31
Jef Lenaerts
65
Jef citeert me de naam van Gustaaf De Bruyne om aan te tonen dat men ook een goed schilder kan worden zonder diploma's in zijn map te hebben. Welnu, Jef volgde wél de lessen aan de Akademie te Antwerpen, werkte tijdens de weekends in de Akademie te Lier bij Frans van Loock, had wél leermeesters als Piet Rottie, en dan vooral Tilleux. Maar hij blijft bij zijn opinie: diploma's maken geen kunstenaars. Op zijn twaalfde jaar tekende hij reeds, schilderde hij zijn eerste doeken. En dat heeft hij blijven doen, in de overtuiging dat het volgend werk nóg beter zou moeten zijn dan het voorafgaande. Het werkelijke leven heeft hem later niet verwend. Er kwam een gezin, een mooi gezin, en daarvoor heeft hij, dagen- en wekenlang soms, zijn palet moeten aan de muur hangen, om eerst en vooral zijn vaderlijke plichten van kostwinner te vervullen. En toch is het schildersvuur in zijn hart blijven branden, ook werd hij geen ruitenbreker, al gebruikte hij geen foefjes, zomin als zijn leermeester Tilleux, al vond hij geen enkel isme uit om zich in de kijker te werken. Zijn kunst was een eenvoudige voortzetting van wat de oude Vlaamse meesters hem geleerd hadden: soepele techniek in alle disciplines. Laten we zeggen dat hij een voorbeeldig en eenvoudig leerling van Tilleux gebleven is voor wat het landschap, het stilleven en het portret betreft,
Jef Lenaerts: Stilleven met bloemen.
zonder pretentie zoals Jef zelf is, eenvoudig en recht door zee. Eigenlijk is hij een timied mens, té schuchter zelfs. Hij zoekt geen lof waar die niet moet gezocht worden. Hij wil alleen gewaardeerd worden - en dan nog in tamelijk beperkte mate - voor hetgeen hij werkelijk presteert. Hij woont te Deurne, maar heeft zijn hart in Lier verloren, zoals er bij ons nog wel meer kunstenaars in het geval zijn. Zijn werk ademt rust uit, zowel wat opzet als kleurengamma betreft. Vooral zijn bloemstukken zijn met een zachte wazigheid omgeven. Een gewijde innigheid geurt op uit zijn landschappen. Zijn portretten zijn klassiek van opvatting; ze worden fijn uitgewerkt met een onmiskenbare bezorgdheid om de gelijkenis, zonder daarom de psyche van de personages dood te verven. Al trilt er weleens een moderner noot in zijn werk, toch schept dit geen reële problemen; het is een vluchtheuvel in het midden van het hedendaagse tohubohu. Jef is een dichter, die zich graag laat inspireren door de natuur, waarvan hij zelf met volle teugen geniet, en die zelf ook wars is van geweld en ontkrachting. Hij werkt met brede en eerlijke toets, zoals velen het vóór hem gedaan hebben. Hij is een stoere kerel, waarvan de bescheidenheid bijzonder ontroerend is. Zijn 65e verjaardag opent voor hem nieuwe en vrije horizonten, en dat laat ons nog veel van hem verhopen.
Jos van Rooy