grote faam. Zijn studie over de Nederlandse dichter Marsman, ‘De dichter H. Marsman’ (1959), beleefde in een minimum van tijd een herdruk. Meteen was zijn naam als Marsmankenner gemaakt en hij werd zowat overal gevraagd om lezingen over de grote Nederlandse vitalist te houden. Over P.G. Buckinx schreef Verbeeck een monografie, die in 1964 verscheen.
Enkele literaire tijdschriften, die in de jaren dertig het culturele leven in Vlaanderen bepaalden, werden door René Verbeeck mee boven de doopvont gehouden. Zo was hij onder meer verbonden aan ‘De tijdstroom’ en aan ‘Vormen’. Zelf nam hij het initiatief tot de publicatie van ‘De bladen voor de poëzie,’ waarvan hij van 1935 tot 1940 het beheer waarnam.
Toch beperkt de literaire activiteit van Verbeeck zich niet tot de publicatie van gedichtenbundels, essays, en tot het medewerken aan verscheidene tijdschriften. Wonderlijk genoeg vindt hij ook nog de tijd om verhalen, sprookjes, essays en luisterspelen uit het Engels en het Duits te vertalen.
In 1967 bekwam René Verbeeck zowel de Guido Gezelleprijs van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, als de Karel Van de Woestijneprijs van de Sabam, voor het geheel van zijn letterkundig oeuvre. Wij voegen onze nederige hulde bij die, welke dit jaar door officiële en niet-officiële instanties werd gebracht aan deze dichter van formaat, die zo pregnant de thema's natuur, vrouw en liefde heeft behandeld.
Luc Daems