| |
| |
| |
[nummer 91]
Chronologische tabel van de verwording van brussel als vlaamse stad
DE BOERGONDISCHE TIJD |
|
|
1404 |
Anthonis van Boergondië wordt hertog van Brabant. |
|
1434 |
De eerste pensionaris of hoogste ambtenaar van de stad Brussel, Pieter van der Heyden, verbindt er zich op 4 mei, na elf jaar trouwe dienst, tegenover de stadsregering toe verder het woord te voeren, telkens als ze een afvaardiging stuurt naar het Hof of naar de Staten, alsook in de stadsraad, en zulks in verband met belangrijke beslissingen, op voorwaarde echter dat hij zich mag onthouden wanneer dit in het Frans moet gebeuren of wanneer kerkelijke zaken de inzet vormen. |
|
1465 |
Van 6 mei af wordt de in 1393 of 1394 te Gierle geboren Pieter van der Heyden bijgestaan door de ‘clerc’ Govert Roelants, zijn toekomstige opvolger. Roelants kent Latijn, Nederlands en Frans. |
|
1474 |
Overlijden van Pieter van der Heyden. |
|
DE SPAANSE TIJD |
|
|
1515 |
Troonsbestijging van Karel V. |
|
1560 |
Het Spaans verdringt het Frans als hoftaal op een ogenblik dat de jonge Lips te Brussel voor het aanleren van het Frans nog op zelfstudie is aangewezen. |
|
1575 |
Een Brussels ‘sjansonjee’ poogt in zijn ‘Kluchtigh ende Belachelijk Verhael-Dicht’ met de Walen de draak te steken. |
|
1587 |
Velpius drukt te Brussel het eerste Spaanse boek. |
|
1590 |
Stadssecretaris Filips Numan komt in de opdracht van zijn ‘Den Striit des Gemoets in den wech der duechden’ op voor zijn recht ook verheven onderwerpen in de landstaal te behandelen. Tal van humanisten gaven in deze de voorkeur aan het Latijn. |
|
1598 |
De Brusselse schoolmeesters dragen aan hun gild zes gulden af als ze Frans onderwijzen en slechts vier, zo ze zich tot het Nederlands beperken. Omgekeerd wordt het schoolgeld met een gulden verhoogd voor de bijkomende Franse les. |
|
1599 |
Velpius drukt Hornkens' Dictionarium Gallico-Hispano-Latinum. |
|
1608 |
Uitgever Velpius pronkt met het ‘oprecht neerduyts’ van zijn auteur Theodorick van Liefvelt en bedoelt daarmee een taal, ontdaan van de vele leenwoorden waarop Numan zo gesteld is. |
|
1617 |
Toneelvoorstellingen in het Spaans ten hove. |
|
1634 |
In de Brusselse ‘herberg voor onttroonde Franse vorsten’ organiseren Franse émigrés toneel-, opera- en balletvoorstellingen. Puget de la Serre, historiograaf van Frankrijk, benevens de dichters Tristan L'Hermitte en Vincent Voiture zetten hier hun bedrijvigheid voort. |
|
1635 |
Kardinaal-Infant Ferdinand verbiedt de Franse haardracht. |
|
1638 |
Balthasar Moretus geeft J.J. Chifflet de verzekering, dat alle ontwikkelde lieden in de Spaanse Nederlanden de taal van Cervantes verstaan. |
|
1647 |
De drukker Jan Mommaert jr. ergert zich eraan dat ‘vele gheboortige Brabanders sich quansuys vermyden deselve (hun moedertaal) te spreken, hoewel sy dickwyls nauws eenighe andere grondelyck en verstaen’. |
|
1649 |
Als eerste krant te Brussel wordt de Courier Veritable (sic) uitgegeven door de nochtans vlaamsvoelende Jan Mommaert. Ze wordt geredigeerd door Pierre Hugonet, advocaat bij het parlement van Dôle. |
| |
| |
|
1650 |
Als de tweede Franse emigratiegolf de stad overspoelt, onstaat, naast het hoftheater in de benedenstad, een pleisterplaats voor Parijse ‘comédiens de campagne’. |
|
1658 |
De toneelschrijver Frans Godien past het woord franskiljon, voordien alleen voor partijgangers van Frankrijk gebruikt, toe op de verfranste Brabander en uit de klacht: ‘Want wie isser van ons allen die geen Fransche-tael wilt rallen!’ |
|
1660 |
Godien huldigt zijn kunstbroeder Joan de Grieck als de vader van onze taal ‘die de beste is’. |
|
1670 |
Mommaert gispt ‘d'insluypende dobbelheyt (die) het Landts verderf naer-sleept’ en herinnert aan Seneca's waarschuwing dat ‘daer men d'Inwoonders in een bastert-tael siet behaeghen scheppen, men de Zeden en Tucht moet voor verdorven houden’. Het is dan ook met diepe genoegdoening dat hij een werk opdraagt aan de derde wethouder de Fierlandts, die ‘geen bastert-tael voor d'eygen stelde, noch de zeden van onze vyanden herkomen, voor goedt (keurde)’.
