Architecten: J.L. Stijnen en R. Debruyn.
In zijn overlevende gedaante zou de kerk te rangschikken zijn in de 16e eeuw, hoewel er in de loop der tijden meerdere verbouwingen gebeurden.
- | Opdracht aan de architekten gegeven in mei 1965. |
- | Ontwerp goedgekeurd in april 1967. |
- | Aanvang der werken op 1 oktober 1967. |
- | Op 11 mei 1968 - de toren beëindigd. |
- | Einde der werken en inzegening van de Kerk op 8 maart 1969. |
- | De restauratie van de kerk gebeurde met de betrachting van het oude karakter terug in waarde te stellen en te zuiveren van alle mettertijd aangebrachte smakeloze bijkomstigheden en overladingen. - Zo kwam onder de deels neergestorte gewelfbepleistering, een tweede bepleistering te voorschijn, en bij verwijdering van deze tweede bepleistering kwam de zeer fraaie eikehoutstruktuur van het oorspronkelijk laat gotisch houten tongewelf (boven het koor een spitsbogig houten tongewelf) te voorschijn, het werd na reiniging en herbeplanking zichtbaar gelaten. |
- | De binnenwanden van de kerk werden met een klare (zandkleurige) bepleistering zonder kleurstoffen noch beschildering afgewerkt. |
- | De oude bevloering in Basècle steen werd bewaard en hersteld. |
- | De ruimte onder het torengewelf door een zeer hoge splitsboog, in witte natuursteen, verbonden met het schip van de kerk, werd terug vrijgemaakt door verwijdering van het orgel en houten bergplaatsen bij de portaalingang. In deze ruimte werd de warmkleurige oude baksteen opgezuiverd, hervoegd en in 't zicht gelaten. |
- | De vergroting van de kerk gebeurde door toevoeging van twee lage zijbeuken, vlak afgedekt, zodat de oorspronkelijke gotische ramen van het schip onaangeroerd bleven in hun vormgeving, en de sprekende kruisvorm van de oude kerk gerespekteerd werd in de opstand. De nodige overbalkingen in gewapend beton werden zichtbaar gelaten, en werden met de beitel geciseleerd, zodat ze een tekstuur verkregen die harmonieerde met de oppervlakten van natuursteen en muurbezetting.
Voor de bevloering van de zijbeuken werd gebruik gemaakt van natuurlijk genuanceerde ijzersmeltklinkers.
De buitenmuren van de zijbeuken, doopkapel en sakristie werden uitgevoerd in herbruikte oude Balegemse steen, zoals deze trouwens aan gans het buitenwerk van kerk en toren gebruikt werden. |
- | Wat de vormgeving van de nieuwe bouwdelen betreft werd gepoogd ze zo bescheiden en onderdanig mogelijk te stellen ten aanzien van de oude kerk. Niettemin werd elke stijlnabootsing à priori geweerd. |