nr. 10.292.71, R. Vliegen, Groenkloosterstraat 15, te 3751 Munsterbilzen.
Aan alle muziekliefhebbers en anderen, warm aanbevolen.
Uitvoerders: koor en instrumentaal ensemble van het Osaka Palestrina Institute.
Leiding: prof. Robert Vliegen.
Zijde 1. Josquin des Prez: Missa de Beata Virgine - Kyrie - Gloria - Sanctus - Agnus Dei.
Zijde 2. P. da Palestrina: Motet: Super Flumina Babylonis - T.L. da Victoria: Motet: O Vos Omnes - O. Lassus: Motet: O Sacrum Convivium - O. Lassus: Madrigaal; Matona Mia Cara, Ghequetst ben ic van binnen; Daer zat een sneeuwwit vogeltje; Reuzelied: (Al die daer zegt...).
M.D.
In de serie ‘The Hollywood Bowl’ brengt EMI-Belgium momenteel een aantal platen uit, die financieel binnen ieders bereik liggen (169 fr.) en die toch én naar inhoud én naar technische kwaliteit boven de middelmaat liggen. Elke schijf bevat een aantal korte werken uit het klassieke en semi-klassieke repertoire, vooral dan muziek die iedereen kan bekoren. Als ‘divertimento’ zijn deze opnamen geknipt en voor velen betekenen ze een echte verademing tussen de nogal luidruchtige klanken van deze tijd. Alle stukken worden gespeeld door ofwel The Hollywood Bowl Symphony Orchestra ofwel The Capitol Symphony Orchestra, o.l.v. Carmen Dragon, Roger Wagner, Felix Slatkin, Alfred Newman en Miklos Rozsa, die zich behoorlijk van hun taak kwijten.
Clair de Lune, C 047-50530, 30 cm., 33 t/m., stereo/mono.
Adagio uit ‘Mondscheìnsonate’ (Beethoven); Aria uit de Suite nr. 3 in re groot (J.S. Bach); De Zwaan uit ‘Carnaval des animaux’ (Saint-Saens); Koor met gesloten mond uit ‘Madame Butterfly’ (Puccini); Liefdesdroom van Liszt; Méditation uit ‘Thaïs’ (Massenet); Barcarolle uit ‘Hoffmanns Vertellingen’ (Offenbach); Berceuse uit ‘Jocelyn’ (Godard); Wiegelied van Brahms; Warschau-concerto (Pennario); Elégie uit ‘Erinnyes’ (Massenet) en Serenade van Schubert.
Danses, C 047-50533, 30 cm., 33 t/m., stereo/mono.
Can-Can uit ‘Orpheus in de onderwereld’ (Offenbach); Amaryllis, gavotte van Lodewijk XIII; Polonaise uit ‘Mignon’ (Thomas); Pizzicata-polka uit ‘Sylvia’ (Delibes); Maskarade, mazurka van Khatchaturian; Pavane van Gould; Menuet in sol (Beethoven); Schaatsenrijderswals (Waldteufel); L'Arlésienne, farandole uit de suite nr. 2 (Bizet); Gigue van Corelli; Polka uit ‘De verkochte bruid’ (Smetana); Menuet (Paderewski); Galop uit ‘Maskerade’ (Khatchaturian); Tarentella (Bohm) en Pavane pour une Infante Défunte (Ravel).
Czardas, C 047-50531, 30 cm., 33 t/m., stereo/mono.
Zigeunerweisen (de Sarasate); Hora Staccato (Dinicu-Heifetz); Czardas (Ponti); Hongaarse rhapsodie nr. 2 (Liszt); Hongaarse dansen 4, 5 en 6 (Brahms) en Slavische dansen 8 en 10 (Dvorak).
Invitation à la valse, C 047-50526, 30 cm., 33 t/m., stereo/mono.
Walsen uit ‘Faust’ (Gounod), ‘Coppelia’ (Delibes) en ‘Maskarade’ (Khatchaturian); Uitnodiging tot de wals (Weber); Wals in la-bemol groot (Brahms); Droeve Wals (Sibelius); Blauwe Donau (J. Strauss); Donaugolven (Ivanovici), Liefde en vreugde zijn mijn leven (Joseph Strauss) en Espana (Waldteufel).
Herbert von Karajan, C 179-01252/53, 2 × 30 cm., 33 t/m., stereo/mono, 338 fr. (voor de beide platen).
Ik zou zeggen: een von Karajan met vakantie, wat dan helemaal niets negatiefs inhoudt. Hij speelt, met The Philharmonica Orchestra, de vier kanten van dit album vol met lichtere, melodieuze muziek. Maar ook hier is en blijft hij de perfektionist.
Boze tongen zullen zeggen dat von Karajan overàl munt wil uitslaan, maar wie neemt het bv. een groot schrijver kwalijk dat hij, zo tussen twee zware werken in, een kursiefje pleegt, vooral dan dat ook in dit ‘kleingoed’ zijn uitzonderlijk talent naar voren komt?
