Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 16(1967)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende poëtisch bericht de dans der bijen Boven het klaverveld dansen de bijen, dansen de bijen het klaverveld, dansen de honingbloei, dansen de bloemen, dansen de zon in de bloei van het klaverveld. Raten vol honing dansen de bijen, zon in de korven dansen de bloemen, korven vol bloemen dansen de bijen, bloemzoete bloei van het klaverveld. Boven het klaverveld dansen de bijen, dansen de bloeidans, de bloemdans, dansen de korven vol druipende zon, dansen het klaverveld, dansen de bijen. marja de smet vercauteren sancta maria In de zwarte nacht der narcose toen ik sliep in een afgrond, onmetelijk diep, speelde ik, beklemmend snel, een dobbelspel met een man die ik eerst nu herken als de dood. En ik hoorde zijn stem die mij toeriep telkenmaal als ik won in een vreemde taal mij onbekend. De woorden ontsnappen mij. Enkel dit bleef mij bij: Sancta Maria. Bij iedere gooi joeg de slag van mijn hart de angst door mijn bloed want ik zag slechts 't gelaat van de zwarte nacht en de man dichtbij. Maar het was of zij speelde en won voor mij: Sancta Maria. Moeizaam ontwaakt klom ik op naar het licht tot ik stond in de zon en het jonge groen van de nieuwe dag - fris als een kindergezicht - [pagina 294] [p. 294] met handen vol bloemen en een ruiker geluk, uitbundig dankbaar bijna: Sancta Maria. Gebeden zijn vonken. Misschien slaan ze neer in regen en mist, in wanhoop en twijfel, in zonde of verdriet, want de hemel is hoog en God zien we niet. En toch ziet de Heer ons altijd opnieuw als Joannes naast Haar. Na het spel met de dood werd me dit dan ook klaar: kracht en genade heb ik ervaren als een licht in mij bijna wonderbaar, toen zij speelde en won voor mij: Sancta Maria. luc verbeke de berk Berkenbos zilverglanzend kleed een stukje wereld dat ik zoeken bleef de koelheid onder varens en de brem een oude eik mijn trouwste vriend. Ik ruik in de wolken adem van beloken tijd mij toefluisterend als een zachte wind uit een andere hoek van mijn bestaan. Als kind stoeide ik langs witte dreven van dit vergeten paradijs. Ik kijk nog éénmaal om bos - dreven - bomen zeilen weg aan de matte horizon. Mij blijft slechts de berk en mijn eenzaamheid. frans van de velde ik weet niet waarom de zwaluw klein is en de arend groot (ik hou van de zwaluw meer) het onverschillig spel van de wind met een vlag de dode soldaat naast een zwijgend geweer (al ken ik geen soldaat) het puin vol schande het puin vol schade door jou nog minder waarom dit lagunelied over de zee van mijn zijn. jan jozef goedvriend de dood Kleine mensen worden groot, oude mensen gaan ter dood en wij leven tussenin. Zonneschijn en regen gaan, dagen lichten, sterren staan en wij leven naar de dood. Vreugden lachen lieflijk toe; weemoed maakt ons mat en moe, dat wij lengen naar de dood. 't Hart dat niet sterven wil valt op zekere morgen stil en wij lachen met de dood. Kleine kinderen worden groot, al de mensen gaan ter dood en wij drinken heel de dag. lutgart ryserhove mist De mist waarin wij dwalen, die contouren verdoezelt en hoeken verzacht, geluiden dempt, tenzij het kralen van lekende bomen en de klacht van fabriekssirenen die onverhoeds dringen uit verre gebieden van mechanisch geweld... In ons hart staat het verlangen dat het licht doorbreekt, en scheurt de waden die alles omhangen, dat de taal der dingen duidelijk spreekt, over wat wij weten en te weten verlangen. Maar mededogen schiep de mist, waarin wij dwalen, die contouren verdoezelt en hoeken verzacht, en langzaam leren wij, al schrijdend van mist in mist, dat ons geen ander heil beschoren is, dan dit dwalen, eindeloos, aan de grenzen van het licht. jaak stervelynck Vorige Volgende