| |
Vrije tribune
Is de hedendaagse kunst ziek?
Je suis artiste peintre et abonné à votre très intéressante revue d'art ‘Vlaanderen’ dont je viens de recevoir le no contenant l'étude sur ‘l'Art d'aujourd'hui est-il malade?’ Tout d'abord veuillez m'excuser si je vous écris en français, je suis bruxellois et ne possède pas assez la langue flamande pour me permettre de vous écrire dans cette langue. Ma femme qui est flamande me traduit d'ailleurs les articles les plus intéressants de votre revue. Je tenais à vous dire combien j'apprécie et admire l'admirable tenue de votre revue que l'on sent conduite par des gens vraiment du métier et par cela même intéressants au plus haut point pour nous peintres et qui fait de votre revue une chose presqu'unique en Belgique. Principalement je voudrais vous parler de cet ‘Art actuel malade’ dont la traduction de ma femme m'a véritablement bouleversé et enthousiasmé par sa justesse, son réalisme et sa vérité vraiment extraordinaire. Ces choses ont déjà été dites mais par petits fragments de-ci de-là, ce qui leur enlève tout effet de choc! (...) (...) Cela rendrait un bien grand service à tous les peintres et artistes de Bruxelles et de Wallonnie qui n'ont pas la chance d'avoir chez eux une revue de la valeur de ‘Vlaanderen’.
Roger Gobron, Brugge.
| |
Claesnummer (6)
Je viens tout juste de recevoir le numéro 107, et je ne résiste pas au désir de vous en exprimer mon extrême satisfaction. Quelle belle figure que celle de Ernest Claes, tant aimé chez nous! (Quelle pitié, par ailleurs, que je doive vous écrire cela en français!...) Comme j'ai hâte de voir le numéro que l'on ne manquera, j'en suis sûr, de consacrer à Stijn Streuvels!
Frère Placide Vermandere, c.s.c., Montréal (Canada).
Het verwachte Streuvelsnummer werd reeds besproken in onze redactieraad: in 1971 zou Streuvels honderd jaar geweest zijn, dus...
| |
Claesnummer (7)
Ik waardeer het ten zeerste, dat gij zulk prachtig nr. van ‘Vlaanderen’ hebt gewijd aan Ernest Claes. (...) Het nr. komt zo buitengewoon goed van pas, omdat ik een strijd aan 't voeren ben met
| |
| |
het oog op de rangschikking van het huis Claes en zijn naaste omgeving. Iemand van de centrale administratie (...) meende het advies van de Kon. Comm. voor Mon. en Landschappen, hetwelk positief was, te mogen wijzigen en het negatief te maken. De Commissie heeft, gelukkig, dat niet genomen, en ikzelf heb rechtstreeks daartegen protest aangetekend bij minister van Mechelen. In het raam van die strijd, zal uw nr. van ‘Vlaanderen’ goed doen. (...) Het is een dokument van waarde. Het strekt u en uw tijdschrift grotelijks tot ere.
Dr. J. Weyns, Bokrijk.
| |
Tevreden lezer (24)
Bij deze gelegenheid bieden we de redaktie, de uitgever en de redactiesecretaris onze hartelijkste felicitaties aan! Dergelijke uitgaven zijn een eer voor ons Vlaamse volk en een bewijs voor ons stijgend waardepeil en onze groeiende standing. Proficiat! Vlaanderen is trots op ‘Vlaanderen’!
René Nauwelaerts, Duffel.
| |
Snellere toezending (15)
Naar aanleiding van het verschijnen van nr. 107 voel ik mij genoodzaakt te reageren op de vele brieven van lezers, die hun misnoegdheid uiten wegens het lang uitblijven van hun zo begeerde tijdschrift ‘Vlaanderen’. (...) Vergeten we hierbij vooral niet, dat de reden van een laattijdig verschijnen in de meeste gevallen toch altijd afhangt van factoren, gans onafhankelijk van de goede wil van de redactie.
Jozef Vandromme, Reningelst.
| |
Staatsprijs voor drek (5)
Mag ik even inhaken op Uw Staatsprijs voor drek (2) in nummer 108, bladzijde 438? U onderschrijft mijn ‘zwaar protest’ en dat verheugt me omdat ik Vlaanderen als een ernstig blad beschouw. Doch Uw informatie is niet helemaal juist. Ik ben absoluut geen sektieleider in de VVL (Vereniging van Vlaamse letterkundigen). Ik ben slechts én gewoon lid van de VVL én gewoon lid van een werkgroep die zich bezighoudt met verspreiding van onze letteren in het buitenland. Dat is het dan wat deze ‘sektie’ betreft.