Dus, genieten maar van de Bloemenwals, de wals uit ‘Het Zwanenmeer’ en uit ‘De schone Slaapster’, alle van Tchaikowsky, van Waldteufels ‘Schaatsenrijder’, een heleboel populaire werken van de Strauss-familie (Delirion, Artistenleven, Keizerswals, Blauwe Donau, Unter Donner und Blitz, Tritsch-Tratsch Polka, Pizzicato-polka) en natuurlijk treffen wij ook Weber aan (Uitnodiging tot de wals), Gounod (‘Les Nubiennes’ uit Faust), Weinberger (Polka), Berlioz (Hongaarse Mars) en Chabrier (Joyeuse Marche). Eén kant werd gevuld met een beetje meer intieme stukjes: Barcarolle van Offenbach, Meditation van Massenet, intermezzo uit Cavalleria Rusticana (Mascagni) en dit uit Palliasse (Leoncavallo), Goyescas (Granados) en Notre-Dame (Schmidt).
Telemann: Concerto voor fluit / Concerto voor hobo / Concerto voor trompet en twee hobo's, C 061-11335, 30 cm., 33 t/m., stereo/mono, 299 fr.
Van een veelschrijver gesproken: Georg-Philipp Telemann was er een. Voor wie het niet wist: hij heeft o.m. op zijn aktief: duizend verschillende kantates, zeshonderd Franse ouvertures, vierenveertig Passies, veertig opera's... Een man, die leefde van en voor de muziek, een poos vergeten werd, maar dankzij de fonoplaat een wederopstanding kent zonder weerga. Waarom? Misschien omdat hij in zijn kunst alles heeft verenigd wat opborrelde uit alle frisse bronnen van de 18e eeuw? In elk geval: deze muziek maakt blij, opgewekt, is enorm fantasierijk, dwingt je mee in ritme en melodie - zonder dat je daarbij ooit maar één ogenblik het gevoel hebt in het banale te verzeilen. De drie concerti, opgenomen op deze plaat, zijn daar een uitstekend voorbeeld van. Ze worden schitterend ten gehore gebracht door Michel Debost (fluit), Pierre Pierlot en Jean-Pierre Taurignan (hobo) en Albert Calvayrac (trompet). Het Orchestre de Chambre de Toulouse, o.l.v. Louis Auriacombe, speelt geestdriftig mee.
Wagner Ouvertures, C.B.S. 61263, 30 cm., 33 t/m., stereo/mono, 225 fr.
Opgenomen werden: de Rienzi ouverture (1842), de Vliegende Hollander (1843), de prelude uit het le bedrijf van Lohengrin (1850), Faust ouverture (1840, herw. 1855) en de ouverture van de Meesterzangers (1868). Het is bekend dat Wagner wars was van alle routines en formules: elk werk benaderde hij op een andere wijze, opzettelijk ging hij aan alle ‘geijkte termen’ voorbij. Ook in de openingsstukken voor zijn opera's. De vijf ouvertures op deze plaat illustreren dat schitterend, mede dankzij het puike werk van The Cleveland Orchestra, o.l.v. George Szell, Wie van Wagner houdt, mag deze opname niét missen!
Bob Dylan: More Bob Dylan greatest hits, C.B.S. S 67239 (2 platen), 30 cm., 33 t/m., stereo/mono, 399 fr.
Wie de ‘nieuwste’ Dylan op zijn platendraaier wil, kan niet buiten deze opname, die pas in oktober 1971 werd gemaakt. En wat nu te zeggen van de beroemde zanger? Dat zijn naam niet weg te denken is uit het ‘muziekboek’ van deze 20e eeuw? Misschien, ik weet het niet. Wél, dat hij een van de allergrootsten is op het gebied van het luisterlied, bitter-zoet, nooit week, soms wel een tikje kommercieel, maar zelfs dàn nog ontkom je niet aan de onderstroom, de diepgang, de draaikolken en- kolkjes in zijn liederen en zijn muziek, die getekend is door een harde tijd, waarin niet veel plaats is voor hoop en geloof en liefde. En er dan tóch van zingen, soms berustend, meestal ergens op de achtergrond een wanhopig verzet tegen wat onveilig en liefdeloos is. Je moet wel op je quivive zijn: het Amerikaans van Dylan is eerder rauw. Toch zullen sommige van zijn liederen onvergetelijk blijven: Memphis Blues Again, A Hard Rain's A-Gonna Fall, Tomorrow is A Long Time, Down in the Flood... Ik noem zo maar wat, voor de vuist weg. Wees gerust: de beide platen dragen globaal niet minder dan 22 uitstekende liederen!
j.v.r.
Giuseppe Verdi: Arien. (La Forza del Destino - Aida - Macbeth - Otello) Montserrat Caballé, (met: Elizabeth Bainbridge, Thomas Allen, Ambrosian Opera Chorus), Royal Philharmonic Orchestra, Anton Guadagno. E.M.I. 1C063-02220.
Een plaat, die ik als een kompletering beschouw van de door EMI vorig jaar uitgebrachte 1C063-02099 (ASD 2632), waarop Caballé Pucciniaria's vertolkte.
Ook hier weer blijkt de enorm rijke begaafdheid, zowel stemtechnisch als interpretatief,