Verkeerd woord (2)
Oprechte gelukwensen voor de prachtige uitgave ‘Vlaanderen’. Ieder nummer is een juweeltje van goede smaak, vorm en inhoud.
Het onderwerp ‘Publiciteit’ inspireerde mij, als (gewezen) vakman tot enkele beschouwingen. In zijn geheel een buitengewone prestatie en een duidelijk overzicht van grafische mogelijkheden voor het reclamebedrijf.
Ik kan evenwel geen vrede nemen met twee aspecten en vooral de verkeerde indruk, opgewekt bij hen, die met het reclamewezen niet vertrouwd zijn.
In het Nederlands is het woord Publiciteit niet gebruikelijk behalve in de volkstaal en in enkele verouderde (Belgische) uitdrukkingen. Het is een slaafse vertaling van ‘Publicité’, een woord dat in het Frans burgerrecht heeft.
Wij zeggen en schrijven ‘Reclame’, wat ten slotte beter dan ‘Publicité’ de bedoelde stof symboliseert. Wanneer wij beide woorden etymologisch beschouwen, vinden we Re - Clame; Re = herhaling en Clame = uitroepen; dus herhaaldelijk vermelden.
De stam van Publicité of Publiciteit is evenwel PUBLI of uitgeven - boeken-drukwerkpers, enz.
Dit onderscheid komt trouwens duidelijk tot uiting in de Franse taal in de namen Publiciste en Publicitaire. De eerste is een schrijver, journalist of auteur - de tweede een reclamevakman.
De oningewijde in de zakenwereld zal geneigd zijn te geloven dat Publiciteit en grafisch werk één zijn of m.a.w. Publiciteit is grafisch werk!
Deze stelregel komt inderdaad voor in het lesprogramma van het St.-Lucas Instituut te Gent. Een visie, die ik vaak met Br. Juliaan, onderdirecteur, besprak om op de foutieve interpretatie de aandacht te vestigen.
In de Franse terminologie zal geen mens eraan denken Publicité en grafisch werk op één lijn te stellen, maar spreekt men eenvoudig van ‘dessins publicitaires’. Grafisch werk is slechts een onderdeel (zeer belangrijk) van la Science Publicitaire - wat wij in het Nederlands de Reclame Wetenschap noemen.
In mijn lessen, voordrachten en geschriften heb ik steeds een duidelijk onderscheid gemaakt tussen het geheel en een of meerdere onderdelen - zelfs wanneer het onderdeel een voorname schakel is en praktisch onmisbaar om gunstige resultaten te bereiken.
Bij de doorsnee zakenman uit de Middengroepen is publiciteit doorgaans synoniem voor advertenties - waar de tekst de schakel is tussen woord en beeld. Teksten opstellen behoort niet tot het domein van de grafieker.
De Reclame wetenschap omvat talrijke facetten en Nic Van Bruggen heeft dit zeer juist belicht. Het is een felicitatie waard. Ik ben het volkomen met hem eens. Als onafhankelijk efficiency-expert of adviseur voor verkoopreclame en organisatieproblemen, werd ik vaak door Brusselse (Franstalige) collega's beklaagd en betreurd omdat ik mijn werkterrein tot het Vlaamse landsgedeelte beperkte. Men begreep de noodzakelijkheid niet de Vlaamse Zakenmensen een beter inzicht over reclame te geven. Fortuinen heb ik er zeker niet mee verdiend - maar de morele voldoening stelde ik hoger dan grote winsten. Dat Reclame méér is dan grafisch werk, volstaat met U te verwijzen naar het lesrooster van de Ecole de la Publicité te Brussel en het examen voor het toekennen van de titel van Laureaat van de Arbeid. De verscheidenheid der reclame-media is onbegrensd en als zelfstandig adviseur (Conseil en Publicité) kon ik een zaak onpartijdig beoordelen en adviseren. Ik werd vergoed met ereloon (zoals een geneesheer) en niet met percenten van derden.
Fons Margot, destijds hoofdredacteur van het Middenstandsblad NCMV, heeft dit eens zeer typisch belicht. Ik zelf was toen stichter en rubriekleider van Reclame en Efficiency in het blad.
Accoord dat het CVKV slechts onvolledig vertrouwd is met de loopbaan van haar leden. In dit verband betreur ik dat niet werd ingegaan noch geantwoord op mijn vraag en suggestie om aan de leden een korte biografie te vragen.
Met sympatieke groeten.
G. Haelman, Gent
NB. Wist U dat Reclame - Propaganda en Apostolaat, volgens een bepaalde visie, synoniem zijn?
Wij danken de Heer Haelman voor zijn uitstekende uiteenzetting en kunnen slechts verwijzen naar ons eerste rubriekje ‘Verkeerd woord’ (‘Vrije Tribune’, Vlaanderen nr. 95, pag. 376).
Wat de laatste paragraaf van zijn brief betreft, kunnnen wij zeggen, dat ons Verbondssecretariaat zich de handen van het lijf heeft gewerkt (en nog steeds!) om van elk lid een dossier aan te leggen. Indien, spijt alle pogingen vanwege het Verbond, een aantal leden niet ingaat op onze vraag tot het inzenden van een biografie, dan kunnen wij inderdaad niet anders dan onvolledig vertrouwd zijn met de loopbaan van àl onze leden...