[De expressionistische kunst van St-Martens-Latem, vervolg]
Minne: De Man met de Waterzak.
in de stad en hij verloochende daarbij tijdelijk de tere kleurschakeringen, die gelukkig weer te voorschijn kwamen in zijn laatste gedegen werken..
Zijn vriend, Frits van den Berghe, die eerst als satelliet aan zijn zijde stond, maakte een zelfde ontwikkeling door. Hij had de geest van een autodidact en ik hoorde hem meermalen, met leraarsstem, betogen over stelsels die hij ophaalde uit onverduwde lectuur, en over vormen die hij zou uitvinden. Mede met de Smet werd hij aangetrokken door het Duitse expressionisme, en toen heeft hij uitstekende werken vervaardigd, als zijn Portret van Permeke. Hij verwierf eveneens veel vaardigheid op het gebied van de kleurenverwerking.
Dit leidde hem later, toen hij op zijn eentje voortwerkte te Gent, tot een vernieuwing, die neerkwam op een volgen van het surrealisme. Op het einde van zijn leven, bracht hij zeer kleurrijke schilderijen voort, die echter, met hun onstandvastige vormen, kronkelingen, kaleidoscopische tonen, regelrecht ingingen tegen de vaste vormgeving van bewust leven en begrijpen, door de Latemse school gevolgd. Toen kwam de uitbeelding van nachtmerries in viscerale vormgeving, die door sommige letterkundigen opgehemeld wordt als de uitdrukking van diepe denkbeelden en voortbrengsels van een verheven scheppingsvermogen.
Door de zucht naar vernieuwing en het streven naar een beheerste uitdrukkingsvolle stijl, zijn al deze zo verscheiden kunstenaars verbonden. Ook nog anderen, die in deze omgeving werkzaam waren als Hubert Malfait, Jules de Sutter en de flinke Albert Saverys, die glimlachend zijn weg alléén voortzette.
De samenhorigheid is eerst duidelijk gebleken in de groepstentoonstelling te Latem gehouden in augustus 1924 en kort daarop in deze gehouden bij Giroux te Brussel in januari 1926. En nu is de Latemse School, als ik bij de aanvang zegde, in de geschiedenis geraakt. Maar wij mogen daarbij niet vergeten dat de geschiedenis moet beschouwd worden als een teer weefsel van feiten, onvaste beschouwingen en legenden.
Gustaaf van de Woestijne: Bedelende vioolspeler (1920). Museum voor Schone Kunsten, Luik.