ontmoetingen
in memoriam
Jan De Clerck
Jan De Clerck (links) en Constant Permeke vóór 1914 te Oostende.
Een der oudste en edelste figuren uit de Westvlaamse kunstwereld overleed op zondag 25 februari te Oostende op eenentachtigjarige leeftijd. Hij is zijn leven lang een geliefde, idealistische figuur geweest. Men zal hem niet meer zien, deze grote grijsaard met zijn eerbiedwaardige baard en zijn ernstige ogen, die kijken naar de takken der bomen van het park, het werk der vissers op de kaai of het spel der baren aan zee. Men zal hem niet meer aantreffen op de tentoonstellingen van jonge kunstenaars waarvoor hij zoveel begrip en welwillendheid over had. Meteen verdwijnt een der laatste getuigen van het kunstleven te Oostende vóór 1914, dat hij met de volle inzet van zijn persoonlijkheid had medegemaakt en dat zeker de glorieperiode geweest is van de schilderkunst in de badstad, welke toen nog bogen kon op figuren als Ensor, Spilliaert en Permeke.
Reeds in zijn studiejaren aan het O.L. Vrouwcollege, waarvan ook Ensor en Spilliaert oudleerlingen zijn, ontwaakte zijn schilderstalent, mede onder invloed van kunstenaars uit zijn familie. Na lessen aan de plaatselijke academie en te Brussel bij de schilder Payen hield hij op aandringen van Portaels en Camille Lemonnier zijn eerste tentoonstelling. Zij werd gevolgd door vele andere in binnenen buitenland o.m. in Duitsland en Spanje. Reeds vóór 1914 had hij een begerenswaardige positie in de kunstwereld weten te veroveren. Hij had te Oostende een kunstkring gesticht samen met vrienden als Constant Permeke, wiens vader een woonschuit, Artis Amor geheten, bezat, die het toneel werd van veel gesprekken en discussies, zoals ook op het atelier van Jan De Clerck heel wat samengewerkt en vriendschappelijk getwist is geworden.
De eerste wereldoorlog bracht hij door in Engeland, van waaruit zijn broers Georges en Oscar naar Amerika vertrokken, de eerste om er een befaamd virtuoos te worden, de tweede om er zijn beeldhouwerstalent te ontwikkelen, dat hem later zou doen aanstellen tot directeur van de Academie te Leuven.
Dit verblijf in Engeland, waar Jan De Clerck andere Vlaamse schilders ontmoette en ook met de Engelse kunst in kontakt kwam, werkte bevruchtend voor zijn persoonlijke ontwikkeling. Zijn openheid voor alle strekkingen en geestesrichtingen van deze tijd had voor gevolg dat zijn werk als de spiegel is van een halve eeuw kunstontwikkeling. Tot in de laatste jaren van zijn leven zou hij deze geestesgesteltenis blijven behouden.
Verleden jaar nog werd in de galerij Toulouse-Lautrec een retrospectieve tentoonstelling gehouden, waar hem bij zijn tachtigste verjaardag hulde werd gebracht en de veelzijdigheid van zijn talent en de jeugdigheid zijner inspiratie alle bezoekers heeft getroffen.