[Alfons Blomme 75, vervolg]
Meisje in de bloemen
werd hij laureaat van de Stedelijke Akademie en verwierf de ere-medaille van de stad samen met een studiebeurs van 75 F. Voor het betalen van zijn studies te Brussel was dit echter onvoldoende. Hij zag zich ginder genoodzaakt naar een bijkomend winstgevend baantje uit te zien, dat hij als pianist vond in een bioscoop, als begeleider van stomme films.
In 1913 riskeerde hij zich voor de Romeprijs, die hem echter pas voor 1920 zou zijn voorbehouden. Intussen had Blomme reeds Italië bezocht. Ook andere landen. Tijdens de oorlog verbleef hij in Nederland en huwde er Kaatje. Veel later zou hij zelfs een studiereis naar Amerika ondernemen, waar hij dacht zijn vriend Albert Einstein te bezoeken, die echter vlak voor zijn afreis gestorven was. Noch zijn reizen, noch zijn artistieke aanleg hebben in hem de typische Roeselaarnaar gedood. In een bekende Vlaamse krant noemde een criticus Blomme zoiets als een chemische verbinding van kunstzin en zakelijkheid. En inderdaad er steekt veel waarheid in deze kurieuze, vanzelfsprekend humoristisch bedoelde, bewering. Voor de jonge Blomme concretiseerde het neo-impressionisme van Em. Claus het summum van wat men destijds als schilderkunstige ambitie kon hebben. De overdadigheid van licht, zon en kleur verblindde het oog en maakte de benadering van de menselijke realiteit, die bovendien niet altijd mooi was, zoniet onmogelijk, toentertijd in ieder geval ondenkbaar.
Blomme werd zich van de mens bewust in Italië. Het nieuwe gevoel uittte zich voor het eerst in zijn werk tijdens de oorlogsjaren. Het voorbeeld van Claus was verleden tijd geworden en voorbijgestreefd. De kunstenaar zag zich voor andere opdrachten dan het schilderen van op- of ondergaande zonnen geplaatst.
Blomme had grote bewondering voor Van Gogh en inspireerde zich op hem om zich een persoonlijke vlek- of streep- of stippeltechniek eigen te maken. Zijn hele leven had hij een hekel aan -ismen, zelfs aan expressionistische die hem een gedragslijn voortekenden. In zijn oeuvre manifesteert Blomme een bijzondere voorliefde voor de bruine kleur, vanaf het oker-gele tot het aarde-bruine. Hij voltooit bij voorkeur met paars-violet, zegt hij. In ieder geval weet hij zijn kleuren steeds desdanig te nuanceren, dat ze ontegensprekelijk altijd de plastische eigenschappen van zijn werk dienen. Zeer onlangs nog brachten wij een bezoek aan zijn atelier op de hoogste verdieping van het appartementsgebouw dat de hoek vormt van de Ooststraat met de Delaerestraat dichtbij het Stationsplein te Roeselare. Blomme is nog zeer aktief. Hij liet er ons een Piëta van waarachtige, onmiskenbare schoonheid bewonderen.