De in Antwerpen geboren Norbertijn van de abdij Grimbergen (in parochiedienst te Meise), Daniël Bellemans laat bij Jacob van de Velde aan de Korte Ridderstraat te Brussel zijn dichtbundels ‘Den Lieffelijcken Paradijs-vogel’ en ‘Het Citherken van Jesus’ verschijnen. |
|
1682 |
Hofopera aan de Hooikaai, eveneens in de benedenstad gelegen. |
|
DE OOSTENRIJKSE TIJD |
|
|
1719 |
Frans Anneessens, voorvechter van de particularistische, nationale traditie, terechtgesteld door de Oostenrijkers, die een moderne, gecentraliseerde en Frans georiënteerde staat pogen op te bouwen. |
|
1725-1741 |
Beducht voor de ondermijnende invloed van de verlichte filosofen, houdt de landvoogdes Maria-Elizabeth het Franse licht angstvallig onder de korenmaat. Voltaire lucht hierover zijn ongenoegen in scherpe hekeldichten. |
|
1734 |
Jan Laurens Krafft, van huis uit platensnijder, wil per se een ‘Tresor de Fables’ laten verschijnen, spijt zijn bekentenis: ‘... je ne suis pas François, mais Flamand, né en Brabant, élévé en Allemagne, habité en Hollande, & n'ayant fait qu'un petit voyage en France, où j'ai appris le peu de François que je possède’. |
|
1736 |
De rederijker De la Fontaine bezorgt een Nederlandse versie van ‘Alzire’, een stuk van de veel vertaalde Voltaire. |
|
1739 |
Tot een beter inzicht gekomen, laat Krafft zijn ‘Schat der Fabelen’ drukken. Hij ontpopt zich als een erfgenaam van de humanisten, ‘spraek-konstenaers’ en taalzuiveraars uit de zestiende en de zeventiende eeuw. Hij vindt het Nederlands veel ‘ouder, managtiger ende veel doordringender’ dan het Frans. Als iedereen maar zorg wilde besteden aan zijn moedertaal, dan ‘zouden wij onze tale niet vergeten en ons aen andere kleven, waerdoor haer aengenamigheid verdilgt ende onderdrukt word, bezonderlijk als zij met fransche en uytlandsche woorden word doorregen’. |
|
1743 |
De erbarmelijke maar gretig gelezen rijmelaar Michaël F. Vermeren publiceert zijn ‘Den Theater des Bedroghs’, waarop hij twee jaar later ‘De listige onstandvastigheyt des Weirelts’ laat volgen. |
|
1744-1749 |
Franse bezetting met diepgaande beïnvloeding van taal, zeden en gewoonten. |
|
1746 |
J.F. Cammaert plagieert Vondel in zijn ‘Adam en Eva’. |
|
1749 |
Vermeren voorziet zijn ‘Erlevende Belgica’ van een kreupele Franse opdracht aan Karel van Lotharingen. |
|
1750 |
Vermeren geeft te Rijsel en zonder schrijversnaam een tweetalige ‘Les Lions des Païs-Bas’ in het licht. |
| |
| |
|
1751 |
Naast de opportunisten Krafft en Vermeren en de handige letterdief Cammaert, ontpopt F. de la Fontaine zich in zijn bewerking van Riccoboni's ‘Pensées sur la Déclamation’ als een man met eigen ideeën waar later Verhoeven en Verlooy hun voordeel mee doen. Hij mag voor die periode als de enige figuur van betekenis worden beschouwd. Hij heeft een meer dan lokale betekenis en wijst in een windstille periode bovendien naar een betere toekomst. |
|
1772 |
De Munt wordt geweigerd voor opvoeringen in het Nederlands, dat nu al Brabants-Duits of Brabants heet. Zo gaat maatschappelijk hoogteverlies met culturele bewustzijnsverenging gepaard. |
|
1774 |
Boubers drukt Rousseaus werken. Register en statuten van de kamer ‘Suyver Lellebloem’ worden tweetalig. Franse publicisten tonen zich al enige tijd bijzonder actief. |
