ontmoetingen
Gilbert De Cock
op het kruispunt van lijn en licht
Wie thans nog de eerste werken van Gilbert Decock voor ogen ziet, zoals ze in de zaal van het Hotel de l'Europe ten toon waren gesteld, zal de lijn ontdekken welke deze jonge kunstenaar heeft gevolgd, om tot de rijpheid en volheid van vorm te komen die hij thans heeft bereikt.
Wars van alle gemakzucht bij eerste suksessen heeft Gilbert Decock zijn werkkracht weten te bewaren. Deze werkkracht, gedreven door een innerlijk zoeken, is voor hem ten slotte van het grootste belang geweest en terwijl de erkenning misschien wel wat lang uitbleef, heeft zij de kunstenaar over de moeilijke periode heen geholpen.
Immers, deze werkkracht en produktiviteit, gesproten uit een innerlijke rijkdom, hebben voor hem het jaar 1964 tot een bijzonder jaar gemerkt.
Tijdens de tentoonstelling in januari werden enkele van zijn werken aangekocht door de Staat. Daarbij komt, dat in de tentoonstelling ‘Prijs van de Jonge Belgische Schilderkunst’ in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel, een flinke onderscheiding werd toegekend aan onze Knokse kunstenaar, die ten andere reeds enkele jaren naar deze prijs had gedongen.
Daarop volgde een tentoonstelling in de St.-Pietersabdij te Gent, samen met een selektie uit deze van het Paleis voor Schone Kunsten. Ook daar kwam hij in het brandpunt van de belangstelling te staan, en naast de reeds ruime schare van kunstliefhebbers die zijn konstruktivistische doeken wist te waarderen, kreeg zijn naam meer klank onder het groot publiek. Hij stelde eveneens ten toon in maart-april te Verviers.
Gilbert Decock behoort ten andere tot déze jongeren in de abstrakte kunst, die gedreven zijn door een opbouwende geest. In die zin werd zijn werk, samen met dat van een tiental anderen ten toon gesteld in de Volkshogeschool ‘De Blankaart’ te Woumen onder de titel ‘Geometrische abstrakte kunst’. Ten slotte viel hem de grote eer te beurt eveneens werk te kunnen ekspozeren, samen met al de groten der abstrakte gekonstrueerde kunst, tijdens een tentoonstelling ingericht van 28 maart tot 8 april te Brussel door de kunstcritici Maurits Bilcke, Jo Delahaut en J. Derweduwen als ‘Hulde aan Jean Seaux’, de in 1962 overleden gekende kunstcriticus. Het is tussen de grote namen van onze moderne konstruktivisten dat zijn werk volledig tot zijn recht kwam en dat hij op het kruispunt van lijn en licht de bevestiging kreeg van zijn kunnen.
A. Ghekiere