[nummer 120]
inleiding
Drie jaar geleden organiseerde het C.V. Kunstenaarsverbond een suksesrijke tentoonstelling: ‘Vlaamse Symbolisten’. Opnieuw wordt nu door officiële instanties te Brugge een groots opgevatte Triënnale van de Hedendaagse Kunst ingericht. Daarbij aansluitend brengt het C.V. Kunstenaarsverbond de tentoonstelling ‘Parallellen 20/50’. In geen enkel opzicht is deze ekspositie als een anti-manifestatie of als een tegen-Triënnale bedoeld. Het C.V.K.V. heeft, als vereniging van levende kunstenaars, een biezondere belangstelling voor de hedendaagse kunst en zet vanzelfsprekend graag het zoeklicht op de levende kunstenaars, vooral als zij tot uitgesproken aktuele strekkingen behoren. Wij behoeven in dit verband alleen te verwijzen naar het onlangs verschenen nummer 118 van ‘Vlaanderen’ en te herinneren aan het feit dat het C.V.K.V. gevraagd werd om in het raam van de Zuid-Nederlandse Ontmoetingen een tentoonstelling te organiseren in Eindhoven en daar in 1969 de vooruitstrevende artisten van Antwerpen en Limburg samenbracht.
‘Parallellen 20/50’ kan een aanvulling, een anneks van de Triënnale van de Hedendaagse Kunst zijn. Niet op de gebieden van de Triënnale zelf. De aktuele kunst is uit onze tentoonstelling geweerd: 1950 is een absolute tijdslimiet. In sportieve termen gezegd: wij eindigen lang vóór de Triënnale van start gaat. Het C.V.K.V. stelt er prijs op dit standpunt te aksentueren, om alle misverstanden te vermijden. Het leek echter interessant om, gelijklopend met de Triënnale, een tentoonstelling te brengen uit de boeiende periode van na 1920. In die tijd, en nu nog, heeft het ekspressionisme en vooral de School van Latem, in de kijker gestaan. Het wil ons voorkomen dat deze belangstelling ietwat eenzijdig is geweest, in deze zin, dat een aantal stromingen en kunstenaars destijds in de vergeethoek werden gedrongen: de eerste abstrakten, de animisten, onafhankelijke figuren, die in geen strekking onder te brengen zijn, enzovoort. Het C.V.K.V. wil een aantal van deze kunstenaars naar voren brengen: personen en strekkingen, die gelijklopend, naast en parallel aan de School van Sint-Martens-Latem en de erbij geassocieerde kunstenaars, hebben gewerkt en de kunst van die periode een gelaat hebben geboetseerd, dat minder gekend is.
‘Parallellen 20/50’ is dus niet ‘de’ spiegel van de kunst uit die jaren. Alleen al het feit dat de School van Latem met de Brusselse uitloper en de hiermee nauw verbonden kunstenaars buiten beschouwing worden gelaten, spreekt deze pretentie tegen. Het C.V.K.V. wil alleen aandacht vragen voor de diversiteit van kunstvormen, die hebben bestaan tussen 1920 en 1950 en die toen niet de zoeklichten van de grote (en verdiende) publiciteit hebben gekregen.
‘Parallellen 20/50’ is onvolledig. De plaatsruimte is beperkt en de financiële middelen van een vrije vereniging zijn dat nog meer. Maar ‘Parallellen 20/50’ is geen afsluiting van een tentoonstellingsaktiviteit. Het C.V.K.V. zet hiermee een reeks voort. Volgend jaar komt aldus in Oostende o.a. de grafiek aan de beurt, die nu uitgesloten werd.
Bij de selektie van de huidige ekspositie hebben we gezocht naar kunstenaars, omstreeks de eeuwwisseling geboren. Natuurlijk zijn ook hier leemten: ten eerste, omdat wij, zoals gezegd, over gelimiteerde mogelijkheden beschikken, en ten tweede, omdat enkele kunstenaars van elke deelname afzagen. Of alle kunstenaars met representatief werk vertegenwoordigd zijn, is een vraag, die bij iedere tentoonstelling kan gesteld worden. De periode 1920-1950 betekent voor sommige artisten een sterke evolutie, zodat met vier werken geen retrospektief karakter kan bekomen worden; wij moesten dus noodzakelijk voor bepaalde aksenten opteren. Anderzijds konden ook enkele verzamelaars niet ingaan op onze vraag om bruikleen, wat we volkomen begrijpen. Verder diende de tentoonstelling op korte termijn samengesteld, omdat eerst maanden nodig waren om de vereiste financies te verzekeren, wat een stille wenk voor de overheid moge zijn om de vrije verenigingen die, met inzet van hun entoesiasme en werkkracht en met beperkte middelen, belangrijke manifestaties realiseren, niet over het hoofd te zien.
Albert Dusar