ontmoetingen
in memoriam
Z.E.H. Michiel English
Op 22 maart jl. overleed in zijn geboortestad Brugge Z.E.H. Michiel English, archivaris van het Bisdom Brugge. Hij werd geboren op 24 september 1885. Na zijn studies aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, het Klein Seminarie te Roeselare en het Groot Seminarie te Brugge, werd hij na zijn priesterwijding, in 1910, leraar aan het Sint-Amandscollege te Kortrijk. Hij was eerst titularis van de vijfde latijnse, in mei 1911 van de vierde en in 1913 van de poësis. In 1919 werd hij ceremoniemeester van het kapittel en in 1933, toen mgr. Lamiroy het archief van het bisschoppelijk paleis voor wetenschappelijke navorsing openstelde, werd hij tot archivaris-bibliothecaris aangesteld. Weldra werd hij aangezocht om lid te worden van verscheidene verenigingen: de redactie van Biekorf, het Oudheidkundig Genootschap van Gruuthuuse, de Koninklijke Commissie voor Monumenten, en later het Genootschap voor Geschiedenis van Brugge, en, bij de stichting van het Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, de redactieraad van West-Vlaanderen. In ons tijdschrift verschenen verscheidene lezenswaardige bijdragen van zijn hand. Aan deze korte biografische nota zou men de lange lijst van zijn werken en bijdragen kunnen toevoegen, een lijst die in 1952 - toen het Album English verscheen - reeds 215 nummers telde! Toevoegen ook de vele persoonlijke raadgevingen over het bouwen van kerken, het aankopen van kerkschatten en liturgische gewaden aan talrijke geestelijken van diverse pluimage; men zou kunnen gewag maken van zijn invloed op de jongere generatie van heemkundigen en historici, of van het niet gering aantal studenten, dat voor zijn theses even langs moest komen, zijn scherp oordeel trotseren (genieten ook van zijn sprankelende humor en zijn levenskunst): dat alles nu moet er aan toegevoegd worden en nog blijft het een nota voor louter encyclopedisch gebruik, die nog niet de richting weergeeft van zijn streven, noch de manier waarop hij de stof der historie tot
iets verteerbaars kneedde, minder uit didactische bekommering wellicht dan om met de harmonische kracht van zijn volle persoonlijkheid te laten horen wat hij te zeggen had.
Hij was de zoon van de kunstzinnige Ier, Henry English, die als goudborduurder naar Brugge kwam wonen, en van Maria Dinneweth, stammend uit een oude Brugse familie. Zijn broer, kunstschilder Joe English, werd een van onze IJzerhelden. Onder degenen die de grootste invloed op hem hebben uitgeoefend citeert Prof. Eg. I. Strubbe, E.H. Arthur Vuylsteke (1874-1928) die hem de weg leerde kennen naar tal van dorpskerken met haar eenvoudige schoonheid en onbekende schatten; verder mgr. C. Callewaert met wie de herwaardering van de liturgie begon. Een bedevaarder is Michiel English zijn hele leven geweest. Hij kende alle bedehuizen, alle heiligen met hun relikwieën en vereringsvormen. Hij schreef er over, tintelend en vroom, maar ook met heldere ogen op de kleinheid van de menselijke gedragingen gericht.
Door een opdracht had ik het geluk in de laatste jaren ongeveer alles te lezen wat English over kerken en heiligen van het Bisdom Brugge geschreven heeft. Het is moeilijk te aanvaarden dat de waardering die hierbij ontstaat niet van blijvende aard zou zijn. Van de Franse teksten uit ‘La Patrie’ tot de vrijgevochten ‘Dagklapper’ in het Brugse Parochieblad ligt de overgang van een hele generatie. Geleidelijk rijpt zijn oordeel (het wordt ook milder), vergroot zijn overtuigingskracht en de zekerheid waarmede hij onmeedogend of weer proevend en zachtjes onderhoudend zijn gekoesterde onderwerpen behandelt.
Sinds hij begon te schrijven is de literatuur strenger in afzonderlijke vakken gesplitst, zodat men het werk van English zeker niet tot de letteren zal rekenen. Toch was hij als weinigen voor zijn volk een waardevolle schrijver wiens harteklop in ieder van zijn werken en bijdragen hoorbaar is.
Lucien Dendooven