ontmoetingen
Jozef Camerlynck Officier in de Kroonorde
Op voorstel van het Ministerie van Financiën werd, bij Koninklijk Besluit van 4-9-1964, de h. Jozef Camerlynck, Beheerder, Directeur-Generaal van de NV. Bank van Roeselare en West-Vlaanderen, bevorderd tot Officier in de Kroonorde. Zijn verdiensten inzake zorg voor de verwaarloosde jeugd in de Tehuizen ‘Onze Kinderen’ en ‘Onze Jongens’ te Rumbeke, werden vroeger reeds officieel erkend in de benoeming tot Ridder in de Kroonorde, onderscheiding die hij samen met zijn echtgenote ontving. Thans is het zijn activiteit op het financiële plan die de aanleiding vormde tot een bevordering in voormelde orde.
De persoon van de h. Camerlynck is onmogelijk weg te denken uit de economische evolutie en opgang van de Provincie West-Vlaanderen. Hij was een der eersten om in te zien dat deze provincie en meer bepaald haar middenstandsklasse, nood had aan een financiële instelling, die zich zou interesseren aan haar problemen en die bereid zou zijn haar initiatieven daadwerkelijk te steunen. In de Bank van Roeselare, toentertijd genaamd de Middenstandsbank, zag hij het geschikte middel om in deze behoefte te voorzien.
In het jaar 1928 aanvaardde hij de leiding van deze instelling. Met helder doorzicht, onvermoeibare werklust en verbeten doorzettingsvermogen bouwde hij deze bank uit tot een voorname instelling, die niet alleen op financieel maar o.m. ook op kultureel gebied een weldaad is voor West-Vlaanderen.
Bij de stichting van ons Verbond en ons Tijdschrift gingen wij ook bij de h. Camerlynck aankloppen om financiële steun. In alle vertrouwen ten overstaan van ons initiatief werd ons die steun door de Bank van Roeselare onmiddellijk toegezegd. En in stijgende verhouding verleend tot op vandaag de dag.
Daarom vooral onze dank aan de h. Camerlynck die bij de Raad van Beheer van de N.V. Bank van Roeselare en West-Vlaanderen steeds onze eerste en meest eminente voorspreker was.
De jongste blijk van officiële waardering en hulde moge voor de h. Camerlynck een aansporing zijn om op de ingeslagen weg verder te gaan.