| |
| |
| |
Timmermans verfilmen
‘Kunst moet iemand gelukkig kunnen maken’.
Felix Timmermans
Bij de verfilming van een letterkundig werk kan de kineast uitgaan van twee geheel verschillende grondbeginsels.
Hij kan uit een omvangrijk boek een klein fragment plukken en dit vrij transponeren naar de normen van zijn kunstdiscipline. Hierbij treedt de filmer onafhankelijk kreatief op. De literaire schepping is slechts een aanleiding, een incidenteel uitgangspunt. De kineast neemt het tema uit de handen van de auteur. De nauwelijks enkele pagina's vormen de wortels waarop een autonome film groeit, waar men het oorspronkelijk boek niet meer zal in herkennen. Waarschijnlijk zal ook de schrijver erin verscholen blijven. Ofwel voelt de filmer zich geestelijk verwant met een auteur en stelt hij zich geëngageerd in tegenover zijn werk, dat hij niet wil verraden. Dat mag natuurlijk niet leiden tot een dorre tekstillustratie of tot een loutere kinematografische vertaling. De kineast stemt af op dezelfde golflengte van de auteur en streeft bewust naar een artistieke herschepping die de schrijver respekteert. Het wordt haast een filmische transkriptie van een portret, dat ook doorheen het celluloid begint te schemeren. Deze dienende funktie staat geheel buiten dwang, als beide kunstenaars naar de geest korrelaties hebben. Ondanks hun zo uiteenlopende media, kunnen bepaalde raakpunten harmoniëren.
Deze twee opvattingen lijken mij te verdedigen. Ik heb geen voorkeur. Elk voorkomend geval dient immers apart overwogen en individueel benaderd. Men kan ook het verfilmen van literatuur verwerpen en alleen de auteursfilm als zuivere kunstuiting aanvaarden.
| |
Van woord tot beeld
Toen de B.R.T. mij gelegenheid bood een korte fiktiefilm te realiseren naar een werk van een Vlaamse schrijver, was mijn auteurskeuze gauw gedaan. Sedert mijn jeugd bewonder ik Felix Timmermans en als Lierenaar ben ik vertrouwd met het milieu waar het grootste deel van zijn werk is gesitueerd. Het behoort tot de edukatieve taak van de televisie ons eigen literair patrimonium in brede lagen te verspreiden. Bovendien bevordert zij met filmopdrachten de ontwikkeling van het kultuurpatroon van deze eeuw. Met het oog op mogelijke uitwisseling met buitenlandse omroepen, was het de wens van de tv-leiding een minimum aan dialogen in te lassen.
Een der belangrijkste karakteristieken van Timmermans is de zinnelijke uitbeeldingskracht van zijn taal. Zijn spontane en biezonder plastische woordekspressie gaat natuurlijk in film verloren. Er diende dus gezocht naar een verhaal waar de originele beeldspraak niet te sterk op de voorgrond treedt en waar de ‘dichter’ zich toch duidelijk manifesteert. In de eerste plaats moest het zich lenen tot filmbewerking.
Met deze eisen voor ogen, heb ik toen het ganse oeuvre van Felix Timmermans herlezen. Ik deinsde onmiddellijk terug voor zijn hoofdwerken. Filmprojekten voor ‘Pallieter’ of ‘Boerenpsalm’ acht ik in ons land vooralsnog te ambitieus en te prijzig. Nadat ik om artistieke overwegingen ook romanfragmenten had uitgeschakeld, greep ik naar zijn korte verhalen en novellen. Door hun beperktheid van omvang zou ik bovendien gemakkelijker binnen de voorgeschreven projektieduur blijven.
