| |
Vrije tribune
Veremansnummer (1)
Uw Veremans-nummer is erg mooi, maar Ernest Claes-met-hetvraagteken op blz. 312 is in werkelijkheid Emmanuel de Bom. En op blz. 295 mis ik de liederen van Veremans op teksten van mijn vader. Maar ja, de lijst is onvolledig, staat erbij; dus...
L. Simons, adjunct-conservator AMVC, Antwerpen.
Dank voor de toelichting! De titels van de liederen, geschreven door Jozef Simons, staan in het Veremansnummer op blz. 296; er werd inderdaad wat geharreward met het alfabet, waarvoor onze excuses.
| |
Veremansnummer (2)
‘Vlaanderen’, nr. 114, jg. 19 - Personages op de foto, blz. 312: (van links naar rechts) Stijn Streuvels, Emmanuel de Bom, etc. Naast Jef van Hoof: Emma Leonard, zuster van de tekenaar Jos. Leonard en levensvriendin van E. de Bom.
Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde, Gent.
| |
Vlaanderen-West (2)
In ‘Vlaanderen’ nr. 112, blz. 202, verscheen een bespreking door Albert Setola van het door de Uitgeverij Lannoo uitgegeven fotoboek ‘Vlaanderen-West’. Deze recentie heeft de heer Jozef Deleu ertoe aangezet te replikeren in ‘Vlaanderen’ nr. 114, blz. 353. Daar de heer Jozef Deleu de drie fotografen (Walter de Mulder, Roger Vansevenant, Jean Mil) zonder onderscheid betrekt in zijn betoog, acht ik het noodzakelijk, voor wat mij persoonlijk betreft, hem terecht te wijzen en verlang ik van hem een rechtzetting.
Bondig samengevat, meent de heer Jozef Deleu mij te moeten betrekken bij het volgende verwijt: 1. verwaarlozen van opdracht, het niet naleven van kontraktuele verplichtingen; 2. geen rekening houden met suggesties vanwege de opdrachtgevers; 3. plichtig aan het feit dat de verschijningsdatum van het boek diende te worden verschoven; 4. de geboden artistieke vrijheid en kans om West-Vlaanderen volledig vrij in beeld te brengen niet te hebben benut (kortom: het niet aankunnen van de opgedragen taak); 5. tekortkomingen via derden afreageren; 6. mede verantwoordelijk voor de slechte verstandhouding onder de fotografen.
Mijn antwoord op de aantijgingen van de heer Deleu:
1. | Verwaarlozen van opdracht. Er werd mij opgedragen 64 thema's betreffende West-Vlaanderen fotografisch uit te beelden. Op de gestelde datum werden door mij zowat 400 foto's, die 130 thema's behandelden, ingeleverd. 63 thema's (uitgebeeld door 79 foto's) werden opgenomen. Contractueel heb ik méér dan gewenst mijn verplichtingen nageleefd. |
2. | Geen rekening houden met suggesties van opdrachtgevers. De heer Deleu is soms in tegenspraak met zichzelf. Hij haalt zelf aan, dat de ‘rode draad’ niet bindend was, welnu: hoé konden de fotografen dan bepaalde aspecten verwaarlozen? Ik volgde en werkte de leidraad uit, zoals overeengekomen. |
3. | Verschuiven van verschijningsdatum. De uitgever werd inderdaad ongewild en onverwacht voor verscheidene dilemma's geplaatst, maar daar had ik zelf niet de minste schuld aan. |
4. | Gewaarborgde artistieke vrijheid. Ik leverde een uitgebreide reeks foto's in, waaronder montages; enkele van deze montages werden integraal opgenomen (‘Vlaanderen-West’, blz. 105, 97) andere werden volledig uit hun verband gerukt. Van sommige foto's werd de beeldsnit gewijzigd. Heeft de redactieraad soms ook de tekst van Karel Jonckheere geredigeerd? |
5. | Tekortkomingen via derden afreageren. Ik heb ernaar gestreefd algehele voldoening te schenken. De heer Jozef Deleu schreef mij trouwens: ‘... u hebt goed werk geleverd’!!! |
6. | Slechte verstandhouding onder de fotografen. Daar zit ik hoegenaamd voor niets tussen. Op mijn aandringen heeft Roger Vansevenant meegewerkt aan de realisatie van het fotoboek. Spontaan heb ik een reeks foto's over de oorlogsgraven teruggetrokken, daar Walter de Mulder over dit onderwerp enkele unieke foto's bracht.
