kunnen ‘professioneel’ te werk gaan, maar dit tekort (?) door idealisme en vindingrijkheid heeft moeten goed maken. Vanzelfsprekend is niet alles kunnen gebeuren zoals voorzien was. Wij hadden b.v. graag een frans referaat ingelast, maar zowel Roger Garaudy als Clavel waren in de onmogelijkheid de uitnodiging te aanvaarden. Ook Prof. H. Brugmans moest op het laatste ogenblik wegens een officiële onderhandelingsopdracht te Helsinki belet geven. Deze naast vele andere wederwaardigheden en misrekeningen bewijzen dat een internationaal congres een heel ingewikkelde en kostbare aangelegenheid is waar honderden zaken komen bij kijken. En toch kon de afgevaardigde van het CVKV op 2 oktober II. te Bazel op de bijeenkomst van het Intern. SIAC-comité mededelen dat alles om zeggens in kannen en kruiken was. | |
De referatenDe pessimisten kregen ongelijk. De referaten, die zo niet het meest spectaculaire dan toch het belangrijkste deel uitmaakten van het congres, hebben een zeventigtal belangstellenden samen gebracht: behalve Vlamingen uit alle provincies waren er aanwezigen uit Brussel en Wallonië, Nederland, Frankrijk, Engeland, Duitsland, Oostenrijk, Italië en Polen: negen nationaliteiten als men het Vatikaan medetelt. De Monialen van het H. Graf, die het klooster-slot van Male ter beschikking van het CVKV hadden gesteld, waren wel bij het begin erg geschrokken door deze veeltalige en niet steeds rustige invasie, maar zij hebben zeer vlug met een buitengewone soepelheid, dienstvaardigheid en gastvrijheid hierop weten te reageren, iets waarvoor we hen niet dankbaar genoeg kunnen zijn. Het was dan ook in een hoogst tevreden stemming dat de Alg. Voorzitter Ere-gedep. Jozef Storme op vrijdagavond 22 oktober met een fijnzinnige rede het Congres voor geopend kon verklaren. De referaten zelf werden gehouden in het Nederlands (4), het Duits (3), het Engels (2) en het Italiaans (1). De congreskaften verschaften trouwens een Nederlandse vertaling voor vlamingen en nederlanders en een duitstalige synopsis voor de andere deelnemers, zodat op die wijze een meestal weinig efficiënte en peperdure simultaanvertaling overbodig was. Op een paar na vindt men alle referaten hetzij in oorspronkelijke tekst hetzij in vertaling verder in dit nummer, zodat wij met enkele beschouwingen hier kunnen volstaan. Eerst kwam Prof. Karel Verleye aan het woord. De mede-oprichter en beheerder van het Brugse Europacollege werd enkele dagen voor het congres bereid gevonden om Prof. H. Brugmans te vervangen. Hij legde op een werkelijk schitterende wijze de grondslag voor de verdere congresbesprekingen door een indrukwekkend beeld te schetsen van de hedendaagse maatschappij. | |
[pagina 324]
| |
De eucharistieviering te Male. Concelebratie met Mgr. De Smedt.