Ik geloof dat mijn twee uitvoerige artikels, gewijd aan het schandaal van de staatsprijs voor Gangreen, duidelijk voor zichzelf spreken om al of niet te denken dat ik ‘een farizeeër’ ben. Ik moet beroepshalve de jaarvergadering van de VVL op 15 dezer te Brussel bijwonen; op welke wijze ik mij van de huldiging Geeraerts - een onderdeel van deze jaarbijeenkomst - zal distanciëren, zult U lezen in mijn verslag van maandag 16 februari. Meestal antwoord ik niet op insinuaties: aangezien het echter Vlaanderen betreft, doe ik dat wel.
Ik laat het over aan Uw opvattingen betreffende fair-play om uit het bovenstaande en uit mijn stuk van 16 dezer een rechtzetting te distilleren.
Gaston Claes, Antwerpen.
| |
Graag publiceren wij hierbij ook het essentiële uit het verslag dd. 16 februari 1970, waarvan Gaston Claes melding maakt en dat verscheen in ‘Gazet van Antwerpen’.
Staatsprijskomedie
Het is volkomen begrijpelijk dat de VVL hulde brengt aan leden, aan wie de grootste nationale prijzen worden toegekend. Wij wensen ons echter volkomen te desolidarizeren van elke hulde, die aan Jef Geeraerts wordt gebracht voor zijn bekroonde Kongoroman. Van zekere zijde werden en worden, met veel omhaal van woorden, allerlei pogingen ondernomen om de immorele en andere aspekten van ‘Gangreen 1 - Black Venus’ af te zwakken en zogenaamd alleen maar oog te willen hebben voor het literaire van dit werk. Dit is gewilde onzin. Wij zijn het in dat verband volledig eens met de Brusselse socialistische volksvertegenwoordiger Cudell die in het parlement, onder meer Jef Geeraerts een Vlaamse Henry Miller noemde. Zij die dit ontkennen, verwijzen wij naar het in 1949 verschenen boek ‘The Rosy Crucifixion - Book One - Sexus’ van Henry Miller. Er zijn erg duidelijke vergelijkingen te maken.
Wij blijven er bij dat de drie juryleden (onder wie twee dames), die ‘Gangreen 1 - Black Venus’ voor de staatsprijs voordroegen, precies niet ‘de’ daad van hun leven hebben gepresteerd. En wij blijven er ook bij, dat minister van Mechelen deze beslissing nooit had mogen bekrachtigen. Niet alleen op grond van louter morele bezwaren. Ook op grond van humanitaire, filozofische, sociale, raciale en politieke overwegingen is de toekenning van deze staatsprijs niet te verdedigen. Het was nodig dat wij, bij deze hulde, nogmaals wezen op onze eigen afkeer voor dit boek, in de eerste plaats van uit moreel-kristelijk standpunt. De waarheid van gister, is deze van vandaag en zal ook die van morgen blijven.
| |
Ook Georg Hermanowski reageerde in de Duitse pers tegen de bekroning van ‘Gangreen’. Volledigheidshalve geven wij hier enkele, door ons vertaalde uittreksels:
In ‘Das Deutsche Wort’ dd. 20.12.69 schetst Hermanowski de historiek van de bekroning van ‘Gangreen’ en zegt o.a. in het besluit van zijn artikel: Daar de minister (bedoeld wordt: van Mechelen) aan de auteur Geeraerts niet enkel de staatsprijs heeft verleend, maar tevens diens werk, via een culturele dienst, op de Duitse boekenmarkt doet lanceren, in Duitse vertaling (die mede uit Belgische staatsfondsen betaald wordt) en van datzelfde boek grote aantallen aankoopt en deze door de Belgische ambassade in Bonn laat weggeven en propageren, gaat deze aangelegenheid niet alleen de verontruste Belgische belastingbetaler aan, maar ook wij zijn er bij betrokken: wij moeten deze ‘cultuur’-infiltratie willens nillens ondergaan!
