vrije tribune
Oorsprong van de Duits-Vlaamse betrekkingen
Op de Westvlaamse-Westfaalse Cultuurdag te Münster werd meermaals beweerd - en ook de pers sprak zich in die zin uit - dat de stad Münster ongetwijfeld mocht beschouwd worden als de ‘wieg’ van de Duits-Vlaamse cultuurbetrekkingen. Er werd o.m. vastgesteld dat de eerste Duitse vertaling van Conscience in Münster verscheen. Doch de toevallige zetel van een uitgever mag niet als de wieg van een cultureel uitwisselingsprogramma beschouwd worden. Het is dan ook nuttig de zaken eens klaar op punt te stellen:
De eerste Duits-Vlaamse cultuurbetrekkingen gaan terug tot Hoffmann von Fallersleben, de Duitse dichter August Heinrich Hoffmann, die in 1798 in Fallersleben geboren werd. Hij was van 1830 tot 1842 professor in de Germanistiek aan de universiteit van Breslau in Silezië en gaf er, van 1830 tot in 1862, de Horae Belgicae uit, een verzameling Nederlandse volksliederen in 12 banden. Hij was het, die de eerste stoot gaf aan de Duits-Vlaamse cultuurbetrekkingen en deze stoot ging van de stad en de universiteit Breslau uit.
De eerste vertaler van een Vlaams werk was Melchior von Diepenbrock. Hij was afkomstig uit Bocholt, gelegen op vijf kilometer van de Nederlandse grens, en gaf in 1845 drie novellen van Conscience in het Duits uit, onder de titel Vlämisches Stilleben. Von Diepenbrock verbleef in 1845 eveneens te Breslau, waar hij tot 1853 de aartsbisschoppelijke stoel bekleedde en in 1850 tot kardinaal benoemd werd.
Dientengevolge moet de oorsprong van de Duits-Vlaamse cultuurbetrekkingen respectievelijk uitgegaan zijn van Breslau, de Silezische hoofdstad, en van de geboorteplaats van de eerste baanbrekers, nl. Bocholt, niet ver van de Nederlandse grens, en tevens naar Fallersleben terugvoeren.
Omdat hierover steeds weer verwarring bestaat, zij het eens ten gronde vastgesteld.
Georg Hermanowski