Paul Hanoulle leidt Ons Dorado te Male tijdens de eucharistieviering. De eucharistieviering te Male. De volgende dag werd ingezet met een diepzinnige studie over de kunst en de literatuur in deze tijd door de Nederlandse wijsgeer Prof. Samuel IJsseling, hoogleraar moderne wijsbegeerte aan de KUL, directeur van het Husserl-archief te Leuven en vooral bekend om zijn studies over Heidegger. Voor deze en volgende referaten trad AKKV-voorzitter Herman Reuser als bekwaam inleider, discussieleider en tolk op. Na deze twee meer uitvoerige uiteenzettingen zouden alle volgende referaten kortere tussenkomsten zijn in paneel-verband en gecentreerd op het Christelijk Kunstenaarschap in deze tijd. Er werd naar gestreefd zoveel mogelijk representatieve figuren uit de diverse deelnemende landen en kunstdisciplines aan het woord te laten De reeks werd ingezet door letterkundige Marek Skwarnicki uit Kraków, verantwoordelijke voor de katholieke publicaties in Polen en ondervoorzitter van Pax Romana. Een ontroerende verschijning, die ons Westerlingen met schaamte vervulde voor al het leed dat wij gedurende 35 jaar in Polen lieten gebeuren. In het Engels maakte hij een vergelijking tussen de artistieke en literaire wereld in het Westen en in het Oostblok, waarin hij onze westerse decadente godsdienstigheid discreet aankloeg. Wij danken de aanwezigheid van Skwarnicki op ons Congres aan Frau Helene Koller-Buchwieser, de Weense architecte, aan wie SIAC maar ook de christenen van achter het IJzeren Gordijn zoveel verschuldigd zijn (de ‘wijze vrouw uit Wenen’, waarover Rik Jacobs het heeft in zijn gedicht ‘Male’). Een analyse van de Westerse kunstsituatie en van de positie die de christelijke kunst er inneemt kwam van Prof. Nicola Sebastio, de Milanese beeldhouwer die aan het hoofd staat van de Unione Cattolica Artisti Italiani. Vooral de onverdraagzaamheid vanwege een arrogant meestal marxistisch atheïsme en het onbegrip der christelijke gemeenschap kwamen hier tot uiting. Mgr. Pietro Gargato, sekretaris van de dienst Gewijde Kunst aan het Vatikaan, trok een parallel tussen de Poolse en de Italiaanse toestanden. Prof. Peter Koenig, voorzitter van de Association of Catholic Artists (Taplow-Maidenhead Berks) drong door naar de religieuze en bijbelse zin van het Chr. kunstenaarschap. De engelse kunstschilder wees ook op zeer concrete mogelijkheden om dit in de praktijk om te zetten. Hij was de eerste van de reeks sprekers op zondagmorgen 21 oktober, waarvoor Prof. Niko Vroom, ere-voorzitter van SIAC en thans verblijvend te Florence, als gespreksleider optrad. Van zijn opvolger als SIAC-voorzitter Ing. Michael Kleffner uit Essen (Ruhr), die op het congres niet aanwezig kon zijn wegens een studieopdracht in Istanboel, werd een vriendelijke heilwens voorgelezen door SIAC-sekretaris Heinz Buchmann, die zelf een referaat hield over de relatie Kerk-kunstenaar: waar de Kerk in andere tijden meer aan mecenaat kon doen, daar vraagt zij thans aan de christelijke kunstenaar in een meer en meer ontkerstende wereld een zeer belangrijke rol als getuige van het evangelie op zich te nemen. Daarmede sloot hij trouwens aan bij de uiteenzetting van Dr Erich Widder, hoofdredacteur van het Oostenrijkse tijdschrift ‘Kunst und Kirche’, die beklemtoonde dat men de hedendaagse religieuze crisis niet mag ‘bagatelliseren en evenmin het christendom mag vervalsen door er de kern van te vergeten, die het kruis en de liefde zijn: de liefde die creativiteit is zoals ook de kunst creativiteit dient te zijn. De Nijmeegse assistent Kunstgeschiedenis Drs Wouter Kusters had het over de crisis, waarin zich de gewijde kunst bevindt en die verband houdt met de hedendaagse beschavingsomwenteling, waarin de cultus niet meer centraal staat en de scheidingslijn tussen de kunsten en de levensopvattingen onduidelijk wordt. Laatst kwam André Demedts aan het woord, met een schitterende causerie over de evolutie van de christelijke literatuur sedert 1900 - een evolutie met hoogte- en dieptepunten. Een van deze dieptepunten is ongetwijfeld de naoorlogse tijd. Geen reden nochtans om niet met | |