Ook het tijdschrift ‘Die Kirche nach dem Konzil’ (1/1970) publiceert onder de titel ‘Staatspreis für Pornographie’ een artikel: België heeft de twijfelachtige eer als eerste Europees land een staatsprijs te verlenen aan een pornograaf van het troebelste water. (...) De CVP-minister van Mechelen heeft ook nog een provo-pornografisch werk van H. Raes, met hoge Belgische staatssubsidie, bij het beruchte Melzer Verlag in Darmstadt doen verschijnen in het Duits, heeft dit werk door aankoop in Duitsland verspreid en liet nu ook een boek van de nieuwe staatsprijsdrager op gelijke wijze bij dezelfde uitgeverij van pornografie aanbevelen.
| |
Tenslotte nog een briefuittreksel:
Gang(ster)reen heeft één kwaliteit: het brandt lekker. De tekens van dekandentie worden hoe langer hoe meer vizueel, gevestigde prominenten die echte mensen met kultuur zijn, schijnen hoe langer hoe zeldzamer. In de zoo komt straks nog een kooi met als opschrift: zeldzaam eksemplaar van zogenaamd eerlijk mens!
Nu we leven in een tijd van kontestatie, heeft men het zover gedreven alle positieve waarden te devalueren tot bedrog en geldklopperij. De ziel van de kunst is verkracht. Ik ben nog bitter jong en ik weet dat mijn taal ook bitter is, maar kan het ook anders, de wereld die me omringt is een wereld, gebouwd op gearriveerdzijn (met centen en maskers). Het is om de drommel niet konservatief protest te laten klinken tegenover een gevaarlijke neiging; de jeugd, die het al erg genoeg te verduren heeft, echte smeerlapperij voorschotelen en moreel doden, wel, dat is ook moord. Het is korruptie in de ergste graad om dergelijke lektuur in het openbaar te lauweren.
Geert Verbeke, Kortrijk.
| |
| |
| |
Vereniging van VLAAMSE letterkundigen?
Ik copieer letterlijk de jongste diskaart van de V.V.L.: Moët & Chandon Maison fondée en 1743.
Vereniging van Vlaamse Letterkundigen.
La Créme Argenteuil/Le Vol au Vent Toulousaine/Le Tournedos Bragance/Pommes Croquettes/La Dame Blanche/Le Moka/Vin/Muscadet - Beaujolais Villages.
Bruxelles, le 15 Février 1970.
Maar kom, ik ben maar een extremist; als ik in Brussel Nederlands wil: een folklorist; als ik mijn volk gerespecteerd wil zien: een volksunist... gelukkig geen V.V.L.-ist...
Julien Van Remoortere, Oostende.
| |
Gedichten gevraagd (2)
Aan de oproep in ‘Vlaanderen’ om gedichten in te zenden voor eventuele opname in een nieuwe bloemlezing van Vlaamse lyriek en in een poëzietijdschrift, werd een enorm gevolg gegeven: 3.132 gedichten werden toegezonden, geschreven door 57 dichters. Na grondige selektie kwamen 64 gedichten voor vertaling in aanmerking; zij werden in 1969 in het Duits vertaald. Achttien (meestal jongere) dichters zullen waarschijnlijk in de nieuwe bloemlezing kunnen opgenomen worden. 22 Gedichten werden voor de redactie van ‘Das Boot’ voorbehouden en zullen ter gelegener tijd verschijnen.
Op die wijze kunnen dus 40 nieuwe Vlaamse gedichten van 27 dichters, ten gevolge van de oproep, in Duitsland voorgesteld worden. Dit resultaat wijst erop, dat de jonge Vlaamse lyriek een nieuwe bloei tegemoetgaat. De selektie moest zeer streng doorgezet worden, vermits het hier om een representatieve bloemlezing gaat, die in de herfst van 1970 zal verschijnen. Alle inzenders hebben intussen reeds bescheid gekregen en over de publicatie van de bloemlezing volgt tijdig nog nader bericht. Het tijdschrift ‘Das Boot’ wordt aan de dichters toegezonden, telkens als er van hen werk wordt opgenomen. De ‘inzamelactie’, waartoe aangezet werd, is dus beëindigd. Het Flämisches Lektorat (Zeppelinstrasse, 57, 53 Bonn-Bad Godesberg 1, West-Duitsland) aanvaardt evenwel steeds jonge lyriek voor zijn archief: later kunnen deze gedichten wellicht nog dienen.
Een nieuwe oproep betreft nu het jeugdboek. Vlaamse jeugdboeken voor jongens en/of meisjes van 12 à 16 jaar en die een moderne problematiek behandelen en vlot en modern geschreven zijn, kunnen aan het Flämisches Lektorat toegezonden worden. Of zij in Vlaanderen verschenen zijn of niet, speelt geen rol. Twee genres worden in de Bondsrepubliek Duitsland en in Zwitserland gezocht: a) boeken met literaire waarde; b) ‘verbruikswaar’ (leesvoeder) voor de jeugd.
