| |
| |
| |
[nummer 103]
Pieter Bruegel de oude
Leven en werken
Chronologisch overzicht
De biografische gegevens over Pieter Bruegel zijn niet zo talrijk. Bovendien zijn zij niet altijd betrouwbaar. De voornaamste bron is het ‘Schilderboeck’ van Karel van Mander, dat niet steeds betrouwbaar is: van Mander schreef meer dan dertig jaar na Bruegels dood; als naar het Noorden uitgeweken Westvlaming bezit hij wellicht niet altijd de nodige informatie of zelfs kan zijn visie op mensen en dingen in Vlaanderen wat vertekend zijn; bovendien vertoont hij een uitgesproken voorkeur voor pittige anekdoten, waarvan de gegrondheid uiteraard soms twijfelachtig is. Ook over de datering van een aantal werken van Bruegel bestaat betwisting.
Belangrijke data uit het artistiek, politiek en godsdienstig leven werden in deze tabellen ingelast om het geestelijk klimaat waarin zich het leven van Bruegel afspeelde te verduidelijken.
| |
Geboorte en kinderjaren
±1525 |
Geboren uit boerengeslacht in Brabant ‘niet wijt van Breda op een dorp gheheeten Brueghel’; bij Breda (N.-Br.) ligt geen dorp van die naam, wel bij Eindhoven en ook bij Bree (Lat. ‘Breda’, maar ligt in Loon). |
1526 |
Duitse adel verplettert boerenopstand met Luthers instemming. |
1530 |
Luther voor de rijksdag te Augsburg; definit. breuk met Rome. † Quinten Metsys (Antwerpen, overgangsfiguur) |
1531 |
Maria van Hongarije, zuster van Karel V, landvoogdes der Nederl. |
1533 |
† Jan Gossaert van Mabuse (Middelburg, romanist) |
1535 |
Thomas Morus en andere Pausgetrouwen door Hendrik VIII ter dood gebracht. |
1536 |
† Erasmus (Bazel) - Michelangelo ‘Laatste Oordeel’ (Sixt. kap.) |
| |
Vorming bij Pieter Coecke van Aelst
±1540 |
Bruegel te Antwerpen. Als leerling opgenomen in gezin van P. Coecke (1502-1550): schilder, plaatsnijder, beeldh., arch., gevormd door Bar. van Orley hofschilder van K. V en later zelf hofschilder, zeer ontwikkeld en bereisd (Italië, Tunis, Turkije), renaissancist. † Joost van Cleef (Antw., romanist) |
±1542 |
P. Coecke begint Nederl. vertaling van groot werk over bouwk. van S. Serlio, dat Ital. renaiss.-bouwk. in Europa verspreidt (7 delen). |
|
† Barend van Orley (Brussel, romanist) - Eerste jezuieten in de Nederlanden (Leuven) |
1544 |
P. Coecke vestigt zich te Brussel ‘in de Schillepad’ aan de Lomberdvest. Wilhelmus gr. v. Nassau-Dillenburg-Katzenelnbogen wordt bij erfenis pr. v. Oranje en voornaam edelman; verlaat Duitsland en wordt uiterl. katholiek. |
1547 |
Coecke organiseert ontvangst te Antwerpen van latere Philips II, waarover hij prentenboek ‘De triumphelycke Incompste’ zal uitgeven. Prins Philips laat bij adel en volk zeer slechte indruk. |
1548 |
Karel V geeft aan Zeventien provinciën zelfst. statuut in het Rijk. |
1550 |
Coecke sterft te Brussel; zijn weduwe, de miniaturiste Mayken Verhuist, publiceert wat later zijn prenten ‘Les moeurs et fachons de faire des Turcz...’ (1553). Bruegel werkt o.m. voor Claude Dorisi (Retabelluiken te Mechelen). |
|
Streng plakaat van K. V tegen ketterij, dat zeer matig zal toegepast worden (Prof. Geyl). Michelangelo ‘Bekering van Paulus’ - Pieter Aertsen ‘Boerenfeest’. |
| |
Tekenaar voor de koperplaatsnijders H. Cock e.a.
