57
Emiel Verstappen
65
Van nature een gevoelsmens, met het talent van het geschreven en gesproken woord, bedreef hij de sympatiekste jeugdzonden die van een jongeman kunnen verwacht worden: hij schreef verzen. Ik geloof niet dat ze ooit gepubliceerd werden - ik zelf heb ze nooit mogen lezen - doch ik wed dat ze, wat de vorm betreft, op de stevige klassieke basis groeiden, die hij in het kollege te Geel had verworven. Als kind van een treffelijk en kroostrijk boerengezin, waar het oud Kempisch geloof nog eten en drinken was, belandde hij, na briljante humaniorastudiën, in de abdij van Averbode, waar hij Wijsbegeerte en Godgeleerdheid studeerde. De volks- en jeugdbladen, o.m. Zonneland en Averbodes Weekblad, die toenmaals hun hoogste bloei kenden, publiceerden reeds tijdens zijn noviciaatsjaren opmerkelijke bijdragen van zijn hand. Ik weet nog dat hij als jonge frater een tijdlang erg dweepte met de eerste ekspressionistische verzen van A. Demedts en met diens ‘Avonden’, en dat hij, door hetzelfde poëtisch vuur ontstoken als onze eredeken voor de letterkunde, menige dichterlijke meditatie uit zijn pen liet vloeien. Want dat is een gans persoonlijke karaktertrek van onze gevierde: het vloeit alles als vanzelf uit zijn pen; het gaat alles zo gemakkelijk en zo spontaan, ook als hij het volk toespreekt alsof hij een epigoon was van Democritos, die heel het waarom van het bestaan samenvatte in ‘pantharhei’, alles vloeit. Ook bij Verstappen is dat het geval, zeker daar waar van hem een ‘woordje’ gevraagd wordt.
Aan de lopende band verschenen van hem vertalingen van missieverhalen voor de Averbodese bladen. Later werden ze in boekvorm uitgegeven. Op latere leeftijd, toen hij er weer de tijd toe vond, is hij In dezelfde richting voortgegaan. De studies aan de fakulteit van de abdij werden Inmiddels voortgezet aan de Leuvense Universiteit, waar hij, ook nog na zijn priesterwijding, het licentiaat behaalde in de Klassleke Filologie. Langs die weg kwam deze sympatieke mens tot het leraarschap aan het St.-Michielskollege te Brasschaat. Hij bracht het er weldra tot retorikaleraar. En wat een leraar! Enorm was er zijn invloed op de studenten, waarvan er honderden van hem de leer voor het leven