Piet Theys: Pietjesbak
Piet Theys is een grinniker. Tevens een fantastisch veelzijdig man, die zowel kabaret, liedjestekst, crasy tekst, poëtisch stukje, cursiefje, als puntdicht aankan. Taal, zin, woord en zinteken zelfs bespeelt hij met een virtuositeit, die weinigen in de Nederlanden bezitten. ‘Pietjesbak’ getuigt hiervoor in ruim honderd stukjes, geschreven vanuit een onbedwingbare levenslust, ja, maar tevens vanuit een observatietoren, die verduiveld flink voorzien is van tele-, groothoeks- en voorzetienzen!
Tegelijk met ‘Lachen bij het ontbijt’, verschenen van Jos Ghysen nog twee hartige boekjes bij Heideland, Hasselt:
De Ronde van de Derde Man, 12,5 × 19,5 cm., 85 pag., geb., geplast. omslag, 1969, 95 fr.
Dit bundeltje bevat de stukjes, die Jos Ghysen tijdens de jongste Ronde van Frankrijk schreef en elke middag voorlas voor de B.R.T. Kostelijke spitse dingetjes over al wat waait en draait omheen de zwerm pers- en andere mensen, die een maand lang met de renners meetrekken, moderne nomaden-zonder-tent, maar elk met zijn eigen tics, goedhartig- en eigenaardigheden, kortom: een bont circusbedrijf, dat Jos met half toegeknepen ogen bekeken en beleefd heeft en waarover hij zo op zijn eigen, overbekende wijze, zijn zegje heeft. Enorme ontspanningslectuur!
Met een majoor op schoot, 10,5 × 18 cm., 123 pag., gen., Vlaamse Pocket nr. 241, 1969, 40 fr.
Ondertitel: ‘Verhalen uit een jachtig leven’. Citaat (van Jos zelf!): ‘De meeste dingen zijn om bij te huilen, maar je kunt er beter om lachen’. En dan 32 verhaalpareltjes: de geschiedenis van een buurt, noemt Jos ze, waarin dan als hoofdpersonen figureren: de majoor, juffrouw Van Marsenille en de teenager Olivienne. Onweerstaanbaar, als u het me vraagt, en zo bedrieglijk eenvoudig; maar om dàt te kunnen, moet u echter Jos Ghysen heten...
Bijzondere aandacht vestigen wij op een enig mooi boek, dat onlangs ook bij Heideland van de pers kwam:
Jules E. van Ackere: Renaissance, Barok en Rococo in Europa, 25,5 × 28,5 cm., 242 pag., waarvan 108 pag. illustratie (verscheidene volblad kleur), geb. in witlinnen band met goudstempel, stofwikkel, 1969, 795 fr.
Als er iemand in Vlaanderen mét de kunst leeft, dan is dat beslist Jules van Ackere. Wat zijn bijzondere belangstelling dan gericht heeft op renaissance, barok en rococo, weten wij niet, maar wij zijn ervan overtuigd dat hij niet alleen een kenner, maar tevens een fijnproever is en daarbij een auteur en een causeur, die op een schitterende wijze zijn kennis en zijn beleving kan meedelen.
Het prachtige boek, dat zopas bij Heideland verscheen, zet in feite de reeks van de cultuurhistorische ‘atlassen’ voort, ‘een werk,’ zegt van Ackere, ‘dat zich dus in de eerste plaats tot het oog richt en waarin het woord ten dienste staat van het beeld’. Het werd geschreven voor een breed publiek: ‘de nieuwsgierige een brede synthese bezorgen’. Dat kan de auteur opperbest: weinig kunsthistorici zijn in staat om dergelijke, heidere en bevattelijke vulgarisatie te brengen.
In zes grote hoofdstukken doorloopt van Ackere een bijna niet te omvatten stof: De Florentijnse Lente (Het humanisme - de kunsten te Florence); De eerste uitstraling (Het Quattrocento buiten Florence - Renaissance-haarden in Noord-Italië); Het Cinquecento (Het hoogtij - De nabloei); Uitstraling in Europa, De Barokkunst (Renaissance en humanisme, Reformatie en Contrareformatie in Europa - De Barokkunst); Aspecten van de Barok (muziek, literatuur, wijsbegeerte, wetenschap); Het Rococo.
Het boek sluit met een interessante, zij het beknopte, algemene bibliografie, een naamregister en een inhoudsopgave.
Welke som van arbeid, studie, navorsing en bezinning dit boek gekost heeft, weet alleen de auteur. Hij weze erom gelukgewenst en bedankt. Nog een woordje over de illustratie: deze werd met zorg gekozen en spitst zich uiteraard in hoofdzaak toe op schilderkunst, architectuur en beeldhouwkunst.