Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 17
(1968)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 36]
| |
Méér dan bekend zijn zijn dichtbundels ‘De Boodschap’ (1920), ‘De Tocht’ (1921), ‘Opgangen’ (1922), ‘Landing’ (1923), ‘Poëzie’ (1930), ‘Golfslag’ (1935) en ‘Het Vierkant’ (1938), alle verschenen bij De Sikkel te Antwerpen. Sedert het einde van de jongste wereldoorlog verblijft hij in Nederland, als banneling, veroordeeld door een onmenselijke repressie, die na bijna een kwarteeuw nog niet volkomen uitgeroeid is - wat nogmaals bewijst, dat de mens soms mensonwaardiger is dan hij schijnt. In ‘Pogen’ heeft Wies Moens ooit zijn taak duidelijk omschreven: ‘Zo willen de jonge geslachten de dichter zien onder ons: een volmaakte broeder en een die in alles het leven van zijn broeders meeleeft, het leven in zich intensifieert tot de allerhoogste potentie van liefde en liefdescheppende schoonheid. Een die in alles aan ons gelijk is en geen hoogmoed draagt om wat hij meer dan wij allen meekreeg op zijn weg: de ritmiese volheid van zijn ziel, tastend naar de harmonie tussen wereld en woord; maar weet dat hij als dichter een roeping heeft te doen, hij werkman met het woord, niets dan werkman, want: kunstenaar, mirakeldoener: dat hij zijn werk goed heeft te doen, wil hij in de mensenmaatschappij een bruikbaar lid zijn, in het huid der mensheid een voegbare steen’. Wij hopen vast - én geloven het! - dat Wies Moens niet lang meer een Vlaamse kunstenaar in het buitenland zal hoeven te zijn.
Aldenhofstraat, 75, Neerbeek (Geleen), Nederland |
|