Nee, meneer Deleu, slechte verstandhouding is niet iets, dat eigen is aan artistieke milieus, maar men vindt ze helaas in alle milieus. |
7. | Fotografen en redactieraad. De heer Deleu schrijft, dat de fotografen wegens gebrek aan onderlinge verstandhouding geen deel hebben genomen aan de redactieraad. Dit is nu eenmaal geen reden! De redactieraad moet daar boven staan! Daarbij moet de heer Deleu toch weten, dat één fotograaf (de Mulder) wél de kans kreeg om met de redactie te praten!? Persoonlijk heb ik al het mogelijke gedaan om met de redactie voeling te krijgen, zonder gevolg echter. Het is echt ongehoord dat men, bij de realisatie van een fotoboek, de fotografen uit de redactie sluit. |
8. | Honorarium. Het was niet royaal! Het was geen aalmoes! Het was democratisch! Daar steekt toekomst in! |
9. | Het boek. Ik kan de recensie door Albert Setola over ‘Vlaanderen-West’ onderschrijven. Ik heb nergens bemerkt dat er slijmerigheden aan het adres van het uitgever werden gericht. De uitgeverij Lannoo had zeker een beter fotoboek verdiend, zij heeft mogelijks geen loon naar werken gekregen. Vertrouwen in het ‘gentleman's agreement’ (?) plaatste haar mogelijks voor een onverwacht dilemma, maar daar heb ik geen schuld aan. Ik verwacht van de heer Deleu een hoffelijke rechtzetting in verband met de aantijgingen, waarin hij mij betrekt. Laten wij hopen, beste Jozef Deleu, dat niemand uw repliek en mijn wederantwoord leest, want ik vind het zielig dat ‘Vlaanderen’ met dergelijke dingen gevuld wordt. Maar u verplichtte mij tot een wederwoord, zoniet kon ik als medeplichtige aanzien worden in de realisatie van een minderwaardig fotoboek. |
Jean Mil, Oostende.
| |
Openbaar Kunstbezit!
Lezen wij niet dat bij de recente kunstopvatting meer en meer de nadruk wordt gelegd op de idee van het werk, minder op de uitvoering!
De factor ‘tijd’ wordt ingevoerd.
Men gaat het kunstwerk nu beleven als een muziekstuk! Is dit niet altijd de bedoeling geweest? of moet men het kunstwerk niet
| |
| |
herbeleven, herscheppen tot leven wekken in de geest! Het denkvermogen prikkelen tot handelen?
Beseft men dan niet dat dit wegwerp-kunst-systeem rechtstreeks indruist tegen de menselijke bewustwording, tegen de individuele ontwikkeling, kortom tegen de evolutie? Wordt het niet de hoogste tijd dat van officiële zijde meer aandacht gaat besteed worden aan blijvende kunstwaarden?
Of heeft de wereld alle geloof verloren in de eeuwigheid?
Het gevaar is niet denkbeeldig dat de mens binnen afzienbare tijd niet meer in staat zal zijn te assimileren. De hersens worden afgestompt door dit altijd maar waarnemen en wegwerpen. Vérwerken, náwerken, inwerken, zijn termen die men kost wat kost wil doen vergeten.
De verarming van de geest uit zich nu al door een overmatig drug-gebruik met alle gevolgen. Niemand schijnt dit te wijten aan het volslagen gebrek aan evenwicht tussen de fysieke en de geestelijke krachten in de mens.
Het is nog niet te laat!
Stan Baele, Antwerpen.
| |
Stijn Streuvels - Jozef Simons-Fonds.
In uw Veremans-nummer werd in uw rubriek Kunstecho's gewag gemaakt van de oprichting van een Stijn Streuvels - Jozef Simons-Fonds ter gelegenheid van ons huwelijk op 17 oktober 1970. Uw informatie hierover gaat blijkbaar terug op een niet geheel accuraat krantenbericht, waardoor wij zo vrij zijn er even op terug te komen. Het is de bedoeling van het fonds, op bescheiden wijze begaafde jonge mensen, die daartoe zelf niet over voldoende middelen beschikken, te helpen om zich op een of ander terrein van de Nederlandse taal- en literatuurstudie te bekwamen, hetzij door hen een kort verblijf in het buitenland mogelijk te maken, hetzij door hun publikaties te ondersteunen of op welke manier dan ook.
