De zondagruiter
Toen alles op aarde volmaakt was en zo geordend dat het asfalt van de lanen overal eender glom en dat de schaduw zó ver lag alsof hij niet bestond en dat de papiertjes en sigareneindjes van de openbare weg waren weggenomen en in de daartoe speciaal opgestelde papierkorven waren gedeponeerd, toen de zon tot op het peil van een milde warmte was geregulariseerd en de watersproeiers volledig hun taak beheersten, zodat zij zeer gelijkelijk over de lanen het verfrissende water uitwaaierden, toen schiep de Vader als sieraad in dit fijne kabinet: de Zondagruiter. Omdat het Zijn wens was de Zondagruiter tot een opperste juweel te volmaken gaf hij hem als voetstuk het tamme paard. De Zondagruiter en het tamme paard zijn een gesloten tweevoudigheid en getuigen voor een beschaving die de samenhang met het ras-barbaarse geheel heeft vergeten.
De Zondagruiter en het tamme paard staan aan de antipode van de Kentaur en zijn daarvan de voor onze beschaving geknipte, fraaie ontdubbeling. Zodanig is de Zondagruiter met het tamme paard vergroeid dat hij zich zeer onbehagelijk voelt op het niet-tamme paard. Het niet-tamme paard hoort niet thuis in de volmaakte wereld van de Zondag waarvan de Zondagruiter het sieraad is.
De zevende dag rustte de Heer opdat de mensen Zijn voorbeeld zouden volgen en dat de straten zouden leeg zijn van de vele voertuigen: om de Zondagruiter en het tamme paard niet te storen. Nu gaat gemoedelijk het tamme paard zijn gang en door het tamme paard wordt het sieraad van de Zondag door de stad gedragen.
Wij hebben de Kentaur vervangen door de Zondagruiter.