vrije tribune
Gigantisme
Een opvallend kenmerk van eigentijdse schilderijen is de uitgestrektheid.
Deze kan zo groot zijn, dat een schilderij een volle wand inneemt. De schilder, die het bolwerken kan, dat zijn ene doek, op een tentoonstelling, zich uitstrekt over een volle wand, boft, want zijn aanwezigheid is opzienbarend en de toeschouwer is letterlijk gedwongen tot een eerbiedig recul, om overzichtelijk het gehele doek op te kunnen nemen.
De kijker moét wel groot zien, omdat de schilder over een grote oppervlakte zijn verven heeft verdeeld.
Dat een schilderij van grote afmetingen inderdaad ook indrukwekkend en aangrijpend groot kan zijn, wordt niet betwist, maar de elementen, waarmee dit schilderij is opgebouwd moeten dan werkelijk die omvang nodig hebben.
Van een groot schilderij zijn de afmetingen de maat van zijn volwassenheid.
De verkleinde reproductie van de Nachtwacht geeft ook maar een gereduceerde indruk van het origineel. Zo een schilderij met grote afmetingen kan verantwoord zijn, dan zal niemand toch ontkennen, dat er te veel grote gekleurde lappen worden tentoongesteld. Schijnbaar monumentaal zijn zij slechts meester-achtig. Het volstaat musea voor oudere schilderkunst te bezoeken, om te ervaren, dat niet alleen nu, maar ook vroeger, er veel veelplaatsinnemende-doeken werden geschilderd, die niet behoren tot de Schilderkunst. De aanleiding tot dit schrijven, is een artikel van Claude Roger Marx in Le Figaro Literaire van 17.8.63, onder de titel ‘Le gigantisme ne fait pas la grande Peinture’.
Dit is inderdaad zo - en vermits deze waarschuwing is opgenomen in een blad, bestemd voor Franse lezers, blijkt het dat het hier niet gaat om een uitsluitend Vlaamse of Westvlaamse aangelegenheid. Er is werkelijk een stijgende neiging bij de Aktuelen, om zich uit te schilderen op steeds grotere panelen.
Die hang naar grootheid, brengt het kwade vermoeden bij van megalomanie, waardoor een beschaamdheid ontstaat voor het klein formaat.
Nochtans zegt Claude Roger Marx terecht: ‘La grandeur en art, ne se mesure jamais au mètre’.
Groot zien is niet hetzelfde als groot doen. Wie de intentie heeft, wereldomvattend, de tijdsgeest uit te schilderen, kan het gestueel beproeven over steeds uitgebreider oppervlakten - maar deze intentie is niet voldoende. Zo de vormkracht er niet is, dan ontstaan er schilderijen, die groeien als kolen en dan is het de vraag of het niet beter ware ietwat in te binden en een toontje lager te zingen en eens te kijken naar