ontmoetingen
Beeldhouwer Rik Laloo
méér dan vijftig jaar toneel!
De Verstandhouding van de Brugse Toneelkringen heeft op 18 juni ll. de nagedachtenis gehuldigd van regisseur Omer Laloo. Tijdens de plechtigheid werd namens de familie een dankwoord gezegd door beeldhouwer Rik Laloo, broeder van de overledene. De aanwezigen werden door dit getuigenis diep getroffen. Tussen beide kunstenaars moeten bijzonder innige banden van zielverwantschap hebben bestaan. Inderdaad werd Rik Laloo, samen met de oudere Omer, reeds vanaf zijn prilste jeugd met het toneel vertrouwd. In 1902 of 1903 stond hij voor de eerste maal op de planken, nu zestig jaar geleden! Beiden behoren zij tot de generatie die toentertijd stilaan mondig werd in Vlaanderen en die onder de eerste wereldoorlog en ook daarna haar bekende rol heeft vervuld. Aan het front leidde Rik Laloo een regimentstoneel. Hij werd opgemerkt door Dr. Oskar De Gruyter en belandde aldus in het Fronttoneel. Met Omer was hetzelfde gebeurd. Na de Wapenstilstand heeft hij, naast zijn broer, jarenlang zeer verdienstelijk werk verricht in verscheidene toneelverenigingen o.a. bij Kunst na Arbeid, Brugge, V.O.S. Maldegem, Opbouwen, Brugge. Plaats latend aan de jongeren, blijft Rik Laloo zijn oude liefde getrouw met het grimeren.
De jaren komen en gaan. Al te vlug soms vergeet men de ouderen die de huidige generatie voorafgingen en die, mogelijk, een andere speelstijl en andere, men zegt verouderde, opvattingen erop nahielden. Niettemin hebben zij de betrouwbare basis aangelegd waarop men verder kon werken.
In dit tijdschrift werd reeds aandacht geschonken aan het beeldhouwwerk van Rik Laloo. Niet zelden heeft hij daarvoor aansluiting gevonden bij zijn fronten toneelervaring. Waar het hart van vol is... In het jongste werk trekt hij zijn persoonlijke lijn verder door met beelden van bescheiden formaat. Het grafmedaillon voor wijlen heer Maurice Herreboudt, stichter-directeur van het Brugs Handelsblad, enkele pittige portretstudies, niet helemaal vrij van een zekere weemoed, en een monnikfiguur van onmiskenbare wijding, mogen in dit verband met ere worden vermeld.
G. Gyselen