60
In memoriam
Johanna Weyn-Craeye
Toen de teksten voor dit jaarboek reeds gezet waren, vernamen we dat Johanna Weyn-Craeye overleden was. Ook dit hulde-artikel laten we ongewijzigd - een laatste groet aan een innemende en begaafde kunstenares.
Ze wordt dit jaar negentig, is vermoedelijk het oudste lid van ons kunstenaarsverbond, leerde destijds schilderen in de Antwerpse Akademie bij Juliaan De Vriendt en studeerde letterkunde bij Paul De Mont. We kunnen dus zeggen dat ze menige generatie heeft zien komen en gaan. Geen wonder dat het letterkundig museum haar wel eens om inlichtingen vroeg, die nergens anders meer te vinden waren. Ze heeft immers ook menig vers ‘bedreven’. Maar het is vooral de pikturale kunst die al vroeg haar voorkeur verwierf. Het klassicisme van haar leraar De Vriendt vind zij wel wat zoetsappig, al was die
Johanna Weyn-Craeye.
man ook de grote figuur ten tijde van Vankuyck, destijds schepen van Schone Kunsten te Antwerpen. Terwijl de man van Johanna violist was aan de Antwerpse Franse Opera, borstelde zij er dapper op los. Toen ze haar geliefkoosd leraar aan de Akademie al lang verlaten had, schilderde ze nog verder onder de hoede van Herman Verbruggen, die zelf een uitmuntend leerling was van Wouters, De Braeckeleer en anderen uit die tijd. Als vrouw is zij altijd bekoord geworden door de kleur. En dan nog meestal door de kleur van de bloemen. Met innige liefde heeft zij steeds anjelieren, gladiolen, seringen, rozen en mimosa geschilderd en dat met een wonderbare zin voor nuances, met een fijn gevoel voor de taal der bloemen. In de bloemen heeft zij zich jarenlang uitgeleefd. De virtuositeit, die zij hierin ten toon spreidt, is ongelooflijk. Het is allesbehalve een miezerig geknoei. Het is een ongekende weelde. Het zou echter verwondering baren als een schilder die van jongsaf in de Antwerpse artistieke milieus heeft vertoefd, het uitsluitend bij haar bloemtuilen zou gehouden hebben. Ook zij is de wijde natuur ingegaan, maar vond die dan ook, vooral in haar weidse pracht. Zij kent Polder en Kempen; ze kent er de mooie landschappen onder de zachte zon van de lente. Wij wensen mevrouw Weyn-Craeye nog vele jaren van gezondheid en kunstgenot. En al is de tijd voorbij dat ze een van de voorname leden van het V.B.K.B. was (onder sekretaris Jan Claessens), bij het C.V.K.V. vindt ze haar vroegere vrienden van het V.B.K.B. terug w.o. Hubert De Vries, Yvonne Guns en René Engelen. Misschien bezoeken die haar nog wel eens aan de Marialei, 50.
Jos van Rooy