33
Karel Melis
70
We ontmoetten hem, wanneer hij nog maar pas uit Zuid-Afrika teruggekeerd was. Het moet een schilder, omzeggens nog in zijn jonge scheppingsroes, deugd doen als hij, ver van hier, zijn eigen kunstwerken in sommige huizen of in kerken ziet uitgestald b.v. te Belleville in O.-L.-V. van Fatima.
Hierbij moet men niet uit het oog verliezen dat Karel slechts in 1965 definitief voor het Antwerps publiek verscheen. Niet dat hij voordien niet tekende en schilderde, maar het harde leven is hem slechts laattijdig genadig geweest. Het was inderdaad een leven van hard werk voor zijn gezin, zodat zijn grootste droom, de studie aan de Akademie, eerst in de jaren vijftig in vervulling kon gaan. Zelfs zijn studies in het pensionaat van Steendorp waar hij o.a. naast Dis Van Raemdonck op de banken zat - en later in het Seminarie
Karel Jan Melis: Ludmilla.
van Hoogstraten, leidden hem niet tot waar hij eigenlijk wezen moest. In een patronaat komt hij even in kontakt met Alfred Ost. Een tijdlang dook hij a.h.w. onder in een school voor onderofficieren, waar hij door zelfstudie en tekenkursussen zich zoveel mogelijk trachtte bij te werken. Reeds in 1916 had hij een eerste plaats behaald in een tekenprijs van de stad Antwerpen. Dat belette niet dat hij, van huis uit streng opgevoed, de weg van elke banale sterveling moest opgaan: werken om den brode voor zichzelf en voor het gezin. In 1951 gaat eindelijk de Akademie en nadien het Hoger Instituut voor hem open. Reeds in 1952 leert Antwerpen een paar van zijn werken kennen. Ook Kaapstad verneemt van zijn werk in 1958. Zijn definitieve doorbraak komt in een reeks indrukwekkende tentoonstellingen (1965, 1966 en verder) te Antwerpen en in de Kempen.
Onmiddellijk wordt hij in de artistieke milieus als een alzijdig en artistiek gerijpt kunstenaar aanvaard. Men noemt hem een sterke persoonlijkheid. Hij is inderdaad iemand die als geen ander het klappen van de zweep kent. Hij levert werk dat af is, of het nu naaktstudies, portretten, bloemstukken, landschappen, Scheldegezichten, visserstaferelen, genrestukken of religieuze onderwerpen zijn. Voor de mensen van Borgerhout werd hij een echte openbaring. En het kon moeilijk anders. Werk van Melis spreekt de mensen onmiddellijk aan. Geen rond-de-pot-draaierij, geen onvruchtbaar geëksperimenteer. Het is alles direkt, zoals Karel zelf uit één stuk is. Zijn talent, dat zijn meesters in de Akademie unaniem loofden, kwam nu eindelijk overdadig tot zijn recht. Bezieling en menselijkheid straalden uit zijn werk. Ongepolijst in zijn