16
Omer Delandsheer
75
Delandsheer wilde dokter worden. Hij liep school bij de Jezuïeten te Gent en volgde zeer goed de Grieks-Latijnse.
Toen hij zestien was, brak de oorlog uit. Gedaan met de studies. Begin van de perikelen.
Na de oorlogsjaren kwam hij in verffabrieken terecht en ontpopte zich tot een gewiekst laboratoriumtechnicus die uitblonk in... potjes roeren. Lakverf klaarmaken voor vliegtuigen, wagens, ijskasten... dat was zijn specialiteit. De formules die hij bezat om met verf te goochelen maakten van hem een benijdenswaardig man. Grote industriële firma's hengelden naar hem want het was een publiek geheim dat Omer Delandsheer zowat de pionier was in België van celluloselakverven. Door jarenlang mengen van verf en het bestuderen van de kleuren kreeg Omer Delandsheer ook een ontembare drang in zich zijn kennis op doek te eksperimenteren en niet meer in de industrie.
Zo ontstond zijn hobby: het schilderen. Zélf beweert de bescheiden schilder dat zijn werken geen hoge toppen scheren.
Toch worden ze als brood gegeerd door het publiek wegens hun pittoreske onderwerpen en hun biezonder levendige kleuren.
Soms komt men in zijn atelier aan de Laarheidestraat 11 met een vergeelde en beduimelde foto aandraven. Deze foto geeft dan doorgaans een oude hofstede weer waar ouders in gewoond hebben.
Omer Delandsheer krijgt dan als opdracht: daarvan een schilderij te maken. Ofwel brengt men hem een gescheurd schilderij om te herstellen. Zelfs een doek uit 1700-1800 wist hij met vaardige hand te herstellen zodanig dat het blote oog het euvel niet meer kan onderkennen.
Is het een beperking van de schilder dat hij alleen maar landschappen op doek brengt? Misschien wel, misschien ook niet. Omer Delandsheer weet niet wat een tekenschool of een akademie is. Hij leerde geen technieken. Maar wél kent hij de technieken van verven en kleuren.
Hij waagde zich op het domein van de landschappen en omdat hij rond de jaren '60 getroffen werd door hartzwakte, raadde de dokter hem aan het kalmpjes aan te doen. Omer Delandsheer is echter een en al vitaliteit. Hij rijdt dagelijks per auto (reeds 50 jaar lang!) en moet ergens zijn zenuwen op afwerken. Dat doet hij dan maar op zijn schildersezel.
En dat dit niet zonder sukses gebeurt, bewijst wel het feit dat deze sympathieke schilder al ettelijke tentoonstellingen
achter de rug heeft. Ruim de helft van zijn meegebrachte doeken moet hij telkens achterlaten... Ooit moest hij voor drie kandidaat-kopers driemaal hetzelfde doek schilderen!
B.v.B.