| |
Beperkt tema
Timmermans' vaak veronachtzaamde vertellingen zijn organisch van bouw, ontdaan van literaire franjes. Opvallend is de direktheid waarmee hij zijn verhaal voortstuwt. Deze ‘short-stories’ werden kortademig geschreven, met nerveuze trekjes geschetst; ze laten zich gewillig in sekwenties versnijden. Daarenboven is de stof meestal sterk visueel behandeld - de Fé verluchtte zijn bundels zelf overvloedig - en levert ze vrij spektakulair feitenmateriaal. De verhalen vonden hun oorsprong veelal in plaatselijk geïnspireerde gebeurtenissen. Halfreële en legendarische motieven, uit de volksmond opgetekend, werden geënt op de stam van zijn verbeelding. Werkelijkheid en fantasie zijn versmolten tot een harmonisch geheel, een mengsel van uitbundigheid en ingetogen stemmingskunst. Deze regionale tematiek werd de auteur aangewreven. Maar hoeft het nog herhaald dat zijn ‘couleur locale’ geen provincialistische isolatie betekent?
De schetsen en vertellingen zijn ongelijk van waarde. Zuiver literair behoren ze niet allemaal tot zijn sterkste bladzijden, maar ertussen glinsteren vele pareltjes van kleinkunst. Zoals zijn ‘groter’ werk, zijn ze geweven rond de hoofdmotieven Leven, Liefde, Dood, Kunst, Natuur en Geloof.
Vrijwel alle uitgebeelde personages zijn volksmensen, ambachtslui en burgermannetjes, haast nooit intellektuelen. Timmermans schildert een levensepisode waarin verdrietjes en kleine genoegens elkaar afwisselen, tegen een achtergrond van ongekompliceerde, maar soms verrassende situaties.
Men heeft deze verhalen vaak gedoodverfd als folkloristisch en oppervlakkig. De schrijver werd zijn voorkeur voor eigenaardige volkstypen vaak verweten. De anekdotiek van Timmermans bloeit op het leven zelf. Hij toont de mens in zijn alledaagse doening, in al zijn schamelheid en geestelijke armoede. Doorheen folkloristische uitwendigheden zindert de liefde van de auteur tot de mis- | |
| |
Travellen in het slop, waar bootvisser Vettigen Teen woont. Filmproduktie Frans Verstreken, Lier.
| |
Onze-lieve-vrouw der vissen synopsis van de film
In een opwelling steelt de arme bootvisser Vettigen Teen een zilveren lievevrouwbeeldje, in de hoop het te kunnen verkopen. Spoedig wordt hij door vrees overvallen. Ten einde raad laat hij de buit tijdelijk op de bodem van de Nete zinken, met de bedoeling de verborgen schat weer op te halen als hij een plan heeft uitgedacht. Al kan hij geen streek zwemmen, toch is Vettigen Teen in staat onder water te wandelen.
De volgende dag zit zijn kruisnet, dat hij toevallig op dezelfde plaats neerliet, vol spartelende vis. Die ‘wonderbare’ visvangst blijft duren. De man verkoopt bij de vleet en waant zich al rijk. Maar het wonder raakt bekend en weldra komen andere vissers hem konkurrentie aandoen. Het stadje wordt met vis overspoeld. Vreemdelingen komen uit alle windstreken naar de rivier kijken en er vissen. Overvloed maakt de vis waardeloos en Teen blijft even arm als tevoren. De staat laat zelfs een onderzoek instellen naar de mogelijke oorzaak van de enorme viskoncentratie. Het geweten van de bootvisser knaagt.
Ondertussen wordt een boetprocessie georganiseerd om het gestolen beeld terug te vinden. De dief stapt mee op in de biddende stoet. De groeiende angst drukt onhoudbaar. Door berouw verteerd, haalt Vettigen Teen het mirakuleuze beeldje uit het water op, onder de ogen van de pastoor. De emotie is hem te veel en de bootvisser stort neer op de dijk.
F.V.
| |
| |
Onze-Lieve-Vrouw der Vissen: regisseur Frans Verstreken geeft instructies aan hoofdacteur Jos Henderyckx.