Bij het uitkiezen van de gegadigden worden de stichters geadviseerd door professor Gilbert de Smet te Gent, die als getuige bij het huwelijk optrad, en door professor José Aerts (Albert Westerlinck) te Leuven, die het huwelijk inzegende. Het Fonds heeft een rekening onder nummer 32.354 bij de Bank van Parijs en de Nederlanden te Antwerpen (gironummer van de Bank: 950).
Met hartelijke dank voor uw belangstelling!
Ludo en Leentje Simons-Vandemeulebroecke, Antwerpen.
| |
Heeft de Staat nog vertrouwen in zichzelf?
Kortelings werden de gemoederen opgehitst door de toepassing van een vergeten Koninklijk Besluit, waarbij vele collega's leraarkunstenaar fabelachtige sommen werden teruggevorderd, of bijna gelijktijdig viel men ons op het dak met een berucht ‘Nieuw Statuut’, ondertussen reeds in der haast aangevuld met ‘progressieve invoeringen’ en een Protocol-akkoord.
In het kort komt het daarop neer, dat heel wat van diezelfde categorie leraars, die echter uitsluitend leraar wilden zijn en hun kunstenaarschap in mineur uitoefenden, gedegradeerd worden door niet in het statuut noch in zijn aanvullingen vermeld te worden, met alle gevolgen vandien!
Nochtans vergeet het Ministerie dat de overgrote meerderheid van het lerarencorps bestaat uit elementen met bekwaamheidsbewijzen, door het Rijk afgeleverd. Veeleer zou dus het statuut de rechten van deze mensen moeten vastleggen en pas dan denken aan hen, die druppelsgewijze na 1956 het Onderwijs infiltreerden... wij doelen hier speciaal op de Regent Plastische Kunsten zonder Hogere Diploma's. In werkelijkheid is hij slechts ter vervanging gekomen van de Tekenleraar, in het bezit van de diploma's tekenen én handenarbeid, die er drie jaar moest over doen om deze graad te behalen, dit na het Hoger Secundair Onderwijs.
Het Protocol-akkoord van oktober '70 gaat nóg verder: een architekt, die geen enkele pedagogische opleiding heeft genoten en niet door de Staat is gediplomeerd, overtreft in graad en betaling én toekomstmogelijkheden alle personen met hogere bekwaamheidsbewijzen, door de Staat afgeleverd!!!...
Wie neemt het Ministerie in bescherming of wie legt daar de wet op? Inderdaad zijn er in gans België slechts een paar in dit geval, zoals er eveneens slechts een paar regenten P.K. zijn met een Hoger Diploma Tekenen (zij durven het examen niet aan of het loont eenvoudig de moeite niet eraan deel te nemen, zoals we verder zullen zien!).
Het is al te flagrant, doch ondertussen zijn er in het nederlandstalig deel van België méér dan 30 personen die geld, tijd en gezondheid over hebben gehad om na het regentaat (tekenen en handenarbeid) nog twee tot vijf jaar (hebben sommigen niet tot hun 32 jaar deelgenomen aan middenjury-examens?) te studeren en aldus een volwaardig leraar te worden met een tot vijf Hogere Diploma's?
Zij zouden dus in de éérste plaats moeten vermeld worden in het statuut, als beloning voor hun buitengewone inspanning!!!
In de Verenigde Staten van Amerika zou een persoon, die verscheidene hogere diploma's behaalt, gepromoveerd worden tot ‘Doctor in Fine-Arts’ met prioriteit boven de licentiaat én met een hogere wedde... in België degradeert men deze leraars, door hun de wedde regent ‘toe te staan’, zonder enige wettelijke bepaling over diplomabonificatie en met een totale negatie in officiële documenten. Erger nog: naar de letter van het statuut mogen zij hun functie niet uitoefenen en worden zij in het hervormde onderwijs geweerd bij de cursus handvaardigheidsoefeningen en de plastische opvoeding in het aanpassingsjaar!!!
Wilt u uiteindelijk het neusje van de zalm? Wel in staat gesteld les te geven in het Hoger secundair onderwijs en dit uitoefenend, ontvangen deze ‘oud-regiem-leraars’ geen enkele vergoeding voor hun prestaties in de hogere cyclus, daar waar om het even welke Regent (2 jaar studie) of Technisch Ingenieur (3 jaar studie dus op gelijk niveau met de leraar tekenen oud-regiem) een vergoeding krijgt (3/4 van het verschil tussen beide functies in).