|
1777 |
Rombaut geeft naast een ‘Verheerlijkt Brussel’ ook een ‘Bruxelles illustrée’ uit. |
|
1781 |
Advocaat Verlooy geeft in zijn ‘Codex Brabanticus’, telkens als het mogelijk is, de voorkeur aan de Nederlandse versie van de wetteksten. |
|
1788 |
Publikatie van de ‘Verhandeling op d'Onacht der moederlyke tael in de Nederlanden’. |
|
DE FRANSE TIJD |
|
|
1794 |
Vestiging van taaldwang van overheidswege op ideologische grondslag. Hierdoor voor de keuze gesteld tussen ‘vrijdom’ en ‘volkdom’, een keuze die hem in 1789 bespaard werd, blijft Verlooy de Revolutie trouw. |
|
1795 |
Op het ogenblik dat zijn politieke vrienden zijn ‘moederlyke tael’ helemaal aan ‘d'onacht’ prijsgeven en ze uit de Raad van Brabant benevens de gerechtszaal verbannen, aanvaardt Verlooy het ‘oorlogsburgemeesterschap’ van het departement der Dijle. |
|
1796 |
Rechter Wautelé voorkomt een gerechtelijke dwaling door de arbeider ‘Corneille’ Cammaert en de herbergier van ‘De Meyboom’ in de ‘faubourg de Louvain’, waar eerstgenoemde in een rel met Franse dragonders betrokken was, toch maar in het Nederlands te ondervragen. |
|
1797 |
Vroegtijdige dood van Verlooy, wiens betekenis voor de Vlaamse beweging pas in 1911 opnieuw zal in het licht gesteld worden door Karel Angermille.
Oprichting van de degelijke Ecole Centrale, waar van de leerlingen ‘un attachement sincère à votre nouvelle patrie, et un retour fraternel d'affection et de fidélité’ verwacht worden. Tot hen richt de directie de aanmaning: ‘Devenus français, rendez-vous dignes de ce beau titre...’ |
|
1802 |
In het teken van de napoleontische restauratie moet de Ecole Centrale plaats maken voor het keizerlijk lyceum. Daar is het onderricht niet langer op de vorming van ‘citoyens’ gericht. Het is veeleer de bedoeling de telgen van notabelen op te voeden tot bekwame en verknochte dienaren van de Staat die, waar het moet, knappe elementen met studiebeurzen aan zich weet te binden.
De Leuvenaar V.A.C. Le Plat laat te Brussel een waardeloos travesti op het epos van Vergilius verschijnen. |
|
1803 |
F.X. Zeghers vraagt een vergunning voor een ‘Groot Brusselsch Nieuwsblad’, bestemd voor al degenen die nog helemaal geen of onvoldoende Frans blijken te kennen. Er komt niets van in huis. |
|
1805 |
Een gelijkaardige aanvraag wordt afgewezen omdat het blad immers moest gedrukt worden ‘dans un idiome particulier à un infiniment petit nombre de départements. Elle irait d'ailleurs contre le but actuel de l'instruction publique en propageant |
| |
| |
|
une langue qui n'est pas celle de la nation’. Te Brussel weigert de overheid aldus consequent compromissen te sluiten, waartoe ze elders uit opportuniteitsoverwegingen blijkbaar wel bereid is. |
|
1809 |
Gegoede ouders wordt de verplichting opgelegd hun kinderen op eigen kosten naar colleges in de buurt van Parijs te sturen. |
|
1812 |
Het universitair monopolie heeft de sluiting van de bijzondere scholen tot gevolg, zodat de schoolbevolking van het keizerlijk lyceum ook zonder studiebeurzen makkelijker op peil kan gehouden worden. |
|
HET VERENIGD KONINKRIJK |
|
|
1814 |
Na de val van Napoleon pleiten negen dekens van Brusselse ambachten voor het herstel van de oude landstaal.