De bootvisser wordt door de angst bekropen als hij beseft dat zijn diefstal het stadje in rep en roer heeft gezet.
| |
| |
Bootvisser Vettigen Teen, door berouw verteerd, haalt het gestolen beeldje uit de Nete. (Eveneens uit de film ‘Onze-Lieve-Vrouw der Vissen’).
deelden en de simpelen. Door zijn proza trekt een stoet van menselijke miserie. Hij buigt zich vol begrip over wie hij zelf ‘curieuze’ mensen noemde. ‘Onze gebreken zijn een deel van onze kracht’.
Bij Timmermans zoekt men tevergeefs naar zwaar opgetuigde stellingen. Hij put geen dramatische spanningen uit psychologische botsingen. Zulke problematiek is hem vreemd.
De verstilde, milde humor waarmee hij de menselijke onvolmaaktheid en de banaliteit van het kleinsteedse milieu schetst, waakt erover dat hijzelf nooit kleinburgerlijk wordt. Zijn piëteit voor het afbrokkelende verleden is geen vals sentiment.
Ik zocht naar een liefst niet overbekend verhaal met een eenvoudige konstruktie en dat mij kinematografische kansen bood en waarvan de realisatie de budgetaire mogelijkheden niet zou overschrijden. Na eliminatie bleven tenslotte over: ‘De moedwillige Verkenskop’ en ‘Onze-Lieve-Vrouw der Vissen’. De laatste vertelling trok mij biezonder aan.
In 1958 had ik de tv-dokumentaire ‘Keersken in de Lanteern’ verwezenlijkt, een evokatie van het Liers begijnhof als inspiratiebron voor kunstenaars. Daartoe had ik een korte sekwentie opgenomen van de bootvisser uit ‘Onze-Lieve-Vrouw der Vissen’. Bij de montage echter heb ik deze passage gesnoeid, maar de idee voor een afzonderlijke film heeft me nooit meer losgelaten. Het tamelijk grotesk verhaal zonder ‘artistiekerige’ pretenties leent zich tot visualisering. Het laat voldoende ruimte voor filmische verbeelding, zodat ik mij hoegenaamd niet gekortwiekt voel. Het tema vergt slechts een paar hoofdpersonages, wat gunstig is voor het ‘intimistisch’ karakter van het kleine scherm.
De televisie deelde mijn voorkeur. Toen de filmrechten waren verworven, kon ik van start gaan.
| |
Stijlverwantschap
Het doorzichtig verhaal, helder als pompwater, verloopt rechtlijnig. Hoe groot de bekoring ook was de film uit
| |
| |
legstukken tot een geraffineerde, barokke tijd- en ruimtepuzzel op te bouwen, heb ik alle raadselachtige sprongen vermeden.
Ik heb daartoe houtsnijdende argumenten. Timmermans lezen is een ontspannende, bevrijdende bezigheid. Daarom heb ik bij de filmaanpassing doelbewust gestreefd naar een sobere vormgeving, een kronologische struktuur met een volgehouden, onverstoorde kontinuïteit. Een ingenieus netwerk met afgeknapte draden zou kunstmatig aandoen en de Lierse schrijver verminken. Uit het pretentieloze, licht humoristisch getinte mirakelspelletje mocht naar mijn gevoelen geen diepgravende film groeien. De aard van de vertelling bepaalt meteen de stijl van het filmwerkstuk dat in een duidelijke taal dient gesteld.
Door de boeken van Timmermans dolen geen psychopaten en erotomanen; in mijn film worden geen erkende geestelijke waarden ontluisterd en er komt geen meter schaamteloze onder-de-navel-filmerij in voor. Kan het nog pruikeriger? De auteur heeft nooit toegegeven aan literaire modestromingen. In impressionistisch getint proza schreef hij zijn neoromantische verhalen. Zijn oorspronkelijk dichterschap ging samen met een heimwee naar traditie en een verlangen naar éénvoud. De geaardheid van zijn werk en de geëvokeerde tijdgeest dikteren de richting voor interpretatie.