[pagina 325]
| |
gebundelde kracht en volle inzet te arbeiden aan de toekomst. Demedts’ toespraak werd met een ware ovatie beloond. | |
De ontmoetingsdag van het KunstenaarsverbondMet stijgende verbazing hadden onze buitenlandse gasten die zondagmorgen 24 oktober de groep congressisten geleidelijk zien groeien van de oorspronkelijke zeventig tot boven de driehonderd. De meesten hadden gepoogd plaats te vinden voor het laatste congrespanel in de ridderzaal, die trouwens wat later ook plaats moest bieden voor de velen, die in de overvolle slotkapel niet geraakten toen de Eucharistieviering begon. Zij werd geleid door Mgr De Smedt, bisschop van Brugge en beschermer van ons Kunstenaarsverbond, bijgestaan door SIAC-aalmoezenier Dr B. Kahmann, Mgr Gargato en onze redactiesecretaris Drs José de Poortere. De bisschop bracht in zijn homilie volgens een der aanwezigen ‘een antwoord op vele in het congres open gebleven vragen’; indrukwekkend was ook het in memoriam voor de dit jaar overleden CVKV-leden Gerard Baksteen, Robert Buyle, Jan Norbert Cockx, Mgr Karel Cruysberghs, Joost de Bruyn, Prosper de Coninck, Amand Dumon, Albert Dusar, Robert Geenens, Jozef Hanoulle, Jan Huet, Lucie Loots, Georges Maes, Michel Neirynck, Karel Constant Peeters, Servaas Ramaeckers, Dan Schijffelen, Vic van Berckelaer, Mia van der Haeghen, Jozef Verhelle, Emiel Verstappen, Frans Vervoort en Frits Willems. Overvol was ook de zaal van Hotel Lodewijk van Male, waar Voorzitter Jozef Storme behalve de congressisten ook talrijke notabelen kon begroeten zoals Mevr. Rika de Backer, minister van Nederlandse cultuur, die bij de koffie de jubilerende kunstenaarsverenigingen in de bloemetjes zette en de eminente rol van de kunstenaar in onze harde maatschappij onderlijnde. Bij deze gelegenheid kondigde zij de verheffing aan van de voorzitter tot commandeur in een nationale orde en huldigde ze ook de andere stichtende CVKV-beheerders, die reeds 25 jaar, van bij de stichting, een functie waarnemen: F.R. Boschvogel, Alfons Botte, Robert de Man, André Demedts, Hector Deylgat, Marcel Notebaert, Jozef Seaux, Albert Setola, Albert Smeets, evenals Julien van Remoortere die vijftien jaar redactie- en/of verbondssëkretaris is. Een exemplaar van het door de twee laatstgenoemden samengestelde kunstboek ‘Flemish Art from Ensor to Permeke’ werd door de minister overhandigd aan de vertegenwoordigers van buitenlandse christelijke kunstenaarsverenigingen. Het boek wil zowel de Vlaamse schilderkunst als de vlaamse literatuur in het buitenland promoveren, in de lijn van wat ‘Vlaanderen’ doet in het binnenland. Door Drs Gilbert Goos werd daarna hulde gebracht en een geschenk aangeboden aan de aanwezige bekroonde of jarige leden van ons Kunstenaarsverbond. Van jaar tot jaar, naarmate het Verbond zelf groeit, worden ook de te huldigen leden talrijker zoals volgende lijst aantoont. Werden bekroond sedert onze vorige ontmoetingsdag de dames en heren: Johan Ballegeer (pr. Wvl. jeugdboek), Jac Bergeyck (Reinaertromanprijs), Martine Berks (ps. voor Francine Spoelders, 2o Pr. Filmscenario), Georges Blom (1o Pr. Keramiek van Faenza 1975), Gerdy Bollaert (1o Jeugdpoëzieprijs Eindhoven), Flor Barbry (20 j. ‘Volkstoneel in Fr.-Vlaanderen), Christiaan Bossers (1o Pr. Filmscenario, Jules Bovee (Interprov. Pr. Jeugdliter.), Jo Briels (John Flandersprijs '75), Prof. Hendrik Brugmans (Adolf Bentindkprijs voor volled. oeuvre), Jan Calmeyn (Prov. Pr. Oostvl. voor Beeldhw.), Jef. L. De Belder (Prov. Pr. Antw. voor Poëzie, 25 j. Colibrant, Pr. Scriptores Cath.), Felix de Boeck (Commandeur St.-Silvesterorde, Vatikaan), Aimé De Haene (40 j. kooractiv.), Dom Eligius Dekkers (Ere-dokter KULeuven), André Demedts (Interprov. prijs Gezam. werk), Jo de Meester (Guldensporenprijs
Tine Ruysschaert draagt voor uit werk van bekroonde dichters.
