[West-Vlaanderen 1964, nummer 73]
[Editoriaal]
WIE EEN RONDREIS MAAKT IN WEST-VLAANDEREN WORDT getroffen door de veelzijdige ontwikkeling van onze provincie. Vele gewesten werden door de oorlog zeer erg geteisterd. Talrijke kerken zijn totaal of gedeeltelijk vernietigd geworden. Heropbouw en aanpassing aan de nieuwe geesteshouding van de moderne mens werd een dringende noodzakelijkheid. Daarbij kwam in de jongste jaren de industriële expansie die de bevolkingsstruktuur van de provincie opvallend heeft gewijzigd. De bevolkingsaangroei en de bevolkingsverschuiving hebben de oprichting van verschillende kerken noodzakelijk gemaakt.
Talrijke nieuwe opdrachten werden aan bevoegde bouwmeesters en kunstenaars toevertrouwd. Een nieuwe opvatting kreeg stilaan vorm. Doelbewust en eerlijk streefde men naar de schepping van een sacrale ruimte waarin de moderne mens, vatbaar voor eenvoudige schoonheid, in ontmoeting kon treden met de wereld van de Drieëne God. Ter gelegenheid van de Provinciale Kultuurdagen van 1954 heeft onze bisschop, Zijne Exc. Mgr. E.J. De Smedt, alle kunstenaars en bouwmeesters opgeroepen om voor de mensen van deze tijd ‘het schone, waardoor hun ziel beroerd wordt, met uiterlijke symbolen te vertolken.’
Talrijk zijn diegenen die onverpoosd hebben gewerkt, meestal onopgemerkt, om die nieuwe vormen te creëren waardoor de hedendaagse mens wordt binnengeleid in de wereld van het schone en van het sacrale. De evolutie wordt gekenmerkt door eenvoud en soberheid. Een drang naar herbronning typeert het aktuele streven van de kunstenaar. Hij peilt naar de bron van alle waarheid en schoonheid. De religieuze ruimte of vormen die hij scheppen wil manifesteren een dienend karakter. Hij wil doorheen de eigentijdse vormen heenwijzen naar een boventijdelijke idee. Geen triomfalisme van deze vormen, maar vertolking van transcendente waarden.
Deze nieuwe visie en realisatievormen zijn het resultaat van diverse inspanningen en initiatieven. In deze soms zware periode van zoeken en tasten werden de kunstenaars door de Provinciale Kultuurdagen, Het Kristelijk Kunstenaarsverbond en verschillende initiatieven in verband met het inrichten en organiseren van tentoonstellingen, Provinciale prijzen voor architectuur, colloquia enz. op uitstekende wijze bijgestaan. Maar er is ook in de mentaliteit van het gelovige volk een evolutie ingetreden. In de sfeer van het Concilie, uitgedrukt in de betekenisvolle teksten van de Constitutie over de Liturgie, wil de hedendaagse mens authentiek en communitair, in ontmoeting komen met de levende God. Daarom draagt het volk van God graag bij, langs het diocesane werk Domus Dei, tot de opbouw van het Huis van God.
MGR.V. VANGHELUWE
Voorzitter van de Bisschoppelijke Commissie voor Kerkbouw