Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 20
(1971)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 151]
| |
[pagina 152]
| |
Even ten noorden van Kruishoutem, tussen Leie en Schelde, ligt het landgoed dat in de vroege middeleeuwen, wellicht reeds in de 11e eeuw, de zetel was van de heerlijkheid Aishove. De nederzetting was niet onbelangrijk: in de 13e eeuw was er een eigen kapel waar, op verzoek van de toenmalige bewoner Daniel de Maskelines, de H. Mis werd opgedragen. Wellicht was de nederzetting ook versterkt. Althans bood het ‘steercke’ tijdens de godsdienstoorlogen toevlucht aan de bevolking uit de omgeving en op de gravure in Sanderus' Flandria Illustrata (1641-44) ziet men nog de dubbelgetorende poort die de toegang beschermde. Intussen echter was het z.g. ‘Steercke’ of het ‘castrum’ reeds verdwenen en vervangen door een aangename, behaaglijke woning, evenwichtig van aanleg en verhoudingen, sierlijk van vormgeving, kleurrijk van materialen, aantrekkelijk van uitzicht, en door vele vensters naar alle windstreken geopend. Geen enkel dokument, inschrift, datum of wapensteen kan ons met preciesheid inlichten omtrent deopbouw van het kasteel. Sanderus schrijft dat Karel de Jauche de bouwheer was en dat het hem veel geld had gekost. Wellicht werd zijn tweede zoon er geboren en in 1634 kwam Mgr. A. Triest, bisschop van Gent, de huiskapel wijden. Het kasteel zal dan vermoedelijk wel voltooid zijn geweest. Claude Albert de Jauche, kleinzoon van Karel, verkocht het domein in 1732-1734 aan Willem Jozef van der Meere, burgemeester van Oudenaarde († 1743), die het legateerde aan zijn verre neef en erfgenaam, Filips Norbert van der Meere († 1795). Door vrouwelijke erfopvolging kwam het in het bezit van mejuffer Julie Desmanet de Biesme († 1913) en vervolgens bij testamentaire beschikking aan messire Gabriel Piers de Raveschoot, wiens dochter het kasteel nu nog bewoont. In hoofdzaak is het kasteel nog steeds dat van het begin van de 17e eeuw. De van der Meere's en latere bewoners brachten slechts enkele veranderingen aan. Het is een rechthoekig woonhuis van bak- en zandsteen, onder een indrukwekkend schilddak; op elke hoek een vierkante toren, met een achtkantige bovengeleding en een merkwaardige spits met uivormige bol. Het gebouw is ingeplant in rechthoekig aangelegde grachten. De kelders krijgen hun licht door niet minder dan 42 ellipsvormige venstertjes. Oorspronkelijk verschafte een smalle brug toegang tot deze kelderverdieping. Sedert de 18e eeuw is op noord- en zuidkant een bredere brug gebouwd, die toegang verleent tot de twee rokokoportalen op het bel-étage. Tot dezelfde bouwkampagne behoren de frontons met in de voorgevel, het wapenschild van der Meere en in de achtergevel een rokokovenstertje. Een gedeelte van het oude neerhof is bewaard; de zuilengaanderij evenwel dichtgemetseld. De stallingen dagtekenen uit het jaar 1750. Het kasteel is omringd door een romantische Engelse tuin met vijvers. Vooral in de gloed van een late zomernamiddagzon stralen de warme tinten van de rozige baksteen en de purperen leien u tegen. Elisabeth Dhanens |
|