voor compos.), Monda de Munck (Lit. Pr. Vrouwencomité), José de Poortere (Prov. Pr. O.-Vl. Romandebuut), Roger Deruwe (Europaprijs voor Volkskunst van Hamburg), Romain de Saegher (Commandeur St.-Silvesterorde Vatikaan), Antoon de Vaere (Ridder Leopoldsorde 60 j. Schildersloopbaan), Frans de Vree (Beeldh. Pr. Latems Museum), Gerda Devrieze (premies voor Poëzie van Halle en Brussel), Marc de Wintere (Spec. Pr. World Print Compet. San Francisco), Jos D'Hollander (L. Hardy Beiaardcompos. Pr.), Aleida Dierick (Poëziepr. Burgem. van Deurle), Jan Douliez (1o en 2o Prijs Concorso Nac. de Compos. Belo Horizonte), Chris Dubois (pr. Prov. Pr. W.-Vl. Vok. compositie), Etienne Elias (Sel. Biënnale van Florence), Edgard Ernalsteen (Laur. Concurso Nac. de Pintura Madrid), Georg Flips (2o Pr. Bob Courtens voor Beeldh.), Georges Francis (Prijzen 3o Cartoenale van Hoeilaart en Wereldcart. van Heist), Christiane Franck-van Joole (Pr. van Publiek Wereldcart. Heist), Paul R. Goris (Prov. Pr. Antw. voor Beeldhw., Pr. Club der XII voor beeldhw.), Georgette Goris-Arnoudt (Centrumpr. Schilderk. van Brugge), Paul Hardy (Prov. Pr. Antw. voor gezam. werk), Gery Helderenberg (Driejaarl. Staatspr. voor Schrijversloopbaan), Bernard Henry (Limb. Pr. Raf Alofs), Hugo Heyrman (Pr. Jonge Belg. Schilderk.), Renaat Ivens (Nat. Hoppelandprijs Schilderk.), Emiel Janssen (Persijnpr.), Josette Janssens (Gr. Pr. Humor. teken. Montreal, Premio Intern. della Graf. Humorist. di Marostica, Pr. Wereldk. van Heist), Cor Ria Leeman (Ref. Vl. J. en | |
[pagina 326]
| |
K. boek, Guldenboek DF), Paul Le Roy (Prov. Pr. Antwerpen voor Poëzie), Eugène Lievens (Gaudeamuscompos. Pr. Utrecht, pr. van W.-Vl. voor Vokale Comp., Glazen tulp en Vanessafondsprijs), Jozef Lucas (Zilv. Med. Schilderk. van Wenen), Antoon Luyckx (Penning Boudewijnfonds), Zr. Machteld (1o Pr. ex aequo voor Schoolkoren Neerpelt), Zr. Maria-Rita (1o Pr. ex aequo Schoolk. Neerpelt), Frans Minnaert (Gouden Med. voor graf. Diano Marina), Edwin Nagels (1o Pr. Vl. Humor VTB, Beste Belg. Inzend. Cart. van Heist '76), Marc Neels (Pr. Vl. Humor VTB), Roger Noël (pr. Tekenpr. Joan Miro Barcelona), Achiel Pauwels (Keramiekpr. van Faenza 1976), Flor Peeters (Goud. Med. Soc. Académ. des Arts, Sc. et Lettres Parijs), André Penninck (Prijs Nord Promotion Ieper), Rudger Pincé (Pr. Acad. Antwerpen), Veerle Rooms (Beurs Roeping voor PI. Kunst), Armand Preud'homme (Prov. Pr. Limburg voor Muziek), Erik Ryckaerts (2o Pr. Cory Lievens voor toneelliter.), Lie Schatteman (Refer. Jeugdb.), Julien Schoenaerts (Glazen Tulp en Vanessaprijs '76, Theatronprijs), Marc Segers (NHIASK Antwerpen, dubbele bekron. beeldhw.), Raoul Servais (Spec. Pr. Sprookjesfilm van Odense/Denem., Tweejaarl. Pr. Ach. van Acker), Suzanne Stroobants-Ranwez (Ere-metaal Leuven), René Swartenbroeckx (Refer. Jeugdb., John Flandersprijs), Filip Tas (Selectie Biënn. van Venetië), Gommaar Timmermans (Prov. Pr. Antwerpen Kinderb.), Maurice Trippas (Laur. ex aequo Mathias Kempprijs voor Poëzie), Jan van Damme (18o Poëziepr. van Knokke), Ghis van den Berghe (Sp. Pr. Schildk. van Watermaal-Bosvoorde), Maurice van den Dries (Driej. Staatspr. Grafiek, Prijs van Rome, Pr. van Pr. Antw. voor Prentkunst), Anne-Marie van den Herrewegen (Pr. O.