Als eerste stap op die weg verschijnt op 18 juli een besluit waarbij alle notariële akten weer in het Frans of het Nederlands mogen opgesteld worden. In laatstgenoemd geval is, wegens het overnemen van het oude bestuursapparaat, tot nader order een Franse vertaling ter registratie vereist. Op 1 oktober vervalt die beperking. Terzelfdertijd wordt het Nederlands in de Vlaamse gewesten als bestuurstaal in eer hersteld. |
|
1815 |
Op 1 maart wordt de Parkschouwburg omgedoopt in Hollandsche Schouwburg in het Park. In augustus zorgt een gezelschap van het Amsterdams Nationaal Toneel voor ‘Hollandsch Spectakel’ in de ‘Schouwburg op de Munte’. Het blijkt maar een strovuurtje te zijn. |
|
1816 |
Brusselse en Waalse misnoegdheid over de nieuwe taalpolitiek. |
|
1819 |
Streektaal wordt bestuurstaal na een overgangsperiode van drie jaar. |
|
1822 |
De arrondissementen Brussel en Leuven worden bij de nederlandstalige gevoegd. |
|
1823 |
De Nederlandse acteur Majofski treedt voor een ledige Parkschouwburg op. Plannen voor een Nederlandse krant en een dito nationaal toneel niet voor verwezenlijking vatbaar. Ondertussen leidt de enige nog resterende rederijkerskamer een kwijnend bestaan. De Franse nadruk ontwikkelt zich echter tot heuse industrie en Franse publicisten richten vanuit Brussel hun pijlen op de Restauratie. |
|
1824 |
Met de vernederlandsing van het atheneum wordt een aanvang gemaakt. |
|
1825 |
Verlate toepassing van de taalbesluiten door de stedelijke administratie. |
|
1829-1830 |
De vernederlandsing van het atheneum wordt voltooid. |
|
1829 |
De Brusselse advocaten, tot dan toe door minister Van Maanen in bedwang gehouden, eisen en bekomen taalvrijheid. |
|
1830 |
Op 4 juni wordt de taaldwang weer opgeheven. |
|
HET KONINKRIJK BELGIE |
|
|
1836 |
Jacob Kats, letterkundige en democratisch agitator, voorloper van de socialistische arbeidersbeweging en van de sociale richting in de Vlaamse ontvoogdingsstrijd, organiseert in de hoofdstad zijn eerste meeting. Ze geeft aanleiding tot allerlei incidenten met de politie en tot felle tegenwerking van de geestelijkheid. |
|
1837 |
Geboorte van Karel Buls. |
|
1850 |
Kats richt het (amateurs)-Tooneel voor Volksbeschaving op. |
|
1846 |
Eerste talentelling (zie verder). |
|
1853 |
Een ‘Vlaemsch Comiteit’ kant zich tegen de aanhechting van Sint-Joost-ten-Node, Schaarbeek, Elsene, Koekelberg, Sint-Jans-Molenbeek enz. bij Brussel, waar ze zouden overgeleverd worden aan de verfransingsmachine, die er een Vlaamse meer- |
| |
| |
|
derheid (74.680 tegen 47.534 in 1846) bewerkt. Het comité vraagt op gematigde toon tweetalige mededelingen aan het publiek en Vlaamse scholen voor Vlaamse kinderen. |
1860-1861 |
Vier toneelverenigingen (Kunstverbond, Wijngaerd, Morgenster en Sint-Jans-Tooneel, houden samen 91 voorstellingen: 31 oorspronkelijke, 57 uit het Frans en 3 uit het Duits). L'Etoile belge van 1-XI-1861 dringt bij de minister van binnenlandse zaken, Van den Peereboom, aan dat hij deze verdienstelijke liefhebbers aan een zaal zou helpen. Aldus zou het verzuim van zijn voorganger Rogier worden goedgemaakt, die een commissie nochtans verslag had laten uitbrengen over de toestand van het Nederlands toneel in de hoofdstad. In dit rapport wordt het feit aangeklaagd dat alle kredieten naar de Franse theaters gaan. |
