ontmoetingen
Het dertigste tornooi van het Koninklijk landjuweel te Kortrijk
We hebben als journalist in onze beschouwingen over de prestaties van de tien deelnemende groepen aan het dertigste tornooi van het Koninklijk Landjuweel, dat voor de derde maal te Kortrijk werd betwist tot vervelens toe herhaald hoe gering de belangstelling was vanwege het publiek. Vaak bereikte men niet het getal van tweehonderd aanwezigen w.o. vaak een sterke delegatie bestaande uit ‘supporters’ van de mededingende kringen zelf. Alhoewel een eerder middelmatige start in het begin als een verzachtende omstandigheid kon aanvaard worden, moest men vlug erkennen dat het artistieke peil plots verrassend was gestegen. In alle objectiviteit mogen we schrijven, onder voorbehoud van een paar dieptepunten, dat onze liefhebbers zeer voortreffelijk toneel voor het voetlicht hebben gebracht en een van hun verdiensten was wel, dat ze zich durfden wagen aan stukken, die grote inspanningen eisten qua uitvoering en waar de klippen van de melodramatiek in de drama's of het burleske in de blijspelen handig werden omzeild.
Onder de deelnemers waren er ook twee Westvlaamse toneelverenigingen nl. ‘Eendrachtig Pogen’ die onder regie van R. Van Duyn ‘Montserrat’ van Em. Robbles voor het voetlicht bracht en ‘St.-Rembert’ uit Torhout met ‘De Dag van Talavera’ door Eug. O. Neill, onder regie van G. Cafmeyer.
Een eerste vaststelling, die we moeten maken is dat de toeschouwers nu eenmaal niet mogen verlangen dat liefhebbers als beroepsgezelschappen zouden presteren. Wanneer men weet welke inspanningen sommige kringen doen om stand te houden, in welke treurige omstandigheden vele amateurs een stuk instuderen en slechts over weinig krachten beschikken om nog te zwijgen van het gebrek aan aanmoediging en financiële steun, dan willen we graag hulde brengen aan alle deelnemers ongeacht hun classificatie, om wat ze binnen de begrensdheid van hun kunnen en mogelijkheden verwezenlijkten.
Het is niet onze opdracht aan een individuele beoordeling te doen en de jury samengesteld uit de hh. P. Van Aerden, voorzitter, F. Bekaert, verslaggever, en leden Flor Demedts, Ferdin. De Smedt, J.A. Goeyens, Joz. Storme, M. Van Spaandonck heeft haar oordeel, - of moeten we de proclamatie als een verdict beschouwen - zaterdag 8 februari en dit in aanwezigheid van de h. Van Elslande, minister van Cultuur, Adjunct van Nationale Opvoeding laten horen. Toch durven we de vraag stellen of er niet moet gezocht worden naar een andere formule, of men de interesse niet zou kunnen opwekken door eerst een provinciaal tornooi te organiseren en alleen de laureaten of de twee eerstgeklasseerden te laten mededingen met die van de andere provincies, zodat het publiek zou weten, dat slechts de puikste groepen zo 'n tornooi betwisten. Anderzijds verkeren enkele