West-Vlaanderen. Jaargang 11(1962)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende poëtisch bericht 't Wondere lied van de angst Eens lag ik droomverloren in een zacht bevel: ‘Eet niet die ene vrucht, het wordt de hel’. De Bron, die 't dartele water vloeien zag schouwde wat in 't eigen scheppen lag. 't Spel werd goed bevonden tot de kennisgrens Toen werd ik geboren als een wonderbare lens. Vergrotend al het kwaad, rem ik alle kracht Verkleinend al het goed, word ik ongetemde macht In zwart en geel weerspiegel ik mijn wezen dat uit De Bron ontsprong om allen te genezen Tot donker brandpunt schroei ik 't lichten van de tijd Tot gouden verten klaar ik 't duister van de eeuwigheid. Met 't bundelen en spreiden ben ik nu wel klaar In één-voud klinkt mijn lied als vreugdesnaar. MARIA-GODELIEVE WILLAERT Vorige Volgende