Op gevaar af door ‘high-brow’-cinefielen met ‘papaiaanse kinema’ te worden bestempeld, ben ik de mening toegedaan dat het registreren in ‘cinéma vérité’-stijl zich van Felix Timmermans zou verwijderen. Ofschoon het middelstuk van mijn film zich op het eerste gezicht voor ‘living camera’ leent, heb ik over de ganse lijn van dit nochtans spontane en door mij gewaardeerde procédé afgezien om elke stijlbreuk te ontlopen. In een geïmproviseerd gedraaide prent zou men van Timmermans niets dan een skelet terugvinden. De schrijver behoort weliswaar tot een vorige generatie, maar staat toch nog te dicht bij ons om geheel ongebonden te ‘verbeelden’. Ruusbroec laat zich moderner visualiseren dan Streuvels.
Een hedendaags auteur, die eigentijdse problemen ontvouwt en op wiens literatuur het filmmedium reeds merkbaar heeft ingewerkt, kan men natuurlijk in de meest vooruitstrevende stijl benaderen, in sommige gevallen zelfs eksperimenteel. Maar een roman van Timmermans is nog een verhaal, geen zwaartillend essay. Hij ontraadselt zelden menselijke mysteries. Hij ontdekt innerlijke roerselen in uiterlijke gedragingen, maar peilt niet in filosofische bespiegelingen naar zielskonflikten. Hij stelt zich ten hoogste de vraag: ‘Hoe is het leven toch ineengedriegd?’ In ‘Onze-Lieve-Vrouw der Vissen’ ligt het zwaarste aksent ook niet op het drama dat zich bij de visser voltrekt. Timmermans' greep op het verhaal wortelt in andere kwaliteiten.
Zijn optimistische toonaard duldt geen grijze fotografie. Het fragmentarisch tonen van een ‘nieuwe zakelijkheid’ zou als een dissonant klinken. Bij de Lierse schrijver speelt de suggestieve kracht van het landschap - het fotogeniek dekor - nog een grote rol. Zijn spelfouten verantwoorden nog geen ontredderde filmgrammatika.
| |
Kreatief ombouwen
De vertelling van Vettigen Teen is een naïef volksverhaal met eerder zwakke dramatische eksplosiekracht, geen eigentijdse stof voor een draaiboek. Mijn medescenarist Gaston Durnez en ik hebben het als een uitdaging opgenomen het tema op film-eigen wijze in beelden te herdenken, kreatief te ‘vertalen’ in een anders geaarde kunsttak met eigen kriteria. Het stramien van de vertelling werd gerespekteerd. Wat filmisch dankbaar te konkretiseren bleek, trad naar voren. Onderdelen werden geschrapt omwille van de éénheid. De wijzigingen waren niet van ingrijpende aard; ze beperkten zich tot het verleggen van aksenten, het verschuiven van de bouwstof en het toevoegen van enkele elementen, ontleend aan andere werken van Timmermans.
De novelle zelf had reeds literaire spinselen afgeschud. Suggestieve metaforen zijn onvatbaar met de kamera. De verloren beeldspraak werd opgevangen met gelijklopende kinematografische middelen. Het celluloid heeft immers zijn eigen visuele stijlfiguren. De humor van de situatie wordt gesteund door filmrijm, montage en klankband. Enkele jonge technische verworvenheden konden zinrijk worden aangewend.
Onze filmbewerking houdt het midden tussen zuivere fiktiefilm en de tv-formule die Dries Waterschoot toepaste voor een middeleeuwse ridderroman en waarbij de tekst gebiedend was. Ik heb gepoogd het literair werk te herscheppen, doorheen mijn persoonlijke optiek en op basis van de filmekspressie.
