Griekse terracotta-beeldgroep: deeg kneden op het ritme van fluitmuziek. In een boek van de Griekse folklorist Athênaios (derde eeuw na Christus) wordt medegedeeld dat de Etrusken allerlei bezigheden verrichtten op het ritme van muziek, o.a. ook het deegkneden. Een bevestiging van deze bewering bracht het hierbij afgebeelde terracotta-werk, dat opgegraven werd.
expressieve manier bezongen worden, uitgegroeid tot een van de machtigste muzikale scheppingen van J. Haydn.
In het nr. 4 laat de componist de ploegende boer een lied zingen dat beantwoord wordt door het koor en waarvan de melodie het Andante is uit zijn eigen paukenslag-symfonie.
Hoe vrolijk klinkt in De Lente het volksliedachtige ploeglied waar de landman zingt: Schon eilet froh der Ackersmann zur Arbeid auf das Feld; in langen Furchen schreitet er dem Pfluge flötend nach. De herfst brengt het danklied van de vlijt: Von die, o Fleiss, kommt alles Heil. Die Hütte, die uns schirmt, die Wolle, die uns deckt, die Speise, die uns nährt, ist deine Gab, ist dein Geschenk.
Om de herfst te besluiten zingen jubelende koren over de rijke wijnoogst: Nun tönen die Pfeifen und wirbelt die Trommel. Hier kreischet die. Fiedel, da schnarret die Leier. En de arbeid vordert onder gezang en lachende scherts.
Als de natuur haar winterslaap is ingetreden, vangt binnenshuis een niet minder belangrijke arbeid aan: Am Rocken spinnen die Mütter, am laufenden Rade die Töchter; und ihren Fleiss belebt ein ungekünstelt frohes Lied. En hier volgt dan een van de mooiste spinneliederen, waarin solostemmen en koren om de beurt optreden tijdens het werk.
In onze eeuw wordt een nieuwe muziek geboren uit een wereld van lawaai, vergezeld van de meest technische beroeringen. Hedendaagse componisten werden geïnspireerd door het ritme van de machines en hebben op hun manier de arbeid in de fabrieken in levende klanken omgetoverd. De fabrieksarbeiders zelf zijn machines geworden. Alle arbeid wordt in onze tijd door het onmeedogend, voortstuwend ritme geordend. A. Honegger heeft het werk van de arbeider niet muzikaal uitgebeeld in zijn klanknabootsende compositie Pacific 231, doch wel de sonore krachten van een moderne locomotief in volle snelheid.
Het is vooral in de Sovjet-Unie met haar nieuwe sociale ideologie, dat de Sovjet-componisten een vruchtbaar werkterrein zullen vinden om de arbeid muzikale lof toe te zwaaien. Wij herinneren ons nog de eerste uitvoering in ons land van het orkestwerk Staalgieterij van de Rus A. Mossolov, een naturalistische muziek met klanknabootsingen, waarin hij blijk gaf van een bedreven kennis van de instrumentatiekunst. Het schrijnend lawaai wordt hier in een heel realistische klankenwereld uitgebeeld door de krachtige glissandi van de hoorns en de trompetten.
D. Chostakovitch, één van de grootste onder de hedendaagse Sovjet-componisten, schreef De Zang der Wouden ter ere van het ‘plan van bebossing’. Zijn derde symfonie draagt als ondertitel Eén Mei Symfonie en is een werk dat nogal koel onthaald werd door de sovjet-censuur. Inderdaad, de componist zingt hier de lof van de arbeid niet, maar beschrijft de volksfeesten, de plechtige optochten, de mimiek van de redenaars en het gewoel van een menigte mensen die behandeld worden als automaten zonder ziel.
S. Prokofieff was vooral gevoelig voor het element dans van de arbeid. In zijn ballet Le Pas d'Acier nemen alle onderdelen van de machine menselijke vormen aan. Het arbeidslied wordt gezongen door de machine met een muziek vol geknars, gehamer, wrijving en ontploffing...
Elke eeuw heeft haar eigen muzikale atmosfeer zowel in de absolute als in de beschrijvende muziek. Tot ver in de 19de eeuw heeft het arbeidslied welig gebloeid, doch in onze eeuw is het spinnewiel een museumstuk geworden. De arbeider zingt niet meer tijdens het werk, doch in zijn plaats zingen nu de machines met hun snijdend en brommend ritme. De arbeid blijft eveneens in onze eeuw de componisten inspireren en het is dan ook onvermijdelijk dat het de machine is die hen hier het meest beïnvloedt en aan wie we het ontstaan te danken hebben van menige werken, die getuigen van een nieuwe en buitengewone ritmische kracht.