Ik vraag den vrede niet
Ik vraag den vrede niet: ik vraag alleen de rust.
- o Teedere avond-glans der lippen en der lampen,
als de eêle nacht ontrijst aan lage dagedampen:
wanneer wordt aan uw zuivren gloed mijn angst gesust?
De schroeiige oogen koel tot kalmen droom gekust;
gebluscht het zwoelebloed van 't dagelijksche kampen;
en, waar ter slaap de laatste zorgen trager tampen,
de Liefde en 't Leed verzoend tot één weemoed'gen lust...
- o Teedere avond-glans der lampen en der lippen...
- Maar gij, mijn harde geest, die stoot aan alle klippen
vergééfs een onwil waar geen genster aan ontschampt...
- Ik vraag den vrede niet: ik vraag alleen te poozen;
ik vraag alleen de rust die, maagdelijke roze,
gelijk de maan den moeden dag ontrijst, die dampt...
De Modderen Man (1909-1915)
Gustave van de Woestijne: Onze-Lieve-Vrouw schenkt de Rozenkrans aan de H. Dominicus, (Kerk Latem), 1900.