-Vl. voor Volkskunde), William van der Straeten (2o Pr. Oost.-Vl. voor Kunstambachten), Gust. Vanderweyden (Beiaardpr.), Rik Vandewege (Pr. van Oost-Vl. voor beeldhw.), Mariette van Halewijn (Referendum Vl. Jeugdlit.), Frans van Immerseel (Ondersch. Ned. Cult.), Christiaan van Ingelghem (Jef Denijnpr. beiaardcompos.), Willy van Isterbeek (Beurs Norwegian St. Acad. of Art. Oslo), Genade van Itterbeek-de Lille (Pr. Lett. van Vrouwencomité), Anton van Wilderode (Koopalprijs voor vertaling), Rik van Schil (Eremetaal Leuven), André Velghe (pr. West-Vl. Jeugdb.), Ludo Verbeke (1o Pr. Prov. W.-Vl. Beeldhwk.), Daisy Verboven (Lett. Malherbepr. van Brabant), Ronald Verhelst (Prijzen Club der XII en van HIASK Antwerpen), Karel Verleyen (Prov. Pr. Antwerpen voor Jeugdb., Refer. Vl. Jeugdb., 2o J. Flanderspr. '75, 1o Cory Lievenspr. toneellit.), Julien Vermeulen (Streuvels-Simonsprijs voor Essay), Ignaas Veys (INI-poëziepr.), Maria Vlamynck (pr. Lett. van Nieuwpoort), Yvonne Wagemans (Sabamtoneelprijs), Peter Welffens (4 Jaarl. Compos. prijs Mortelmans), Jozef Willaert (Selectie Biënnale van Venetië) en Arnold Willems (Jubileurmlandjuweel). Een aantal leden werden gehuldigd omdat zij sedert mei 1975 60, 65, 70... jaar werden: Marcel Ameel (60), Fernand Bilcke (70), Camiel Bleusé (65), Fernand Bouckaert (60), René Buckinx (75), André Bulthé (70), Paul Callant (70), Bernard Cuppens (70), Jo de Bruyn, Jan Decuyper (80), Marinus de Jong (85), Annie de Loenen André Demedts (70), Marthe Dierickx, Jos Dufour (80, enkele weken na onze ontmoetingsdag spijtig genoeg overleden), Arthur Gevaert (70), Rose Gronon, Geert Grub (80), Yvonne Guns, Gerard Hermans (75), Marie-Christine Huybrechs, Maxim Kröjer (75), Constant Lambrecht (60), Geo Langie (70), Jef Lenaerts (70), Eugène Mattelaer (65), Leo Mets (65), Jos Michiels (70), Theo Opdebeeck (70), Wies Pee (65), Maurice Schelck (70), Julien Schaeverbeke (80), Albert Setola (60), Albert Smeets (60), Gust Smet (65), Jos Tilleux (80), Albert Vanderleenen (75), Fernand Van Durme (60), August van Itterbeek (70), Piet van Mechelen (65), Tine van Rompuy-Janssens, Herman Verbaere (70), Ferdinand Vercnocke (70), Jan Baptist Walgrave (65) en Michel Wyffels (60). Zowel in de eerste als in de tweede lijst zullen ongetwijfeld namen ontbreken omdat zij ons niet tijdig bekendgemaakt werden. Een aantal van deze gevierden kwamen die dag nogmaals in de belangstelling: bekroonde leden-dichters werden in het Poëzievoordraohtprogramma opgenomen dat de bekende Oostvlaamse declamatrice Tine Ruysschaert in de vooravond ten beste gaf voor de congressisten in de ridderzaal na het feestmaal; zij behaalde er een verdiend succes mede. Vooraf had Hector Deylgat een ontroerend gedicht voorgedragen dat Volkstoneeldirecteur Rik Jacobs de nacht voordien onder de indruk van de eerste twee congresdagen had gemaakt en