Beseft ons Ministerie wel degelijk wat er in de toekomst gebeuren zal? Inderdaad loont het de moeite niet meer voor een Regent P.K. deel te nemen aan hogere examens, met als onmiddellijk gevolg: geestelijke verarming en onbekwaamheid van ons lerarencorps, leidend tot discriminatie t.o.v. de anderen!
Het wordt tijd dat het Ministerie zijn verantwoordelijkheid neemt en terugkeert tot de diplomaclassificatie van de vorige regering (die zij zélf in gemeenschappelijk front gedwongen hebben tot het ‘Oud Statuut’).
Iemand is slechts werkelijk groot te noemen, wanneer hij óók zijn fouten kan toegeven... laat deze Regering dan groot wezen!!! (Naam en adres op de redactie bekend.)
| |
Tekenleraars ‘Oud Regime’ - Lager en Hoger Secundair Onderwijs in dienst in het Rijksonderwijs.
Met ingang van het schooljaar 71/72 wordt in het Rijksonderwijs het vernieuwd secundair onderwijs progressief verder doorgevoerd. Let op!
Lees omzendbrief ‘Vernieuwd Secundair Onderwijs’ No 70/70 - Brussel 10 september 1970.
1.3 Opdrachten en Ambten.
1.3.5. ‘Wat de bevoegdheidsbewijzen betreft die vereist zijn voor de lessen en aktiviteiten die voorheen niet in het leerplan voorkwamen, kan een bepaald initiatief aan de direktie van de school overgelaten worden, op voorwaarde dat tenminste het niveau van geagregeerde voor het lager secundair onderwijs geëist wordt. Om les te geven in het aanpassingsjaar wordt eveneens een diploma van geagregeerde lager secundair onderwijs vereist. Zullen kunnen genieten van verworven rechten: vastbenoemde onderwijzers die les geven in een omgevormd beroepsjaar of in een omgevormde vierde graad.’
| |
| |
Wat betekent dit?
1. Een tekenleraar ‘oud-regime’ (vast-benoemd) kan en mag geen les meer geven in het aanpassingsjaar.
2. Een tekenleraar ‘oud-regime’ (vast-benoemd) komt niet in aanmerking voor het geven van handvaardigheidsoefeningen. Hij moet vervangen worden door een regent plastische kunsten (nieuwregime).
Erger nog!
Voor aktiviteiten, voorheen niet voorzien in het leerplan (dit is mogelijks socioculturele aktiviteiten: schilderclub, keramiek, boetseren, fotoclub, kartonage, enz.), mag het instellingshoofd, bij ontstentenis van een regent plastische kunsten (nieuw-regime), een leraar van een andere discipline aanduiden, op voorwaarde dat het een geagregeerde is! Dus een tekenleraar ‘oud-regime’ mag hij wettelijk niet aanstellen!
Waarom?
De diploma's ‘oud-regime’, die door het ‘oud statuut’ gewaarborgd werden, worden in het ‘nieuw statuut’ niet meer erkend! Dus geen gelijkstelling meer met de regent plastische kunsten (nieuw-regime), zoals dit voorheen was!
Gevolgen:
- | Ter beschikkingstelling. |
- | Bedreiging van geldelijke loopbaan. |
Een ware inbreuk op elementaire professionele (en verworven) rechten. Het Rijk moet de bekwaamheidsbewijzen, welke het uitreikte, waarborgen!
Hervorming van het Onderwijs? Ja! Maar het Rijk moet dan instaan voor een herscholing van ‘oudgediplomeerden’. En niet opleggen ze te doen vervangen door niet gediplomeerden! Minister Piet Vermeylen zal ongetwijfeld beroep doen op de Kommissie voor de Rechten van de Mens te Straatsburg, om wat hijzelf ter uitvoering ondertekende te doen vernietigen! Dat moet en kan men van een humanist verwachten.
(Naam en adres op de redactie bekend.)
| |
Gewestelijke ateliers
Ik ben zo vrij U door te geven een uittreksel van het tijdschrift ‘Planète’ dat mij toevallig in handen viel (april 1969). Ik ben nu wel geen voorstander van elk woord dat in het artikel voorkomt, maar het idee van gewestelijke ‘ateliers’ van echt werkende mensen schijnt mij het overdenken waard.
Er schijnt mij trouwens reeds een zekere overeenkomst te zijn met de werking van ‘Vlaanderen’, voor wat de algemeenheid betreft.
Marinette Arnou, Antwerpen.