1551 |
‘Peeter Brueghels’ als vrijmeester ingeschreven in de ‘Liggeren’ van Antwerpse St.-Lucasgilde. Tot 1559 hoofdzakelijk tekeningen voor gravures vooral voor een zijner vroegere meesters (?) Hiëronymus Cock (1507-1570), beroemd Antwerps etser; deze opende in 1546 befaamde kunsthandel ‘in de vier Winden’, met vooral werk van of naar Ital. renaissancisten. Ook Ph. Galle, P. van der Heyden en F. Huys graveren veel naar Bruegels tekeningen en schilderijen. |
1552 |
Bruegel reist over Lyon en Monte Rosa naar Italië, wrschl. zelfs tot Napels en straat van Messina (tekeningen). Even weinig als door Coeckes Italianisme wordt hij door Ital. kunst diep beroerd, hoewel hij ontleningen zal doen. |
|
Einde van de eerste zittijd van Concilie van Trente. |
1553 |
Br. verblijft te Rome; tekening van ‘Ripa Grande’. Omgang o.m. met Kroat. miniaturist Giulio Clovio (Glovicic), die in dienst was v. kard. Aless. Farnese. Terugkeer over Venetië (ontmoet Titiaan?), Brennerpas en/of St.-Gothard, Rijnland, naar Antwerpen. Vele ‘vedute’ en etsontwerpen voor H. Cock. Begint schetsen ‘naer 't leven’. Bouw van villa Giulia te Rome door Vasari, die in 1550 zijn ‘Vite’ van kunstenaars uitgaf. |
1554 |
Terugkeer te Antwerpen. Omgang en wandeltochten ten lande met de Nurenbergse handelaar Hans Franckert tot dezes terugkeer enkele jaren later. H. Cock begint uitgave van etsen naar L. Lombard (maniërist). |
|
Frans Floris (de Vriendt, maniërist) ‘Val der Engelen’. |
1555 |
H. Cock geeft reeks ‘grote landschappen’ uit naar tekeningen van Bruegel. |
|
Vrede van Augsburg en troonafstand van Karel V. Willem v. Or. ridder van het Gulden Vlies. |
1556 |
Bruegel begint sterk de invloed te ondergaan van het werk van Jeroen Bosch († 1515), waardoor hij ‘Pier de Drol’ wordt (C.v. Mander). Aldus in de tekeningen (en ernaar |
| |
| |
|
door Cock uitgegeven prenten): ‘Verzoeking van de H. Antonius’, ‘Grote vissen eten kleine’, ‘De ezel op school’. In die periode situeert men ook het schilderij ‘De val van Icaros’. |
1557 |
Tekeningen ‘de seven Sonden’. Schildert ‘Landschap met zaaier’. Lamoraal van Egmont hoofdbewerker van zege van St.-Quentin en later Grevelingen. - Michiel van Coxie (maniërist, † Mechelen 1592) maakt op last van Philips II copie v. het Lam-Godsretabel. |
1558 |
Bruegel heeft in die jaren omgang met veel humanisten, waarvoor zijn schilderijen en tekeningen bestemd zijn zoals de cosmograaf Abrah. Ortelius en misschien Coornhert en Granvelle. Tekent o.m. ‘de Al-ghemist’ (satire van alchemie?), ‘Laatste oordeel’, ‘Elck’. |
|
† Karel V en Maria Tudor (kon. v. Engel. en echtg. van Philips II). |
| |
De tijd der grote schilderwerken
1559 |
Naast tekeningen zoals ‘De zeven deugden’, meer en meer schilderijen bestemd uitsluitend voor private verzamelingen; aldus ‘Strijd tussen Vasten en Vastenavond’, ‘De spreuken’. |
|
Granvelle bewerkt vrede van Cateau-Cambrésis. Philips II verlaat definitief de Nederlanden en eist strenge toepassing der plakaten. Zijn zuster Margaretha van Parma wordt landvoogdes; Willem v. Oranje en Egmont stadhouders. |
1560 |
Bruegels vrienden Ph. Galle, Ortelius en Mercator maken na de vrede met Fr. een tweejaarlijkse reis in dit land. In deze jaren werkt Br. aan een reeks ‘Zonnelandschappen’. H. Cock brengt prenten naar de ‘Zeven deugden’. |