1870 |
Geboorte van de Vlaamse staatshuishoudkundige Lodewijk de Raet. |
1872 |
Geboorte van de Vlaamse letterkundige August Vermeylen. |
1873 |
De boetstraffelijke rechtbank veroordeelt Schoep uit Molenbeek tot 50 frank boete, wegens weigering de geboorte van een zoon in het Frans aan te geven. In hoger beroep pleiten zijn advocaten in het Nederlands, maar tevergeefs, aangezien het Hof, dat dit bijna als majesteitsschennis beschouwt, hun taak onmogelijk maakt, door de pleidooien zin voor zin te doen vertalen. De zaak-Schoep verwekt in het gehele land grote beroering en doet de twist over het gebruik van het Nederlands in rechtszaken hoog oplaaien. |
1875 |
Oprichting van een Naamloze maatschappy ter exploitatie des Nederlandschen Schouwburgs te Brussel, met als bezieler de uit Tielt afkomstige Julius Hoste, die ook hier veel steun ondervindt van de liberale Brusselse voorman Karel Buls. |
1879 |
Geboorte van de Vlaamse letterkundige Herman Teirlinck. Karel Buls wordt schepen van onderwijs. |
1883 |
Creatie van Vader Hostes successtuk ‘De Brusselsche Straatzanger’. |
1887 |
Het streven van Hoste en Buls vindt in oktober zijn bekroning in de inwijding aan de Lakensestraat van een Vlaamse schouwburg. Het gebouw is in twee jaar klaargekomen. Leopold II houdt bij deze gelegenheid een Nederlandse toespraak. |
1888 |
Sedert 1868 hoofdredacteur van het weekblad De Zweep (1860) steekt Vader Hoste met het vrijzinnig Vlaams dagblad Het Laatste Nieuws van wal. Het had een tegenhanger in het r.k. volksblad van Jan Huyghe: Het Nieuws van de Dag (1885). |
1895 |
In een vertoogschrift van het Liberaal Vlaamsch Verbond wordt geconstateerd, dat de reactie na het heengaan van Buls, die via het onderwijs tot de politiek was gekomen en het steeds voor de Vlaamse school had opgenomen, hoogtij viert: ‘Die Vlaemsche klassen staan thans, dank zij die ongeoorloofde uitlezing (systematische overheveling van alle kinderen die een paar woorden Frans kennen) bij gansch het onderwijzend personeel zoowel als bij de leerlingen en ouders, gekend als echte Vlaamsche Jodenhoeken of Lazaruszalen...’ Vandaar het dreigement van radeloze schoolbestuurders aan het adres van onverbeterlijke belhameis: ‘Si vous n'êtes pas sages, nous vous mettrons dans la classe flamande!’ |
1910 |
Blijkens de uitslagen van de officiële talentelling bedraagt het aantal nederlandstaligen in de agglomeratie nog 46,25 tegen 48,73% franstaligen. |
1911 |
De afdeling onderwijs van de Liberale Volksbond komt tot de bevinding, dat 11 t.h. van de schoolbevolking als gevolg van de ‘ongeoorloofde uitlezing’ drie jaar ten achteren is. |
1918 |
Oprichting van het dagblad ‘De Standaard’ door Dr. A.J. van de Perre en F. van Cauwelaert. Het eerste nummer verscheen op 4-12-1918. In feite had dit op 28-11-1914 moeten gebeuren, maar de oorlogsomstandigheden hadden dit belet. |
| |
| |
1920 |
De verhouding wijzigt zich sprongsgewijze in het nadeel van het Nederlands. Ze wordt: 37,82 tegen 58,68. |
1923 |
Stichting van een Vlaamse Club met prominente leden als Vermeylen, De Backer, Roelants e.a. |
1930 |
Afvlakking van de curve: 33,69 (N) tegen 62,73 t.h. (F). |
1931 |
Het N.I.R. wordt in het leven geroepen. |