P.S. Volgens mij hoeven die ‘Ateliers’ geen ruimtelijke plaatsen te zijn, maar een verbondenheid van geest en werk.
In verband met ‘gewestelijke’ werking verwijzen wij graag naar onze ‘Tijdingen’ nr. 30, december 1970. Alle mogelijke suggesties dienaangaande wachten wij graag in.
| |
Veremansnummer (3)
U zult me ten goede houden dat ik enige correctie aanbreng naar aanleiding van het artikel van de heer Tom Bouws, getiteld: ‘Renaat Veremans en Felix Timmermans’. Op blz. 314 lees ik dat Flor Van Reeth hem verteld heeft over het bezoek (onder de 1e wereldoorlog) van ‘Georges’ van der Hallen te Londen. In feite is hier sprake van mijn oudste broer Gustaaf van der Hallen die geenszins ‘koerier’ was, maar gewoon soldaat. Hij was intiem bevriend met Fl. van Reeth (zijn latere zwager), met Timmermans en met René Veremans die hem, zoals ieder weet, zijn eerste lied ‘Vlaanderen’ opgedragen heeft met de bewoordingen: ‘den vriend Staf van der Hallen, van harte!’.
Ik zelf heb Veremans van jongs af toen hij te onzent op de piano beukte, méér dan genoeg gekend om te betreuren dat zijn karakterschets in dit overigens geslaagde Veremansnummer niet volledig tot zijn recht komt.
Oskar van der Hallen, Mortsel.
| |
Tevreden lezer
Laat mij toe een welgemeend proficiat te wensen. Het Pelgrimnummer was een heerlijke hulde aan al die hoogstaande, idealistische kunstenaars, van wie ik er verscheidene persoonlijk heb gekend en de nog levenden - Eugeen Yoors en Flor van Reeth, om deze maar te noemen - hebben mij, als ‘jongste pelgrim’ zoals Flor mij destijds voorstelde, een levensvisie en kunstideaal laten aanvoelen, werkelijk uniek en verhelderend werkend in de hedentijdse verwarring. Weet men dat in 1959 de Pelgrims nogmaals van zich deden spreken? Onder impuls van van Reeth, Frans Mertens, Willockx en vele anderen kwam er namelijk een polemiek los rond de betwiste tentoonstellingen van Pro Arte Christiana. Ik verwijs hiervoor naar het Paasnummer van ‘Artistenblad’, 11e jaargang, maart-april 1959, waarin verscheidene kunstenaars hun visie uiteenzetten betreffende religieuze kunst. Het ‘Artistenblad’ staat onder de redactie van Denijs Peeters.
En het nummer gewijd aan Renaat Veremans deed me echt goed aan 't hart. Uit dit Vlaanderennummer komt die goede, gemoedelijke oud-professor aan het Conservatorium te Antwerpen weer echt voor mij te staan, zijn pijp in de hand, zijn wijsvinger naast de neus, als de naar de perfectie trachtende musicus en de vriendelijke rondborstige mens.
Antoon Vermeylen, Borgerhout.
| |
Zoekertjes
Luc Strobbe, Brugstraat, 8, 8700 Izegem, zoekt de volgende nummers van ‘(West)-Vlaanderen’: 2e jg., nrs. 3, 5, 6; 3e jg., nrs. 1, 2; 4e jg., nr. 5; 6e jg., nr. 2; 7e jg., nrs. 4, 5; 10e jg., nr. 6; 12e jg., nr. 6; 17e jg., nr. 97. Hij heeft ter beschikking: nr. 89.
Mark Delrue, priester-leraar, G. Gezelleplein, 11, 8900 leper, stelt te koop: jg. 1952: 1, 2, 6; jg. 1953: 2, 4, 6 (2 x); jg. 1954: 1, 2, 6; jg. 1955: 3 (2 x); jg. 1956: 1, 4, 6; jg. 1957: 5, 6 (2 x); jg. 1958: 1 t/m. 5; en verder de nrs. 43 t/m. 47, 49, 50, 52 t/m. 55, 58, 60, 62 t/m. 65, 76, 77, 80 t/m. 83, 85 t/m. 87, 90 t/m. 98, 100 t/m. 102, 106, 107.
L. Debras Christiaens, Rozenlaan 17 - 2690 Temse, tel. 03/71 11 62, stelt de jaargangen ‘(West-)Vlaanderen’ 1962 tot en met 1968 - dus de nrs. 61 tot en met 102 - te koop.
|
|