dat vooraan dit nummer wordt gepubliceerd. Paul Hanoulle had het voordrachtprogramma door enkele Brugse musici laten opluisteren, zoals hij in de voormiddag gedaan had in de Eucharistieviering met leden van zijn Kathedraalkoor en zijn beroemde muzikale Ons Dorado-groep. De muziek kwam in het congresprogramma reeds de zaterdagavond aan de beurt met een fijn clavecimbelconcert van de Antwerpse jonge virtuoos Jos van Immerseel, terwijl de zondag besloten werd door een orgelconcert van de Directeur van het Brussels Conservatorium Kamiel D'Hooghe, voorzitter van CVKV-sectie Muziek. De plastische kunsten werden niet vergeten. De Hal van het slot evenals de ridderzaal waren versierd met schilderijen en beeldhouwwerk van buitenlandse congressisten, die ook beschikking kregen van een aantal tentoonstellingsvitrines. De maandag werd gewijd aan een bezoek aan Brugges kunstschatten onder de kundige leiding van Dr Carlos van Hooreweder, een bezoek dat op aangename wijze werd onderbroken in de voormiddag met een receptie door het Provinciaal Bestuur en in de namiddag door het Stadsmagistraat. In de avond kwamen tenslotte ook de architekten aan de beurt met een film over de restauratiewerken te Brugge, gecommentarieerd door Dr Luc Devliegher, beheerder van de Brugse Marcus Gerards-Stichting, die kort voordien laureaat werd van de Stichting voor Monumentenzorg FVS Hamburg. | |
Congresresoluties van Male 1976Het werkcomité van het Jubileumcongres had voordien een grondige discussie gehouden over een resoluties-voorstel, dat op het eind van de algemene vergadering in Hotel Lodewijk van Male unaniem werd aanvaard. Deze resoluties vindt u vooraan dit artikel; zij zijn zeer belangrijk. Zij bevatten een aantal doelstellingen aan de verwezenlijking waarvan ons Kunstenaarsverbond vast beslist is zowel op nationaal als op internationaal plan te arbeiden. In de Kerstweek vergadert te Dinslaken (Ruhr) bij Heinz Buchmann een beperkt comité om een SIAC-colloquium voor te bereiden, dat zal gehouden worden omstreeks Pasen 1977 en helemaal aan de praktische uitwerking der Resoluties van Male zal gewijd zijn. Het CVKV hoopt dat SIAC naar aanleiding van deze congresresoluties zich verder zal ontplooien, enerzijds door bestaande Christelijke Kunstenaarsverenigingen in alle landen aan te moedigen en te bundelen of er te stichten waar zij niet bestaan, anderzijds door alle disciplines - meer bepaald ook de tot nog toe door SIAC verwaarloosde literatuur - in de actie en in het bestuur van SIAC op te nemen. Niet dat wij in structuren en verenigingen op zich zelf geloven, maar het blijven belangrijke en zelfs onmisbare media voor het realiseren van concrete doeleinden. Uit de talrijke gesprekken, die de congressisten onder elkaar hielden, - internationale gesprekken zijn tenslotte het belangrijkste element van internationale congressen - kwam duidelijk naar voor dat het Congres van Male werkelijk gegrepen heeft naar de belangrijkste en meest vitale problematiek voor kunstenaars van deze tijd. Het mag niet blijven bij gesprekken! A.S. |
|