Sam de Vriendt
Schaarbeek 14 november 1884 - St.-Antonius-Brecht 26 juli 1974.
Autodidact. Verwant met het symbolisme in werken die dikwijls sterk christelijk en vlaams geëngageerd zijn. Was lid van ‘De Pelgrim’.
Uit een der vele geschriften van dichterkunstenaar Dirk van Sina halen wij onder meer aan: ‘Om deze Vlaamse kop naar behoren uit te beelden, zou men over de gaven van een Hugo Verriest moeten beschikken. Wij zullen er ons niet aan wagen. Wij zullen ons beperken te getuigen, wij, die het voorrecht hebben hem straks veertig jaar te kennen, dat het beeld van de mens dat wij in ons ronddragen en dat door de omgang met mensen werd gevormd, er heel wat minder ontmoedigend zou uitzien indien een gunstig lot ons Samuel De Vriendt niet had laten ontmoeten. Dit is geen ondoordachte verklaring’. En Dirk van Sina gaat verder: ‘Wij weten wat wij aan anderen schuldig zijn, die ons redenen gaven om in adel van de mens en de grootheid van zijn bestemming te geloven. In het falanx van het Vlaams Idealisme troffen wij figuren aan die evenveel esthetische schoonheid vertonen, evenveel tragische ernst, evenveel onmiskenbare hoogheid als de besten uit het buitenland, die de algemene erkenning mochten oogsten. Doch geen van hen heeft ons die reine vreugde gebracht, geen deed onze lippen tot deze stille glimlach van ontspanning en tevredenheid plooien die de aanblik van deze mens verwekte, hij die met de zelfzekerheid en de argeloosheid van een begenadigd kind door het leven gaat, al wat kunst en schoonheid is piëteitsvol vererend, steeds bij voorbaat tot elke daad van naastenliefde bereid, als van nature uit zichzelf vergetend en zijn hoogste vreugde vindend in dit zelfvergeten. Dit is het wonderlijke in deze mens: hij is de schoonheid van het leven, zoals het kind zijn schoonheid is: zijn lieflijkste glimlach. Zie, alles wat wij verbeten door strijd op angst en verwarring moesten veroveren, werd hem al spelend gegeven en wat nog wonderlijker voorkomt: hij heeft het door een leven, dat zware en bij momenten onmenselijke beproevingen heeft meegebracht, als vanzelfsprekend behouden. Waar sterkeren gebroken werden, bleef hij wat hij was, indien
het zijn kon een beetje meer zichzelf dan tevoren. Wij werden in het begin van 1912 toen hij zich persoonlijk aanmeldde als werkend lid van de ‘Groeninger Wacht’, de eerste Vlaamse stootgroep die werkte onder de bezielende werkkracht van Dr. Aug. Borms, met naast hem de nooit
Sam De Vriendt: De monstrans (1930), ook: Kerstnacht 1915.
vermoeide volksjongen Cyriel Rosseeuw.
Samuel De Vriendt, de eerste scheppende kunstenaar die bij ons kwam om het zware sleurwerk mede te maken, de kern van zeer bewuste Vlamingen die als apostelen over Vlaanderen trekken om kernen tot stand te brengen, die alles voor anderen veil hadden. Van die tijd af bestaat onze broederschap, onze nooit verbroken vriendenbanden.
(Juliaan Platteau)
Over de overdracht van een monstrans door Duitse aan Vlaamse soldaten maakte S. de Vriendt het doek ‘Kerstnacht 1915’. Juffr. Belpaire schreef dat het Oostenrijkers waren, waarop de schilder antwoordde: ‘Dat is absoluut niet bewezen en het heeft met de zaak niets te maken. Voor mij was het de vijand, die voor ons stond en die op dat heerlijk ogenblik, dat Kerstmoment, helemaal met ons meevoelde. Wij waren op dat ogenblik geen vijanden meer. Het Kindje Jezus was tussen ons. Het was dat enig schoon ogenblik van heel de oorlog. Het was “Vrede”. Dat het nu Oostenrijkers of Pruisen waren, heeft geen belang’.