27
In memoriam
Kallist Fimmers
stichter van de Vesper-Tekenscholen
Ja, het was de zoveelste. Na Tongerlo, Herentals, Meerhout, op zijn 63 jaar, nóg een nieuwe stichting te Geel. Ik meende dit reeds een voldoende reden, om deze promotor van het kunstonderwijs in de Kempen te vieren. Doch meer competenten dan ik schreven artikels en boeken over hem. Hun loftuigingen bestreken reeds alle facetten van dit heerlijk mensenleven: de kunstschilder evenzeer als de pedagoog, de priester, de redenaar, de kindervriend, en noem maar op.
Doch nu is hij plots van ons heengegaan en wij blijven met verslagenheid achter. Waar is de tijd dat wij samen plannen smeedden? Dat wij de kunst hoog in ons levensblazoen schreven en dat we daarmee wereldveroveraars wilden worden? En Kallist is dat geworden ook. Hij is een ‘vuren’ man gebleven. Iedereen wist hij met zachte, doordringende stem te ontrukken aan al wat banaal was. Hij stelde zich een dubbel doel voor ogen: priester worden en tevens kunstenaar. Bij hem vloeide overigens de ene idee
voort uit de andere, want hij was een mens met een hart, die zich zo maar niet half kon geven. En ja, voor hem was het kunstenaarschap ook een priesterschap. Dit omschrijft in een paar woorden zijn levensvisie. Doch het was een wel zware opgave, die op ‘strijd’ moest uitlopen. Zelfs in een geestelijke gemeenschap werd het voor hem een zware dobber zijn eigen weg uit te stippelen. Doch hij is hem vrank en vrij gegaan. En hij begon te schilderen. Hij schilderde pathetische figuren in kapel en sacristie, en dit met een jong en wild enthousiasme. Het was nog onrijp werk, doch er stak in alles zulk een overredingskracht, dat er wel mensen moesten komen, die begrepen waar hij naartoe wilde. Het was nieuw, het was ‘modern’. Hij kondigde zich aan als een revolutionair element in vorm en kleur.
Dit alles is nu, helaas, verleden tijd: zijn noeste arbeid, zijn eigen weg, zijn verdere evolutie, het priesterschap van zijn kunst, dat gelijke tred hield met de groei van zijn technisch kunnen. Die vergeestelijkte natuur, die niet naar effecten zocht, doch al meer en meer peilde naar het innerlijke van de mens. Dit dynamisch idealisme, dit verlangen om door het schone de mens meer mens te maken en waaruit zijn Vesper-Tekenscholen werden geboren. In deze levensscholen zal hij blijven voortleven, waar de leerlingen leerden mens worden, door in contact te komen met alle vormen van de cultuur.
Jos Van Rooy