Bovenstaande verantwoording lijkt wellicht op een ‘captatio benevolentiae’ ten opzichte van mijn film. Ze is het niet. Wèl een pleidooi voor Felix Timmermans. De vraag ‘Is Timmermans (nog) verfilmbaar?’ Ioopt tot op zekere hoogte evenwijdig met de vraag ‘Is Timmermans nog leesbaar?’ Daarbij dient overwogen dat film uiteraard vergankelijker is dan literatuur. Men filmt Timmermans niet met een kamera, maar met zijn hart.
| |
Natuurlijk dekor
Om de autenticiteit te dienen, heb ik niet met beroepsakteurs gewerkt. Ik heb het gewaagd met ‘nieuwe’ gezichten, met ongeschoolde mensen, die niet eens besmet zijn door dilettantentoneel. De fysieke gedaante was voor
| |
| |
Boetprocessie langs de Nete. Uit de film ‘Onze-Lieve-Vrouw der Vissen’ van Frans Verstreken.
mij belangrijker dan akteertalent. Er wordt overigens bijna niet gesproken. Het is daarenboven verrassend hoe gelegenheidsspelers zich onbewust met hun personage kunnen identificeren, als de door de regie opgelegde handelingen behoren tot hun bewegingsgewoonten, tot hun dagelijks motorisch patroon.
De film werd gedraaid in het milieu waar Timmermans zijn vertelling heeft gedacht. Meteen werden aldus de inspiratiebronnen vastgelegd, wat wellicht enig literair-historisch belang heeft. Achtergrond is: Lier, het begijnhof en de Netevallei, ‘een land dat inspiratie in den dichter giet’. Het dekor verdringt de mens niet, doch herleidt hem tot zijn relatieve proportie. Timmermans is ongenietbaar door wie geen liefde opbrengt tot de natuur ‘een kleed, waarmee God zich omgordt’. Langs de lyriek van het landschap is de ‘dichter’ terug te vinden. Ik geloof nog in de plastische schoonheid en de dwingende uitdrukkingskracht van het beeld, in een sfeerscheppende fotografie.
In dezelfde orde van gedachten heb ik zelfs niet geaarzeld af en toe de schrijver zelf heel even aan het woord te laten, niet uit gebrek aan inspiratie of uit beeldarmoede, maar om Timmermans' aanwezigheid nog inniger aan te voelen.
| |
Geen valse folklore
Het verhaal werd gepubliceerd in 1924. Het kleinsteeds klimaat van de twintiger jaren komt er goed tot uiting. Ik heb mijn film eveneens een Vlaams idioom verleend, maar er anderzijds angstvallig over gewaakt er geen ‘vals folkloristisch geval’ van te maken met kapmantels. De prent heeft het gebeuren gesitueerd tussen 1925 en '30. De humor werd gemengd met nauwelijks merkbare ironie. Ofschoon geen religieus tema, mocht het spirituele niet overslaan in een karikatuur van het onverwoestbaar volksgeloof dat voortspruit uit angst voor bovennatuurlijke machten.
Timmermans boeit buiten de grenzen van tijd of plaats. Zijn meeslepende, blijgeestige vertelkunst voldoet aan de menselijke drang naar goedheid en schoonheid. Zijn ongeschonden levensvreugde draagt zich bij de lezer over in een broos geluksgevoel. De Lierse schrijver is een belijder van het leven dat waard is geleefd te worden. Mijn film ‘Onze-Lieve-Vrouw der Vissen’, weldra voltooid, hoopt de toeschouwer met een glimp van deze Timmermansiaanse blijdschap te verrijken.
Mijn zwaarste opgave was: een onwaarschijnlijke situatie aanvaardbaar en met hoge graad van waarachtigheid met de kamera vertellen, terwijl Felix Timmermans over mijn schouders meekijkt. Indien ik daar niet in gelukt ben, dan heb ik gefaald.
Frans Verstreken
|
|