1932 |
De taalwetgeving laat de Brusselse gemeenten die voordien zonder enige uitzondering in het Frans bestuurd werden, de mogelijkheid om vrijelijk het Nederlands naast het Frans als bestuurstaal te kiezen. Geen enkele gemeente maakt hiervan gebruik, zelfs Anderlecht, Molenbeek, Koekelberg en Jette niet, waar de nederlandstaligen, blijkens de jongste telling, nochtans in de meerderheid zijn. |
1945 |
Stichting van het August Vermeylen-Fonds. |
1947 |
Bij de telling maakt het Frans, net als na de eerste wereldoorlog, weer een sprong vooruit en overschrijdt nu 70%. Het Nederlands valt terug op 24,24%. |
1949 |
Daar de laatste telling in de reeks in sterkere mate nog dan de vorige in een verkapt referendum tegen het Nederlands ontaard is, waagt mr. Leo Lindemans zich aan een proeve van objectieve talentelling, waarvan de resultaten in 1951 gepubliceerd worden. Hij komt tot 53,50% nederlandstaligen, in absolute cijfers uitgedrukt een half miljoen, tegen 66,65% in 1846 als de agglomeratie in totaal maar 211.634 zielen telde. Voor de betrouwbaarheid van laatstgenoemd percent staat de internationale wetenschappelijke faam van de man die de operatie leidde, A. Quetelet, borg. |
1952 |
De in 1950 gestarte Stichting-Lodewijk de Raet wordt een instelling van openbaar nut. |
1954 |
Bij gelegenheid van hun aanhechting bij de agglomeratie, kiezen Ganshoren en Sint-Agatha-Berchem het Frans als bestuurstaal. Alleen Evere kiest belde talen. |
1962 |
Ten aanzien van de carentie van de plaatselijke besturen neemt het Rijk de bouw van Vlaamse scholen ter hand. |
1963 |
Nadat alleen Evere voor de binnendienst vrijwillig de tweetaligheid had gekozen, legt de nieuwe taalwetgeving zulks op. Terzelfder tijd wordt een stelsel van taalfaciliteiten ingevoerd te Drogenbos, St.-Genesius-Rode, Linkebeek, Wezenbeek-Oppem, Kraainem en Wemmel. |
1966 |
De burgemeester van Anderlecht noemt de verfransing van de agglomeratie onherroepelijk.
Volgens de socioloog G. Kint schommelt het aantal nederlandstaligen tussen 257.000 en 310.000 (26 à 31 of 22 à 27% naargelang van de gebruikte methode) tegen 755.000 à 810.000 franstaligen. In 1947 haalde het Nederlands 24,24 t.h.
De cijfers die Kint inzake Vlaamse schoolbevolking opgeeft, hebben op 96,4% van alle inrichtingen - Rijk, Provincie, gemeentelijk en vrij onderwijs - betrekking, d.w.z. 37.237 leerlingen, waarvan 34,32 in het openbaar en 65,68% in het bijzonder onderwijs. Kint acht het aantal klassen van het middelbaar onderwijsniveau af voldoende, maar ze zijn slecht gespreid.
Alleen in het lager-middelbaar technisch onderwijs zijn er 2500 à 3500 plaatsen te weinig. Vooral op het vlak van het lager en het kleuteronderwijs is er echter een nijpend gebrek aan klassen. Er moeten bijgevolg 5 tot 7000 kleuters en 7 tot 12000 scholieren in de verkeerde klas zitten.
Bij gebrek aan klaarheid omtrent de bewegingsvrijheid van de taalinspectie wordt aan Vlaamse zijde betwijfeld of ze voldoende waarborgen biedt tegen de voortschrijdende verfransing van Vlaamse kinderen.
Aan de vooravond van de start op 1.1.1967 van een gewestelijke omroep Vlaams-Brabant met zetel te Brussel, nemen franstalige Brusselse bladen tegenover dit initiatief een onwelwillende houding aan. |
Karel Hemmerechts
|
|