|
Hervorming der Nederlandse bisdommenindeling. |
1561 |
‘Kinderspelen’ Te Antwerpen luisterlijk landjuweel en eerstesteenlegging van het stadhuis. Te Brugge beëindigt Ed. de Dene zijn ‘Testament Rhetoricael’ en sterft de romanist Lanceloot Blondeel. |
1562 |
Reis van Bruegel naar Amsterdam (?). |
|
‘Val van de boze engelen’, ‘Triomf van de dood’, ‘Dulle griet’, ‘Saüls zelfmoord’. |
|
Verspreiding van het Calvenisme wordt in deze jaren intenser, spijt meerdere Inquisitiegedingen en terechtstellingen. |
1563 |
Bruegel huwt te Brussel op Pasen in de Kapellekerk de veel jongere Mayken Coecke, dochter van Pieter Coecke en Mayken Verhuist, die eist dat hij zich te Brussel zou vestigen ‘opdat hij mocht vergheten dat vorighe Meysken’ (C. van Mander). Hij bewoont een rijke buurt, de Hoogstraat. |
|
Schildert de grote en de kleine ‘Toren van Babel’ en de ‘Vlucht naar Egypte’; tekent o.a. de ‘Vette en de magere keuken’. |
1564 |
Geboorte van Bruegels zoon Pieter Bruegel de Jonge (de Helse, vader van twee schilders en schoonvader van David Teniers). ‘De kruisdraging’, ‘Aanbidding der Wijzen’, ‘De kindermoord’ (verloren). |
|
Kard. Granvelle, een der voornaamste Bruegel-verzamelaars, wordt door toedoen van Oranje uit de Nederlanden weggezonden. |
|
† Calvijn en Vesalius. |
1565 |
‘De Kindermoord’ (repliek), ‘De maanden’ (‘Jagers in de sneeuw’, ‘De duistere dag’, ‘De hooioogst’, ‘De korenoogst’, ‘Terugkeer van het vee’). |
|
Gezantschap van Egmond bij Ph. II. |
1566 |
N. Jongelinck, Antwerps koopman, geeft 16 Bruegelschilderijen als borg voor een vriend. ‘De volkstelling’, ‘Prediking van Johannes de Doper’, ‘Bruidsdans’. |
|
Gebruikmakend van optreden van ‘Eedverbond der edelen’ voor verzachting der plakaten bezetten Calvinisten vele kerken; geeft aanleiding tot woeste plunderingen en vernielingen vooral door gepeupel, misnoegd om soc. toestand; beeldenstorm wordt algemeen afgekeurd (aug.). Klein calvinist. Ieger bij Antwerpen verslagen. |
1567 |
Reeks levenslustige schilderijen: ‘Boerenbruiloft’, ‘Boerendans’, ‘Het luylekkerlandt’, ‘Kermis’. Ook ‘De bekering van Paulus’. Alva ter bestraffing naar de Nederlanden gestuurd, zodat Oranje terugkeert naar Duitsl. en Lutheranisme. Instelling van de Bloedraad; onmeedogend schrikbewind. Egmont en Hoorn, spijt hun trouw aan Spanje en Rome, aangehouden. |
1568 |
Geboorte van Bruegels tweede zoon Jan (Jan Br. de Oude, de Fluwelen; copiëerde veel werken van Pieter de O.; hofschilder van Albr. en Isab., vader van Jan II de J. en grootvader van vijf schilders). ‘De vluchtende herder’, ‘De nestendief’, ‘De kreupelen’ (of ‘De bedelaars’), ‘De mensenhater’, ‘De ekster op de galg’ (satire op kwaadsprekerij). Onbesuisde inval van Oranje bezegelt lot van Egmont en Hoorn, die op het schavot sterven. Katholiek en calvinist eendrachtig tegen Spanje. |
| |
Het einde
1569 |
Bruegel krijgt opdracht v. Brussels Magistraat voor schilderijenreeks over het graven van de Willebroekse vaart. Laatste schilderij ‘De storm’. Sterft op 5 (?) sept.; begraven in Kapellekerk, waar Jan Bruegel een grafmonument zal plaatsen, met schilderij van P.P. Rubens. |
|
Marnix van St.-Aldegonde publiceert pamflet ‘Den Byencorf der H. Roomsche Kercke’. |
1578 |
Dood van Mayken Coecke. |
Dr. Albert Smeets
|
|