Het literaire jeugdboek wordt, zoals de roman, verkoopsprocentueel gehonoreerd (varieert volgens de uitgever, en schommelt tussen 4 en 6%); het ‘leesvoeder’ wordt per exemplaar, met een vast bedrag gehonoreerd, dat naargelang van de oplage en de prijs schommelt tussen 0,08 en 0,15 DM per exemplaar. Het literaire genre wordt, wat de eerste oplage betreft, gedrukt op 2.000 tot 4.000 ex., de andere soort op 10.000 tot 40.000 exemplaren.
Worden niet gevraagd: historische jeugdboeken, werken met onwaarschijnlijke inhoud, zuivere fictie, toekomstverhalen, dorpsgeschiedenisen, enz. Gelieve dergelijke werken dus niet in te zenden.
Bijzonder welkom zijn alle jeugdboeken, die in het referendum van de Antwerpse boekenbeurs bekroond werden; het nog niet gepubliceerde manuscript wordt evenwel zo grondig gelezen en gewaardeerd als het gedrukte boek. Alle inzenders ontvangen persoonlijk bericht omtrent het resultaat.
Georg Hermanowski, Bad Godesberg.
| |
Gratiek!
Wanneer wij de maanzuchtige bloempjes, de kwijlende bambi's, de zoeterige gebaksneeuw, de glinsterende middernachtkerktorentjes, de diligengenceroodborstjesmarentakcultuur van onze kerst- en nieuwjaarsgrafiek elk jaar aan ons voorbij zien zwalpen, gaan wij ons tenslotte afvragen wat nu in dit drama het zwaarste doorweegt: het angstwekkend gebrek aan smaak bij onze uitgevers (made in Belgium), de strekking ‘zoet vult de zak’ (made in Italy), of het gebrek aan moed om schoonschip te maken met deze stroperige smartlappen.
Wanneer wij van duitsers moeten horen dat de beste kaarten die zij hebben uit ons land afkomstig zijn dan staat ons verstand even stil bij de gedachte hoe het mogelijk blijft dat wij nog steeds buitenlandse kitsch uit de dertiger jaren naar hier halen.
Misschien ruilen de meeste van onze uitgevers deze pantoffelkunst voor een handvol rijst of worden onze gevangenisbewoners ingeschakeld zoals dat gebeurt voor het plakken van zakjes.
Het zal wel dezelfde mentaliteit zijn die ons zo bekend is uit de wereldpolitiek: wij schreeuwen om een betere wereld maar wij verzuimen niet de wapens te leveren om haar te schenden
A. Setola, St.-Michiels.
| |
Zoekertjes
Wij ontvingen van een milde man een aantal vroeger verschenen nrs. van ‘(West-)Vlaanderen’, met als gevolg dat wij verscheidene abonnees, die sedert jaar en dag ervan dromen hun verzameling te volledigen, een uitzonderlijke kans kunnen gunnen. De afleveringen verkeren - behoudens een paar uitzonderingen - in zeer goede staat. Wij stellen ze te koop aan 40 fr./nummer, met dien verstande dat de opbrengst volledig ten goede komt aan het werk van ons medelid, pater Walter De Bock, die in Bolivië, als mijnwerker, stukken konsekwenter dan wijzelf aan ontwikkelingshulp doet.
Inlichtingen bij: Julien Van Remoortere, redactiesecretaris van ‘Vlaanderen’, Pontonstraat, 12, 8400 Oostende.
Volgende afleveringen zijn beschikbaar:
Jaargangen 4 (nr. 2), 5 (nrs. 2, 4 en 6), 6 (nrs. 3 en 5) en 7 (nr. 6); verder de nrs. 43, 49, 50, 52 t/m. 57, 59 t/m. 72, 75, 79, 82, 84, 96, 101 en 102, buitenreeksnr. ‘Religieuze kunst’ (1968).
Mevrouw R. De Bock-Windels, Mgr. De Haernelaan, 45, 8500 Kortrijk, zoekt dringend nummer 5 uit de jg. 1955, ten einde haar collectie te vervolledigen.
Kunstschilder Geert Verbeke, Passionistenlaan, 41, 8500 Kortrijk, zou het zeer op prijs stellen eens te kunnen meewerken, met surrealistisch werk, aan een groepstentoonstelling.
|
|