ontmoetingen
in memoriam
Pierre Verbeke
Daags na het afsterven van Jan De Clerck werd de Oostendse kunstwereld voor de tweede maal pijnlijk getroffen door het overlijden van kunstschilder Pierre Verbeke. De droevige omstandigheden ervan hebben dit overlijden nog smartelijker doen aanvoelen; achter het stuur werd Pierre Verbeke, die aan hartziekte leed, door een ongesteldheid overvallen, zodat zijn wagen eerst na meerdere auto's geramd te hebben tot stilstand kwam; op weg naar het ziekenhuis is hij gestorven. Zo kwam deze bij uitstek vreedzame en vriendelijke man op tragische wijze om het leven.
Pierre Verbeke is een schilder die vooral met zijn Visserskoppen bekendheid heeft verworven. Door geduldige studie en oefening had hij zich een grote technische bekwaamheid weten te verwerven. Hij stond buiten de hedendaagse kunststromingen maar zou het zichzelf nooit gepermiteerd hebben anderen, die zijn opvattingen niet volgden, erom te laken; integendeel hij heeft steeds rechtzinnig gezocht naar wat hij bij de anderen kon goedkeuren. Hij was leerling geweest van Henri Permeke, de vader van Constant, die te Oostende een academie voor schilderkunst had geopend nog vóór de eerste wereldoorlog; daarna was hij gaan studeren aan de academie te Brugge en had er o.m. Karel Van Lerberghe en René Depauw als medestudenten gekend. Na de oorlog trok hij eerst naar Antwerpen, waar hij Juliaan De Vriendt als voornaamste leermeester had, om zich tenslotte te Parijs te gaan vervolmaken.
Men heeft van hem enkele jaren geleden in dit tijdschrift terecht geschreven dat wat Duribreux gedaan heeft in de literatuur, Verbeke gedaan heeft in de schilderkunst. Hij werd immers de schilder van de zee en van het vissersvolk. Zovelen hebben dit onderwerp behandeld, naar aanleiding van enkele dagen verlof aan zee. Maar voor Verbeke was dit niet zomaar een gelegenheidsonderwerp; hij kende de visserswereld, het gedoe aan de kaaien, de vreugden en het verdriet van het visserskwartier, de gebondenheid aan het schip en aan het lastige maar verhevene ambacht; dat was geen romantiek maar harde werkelijkheid voor hem. Zijn werkwijze was traditioneel omdat hij juist deze werkelijkheid in haar schoonheid en wrangheid ongewijzigd wenste weer te geven.
Als mens was hij een hoofse, innemende verschijning, gevoelig voor fijne menselijkheid, iemand ook voor wie de christelijke liefde geen ijdel woord was. Ook daarom zal men hem dankbaar gedachtig blijven.