Gustaaf Callu, Marcel Callaert, Jacques Coryn, André Debaveye, Jos De Cock, Roger Bonduel, Alberte Mary, Fernand De Cock, Pol Patoor, Willem Deneckere, Marcel Notebaert, Godfried Vervisch, Pol Spilliaert, Steven De Puydt, Gerard Holmens, Fred Wallecan, G. Delafontaine, Michel Anneessens, Jos Noreille, Maurits Wittouck, Dani Dacquin, Jozef Seaux, Anto Diez, André De Man, Werner Lagae, Jacky De Mayer, Roger Witten vrongel...
Behalve van al deze artiesten werd ook nog in ons tijdschrift werk gereproduceerd van: Jan en Gerard Schelpe, Jos en Fernand Boudens, Octaaf Landuyt, Jos Coene, Ernest Verkest, Albert Setola, Willem Vanhecke, Luc Peire, Willy Bosschem, Roger Van Sevenant, Rik Slabbinck, R. Baert, Jan Patoor, Mevr. Degroote-Tanghe, Albert Expeel, Gommaar Timmermans, J. Behaeghel. Ook van de architecten Degeyter, Vander Plaetse, Scherpereel Van den Bogaerde, Dessauvage en Van Assche. Wij vernoemen hier natuurlijk enkel Westvlamingen.
Het verbond organiseerde in samenwerking met de KRO en de Nederlandse vereniging van katholieke kunstenaars de Nederlands-Vlaamse Kunstdagen, die nuttige kontakten met Nederlandse artiesten mogelijk maakten. Een opgemerkte Nederlands-Vlaamse tentoonstelling in het Provinciaal Hof, waar van de twintig uitgenodigde Vlaamse artiesten er zes Westvlamingen waren, vormde het hoofdbestanddeel dezer dagen.
Het verbond gaf zijn bescherming en actieve medewerking aan de organisatie der grote openluchttentoonstelling Vlaamse Sculptuur, die door de actieve ‘Kunstvrienden van Harelbeke en Leiestreek’ te Harelbeke werd gehouden. Op de vierendertig deelnemende beeldhouwers waren er dertien Westvlamingen: Anneessens, Calu, Colardijn, De Gheus, De Groote-Tanghe, De Puydt, Expeel, Noreille, Raes, Spilliaert, Taeckens, Van de Kerckhove, Vonck.
Ons tijdschrift stelde de activiteiten in het licht van de kunstkringen van Harelbeke, Roeselare, St.-Michiels, De Korre van Brugge en De Dwergen van Kortrijk.
De kruisweg van Marcel Notebaert, die te zien is in de parochiekerk van Winkel-Sint-Elooi, werd in albumvorm door de schilder uitgegeven samen met begeleidende gedichten van Fernand Bonneure, onder de auspiciën van het C.V.K.V.
Door de drukkerij-uitgeverij Lannoo werd een buitengewoon geslaagde prijskamp ingericht voor religieuze grafiek (eerste en plechtige communieprentjes), eveneens onder de auspiciën en met de medewerking van het Verbond, echter ook zonder dat het Verbond daarin financieel tussenkwam.
3. De toneel- en woordkunst (leiding Antoon Vander Plaetse) kwam in ons tijdschrift aan de beurt met artikels over de arbeid van Remi Van Duyn, Nand Vercnocke, Fred Germonprez, Suzy Decleer, Suus Demarest, Teresa Van Marcke, Gella Allaert, Magda Vrielinck, Antoon Vander Plaetse en Jozef Vandaele.
De Westvlaamse diskoteek voorzag voor dit jaar de uitgave van de plaat gewijd aan Maurits Sabbe en O.K. Delaey; de langdurige ziekte en het afsterven van Dr. Dries De Vos, die belast was met het bepalen der voor te dragen Delaey-teksten en met de inleiding op zijn werk, heeft het verschijnen van de plaat voor dit jaar onmogelijk gemaakt. De taak van Dr. De Vos wordt overgenomen door André Demedts, zodat de plaat in het voorjaar kan verwacht worden; Raymond Brulez bepaalde de Sabbe-teksten en maakte er de inleiding van.
4. De musici (leiding Jos. Hanoulle) waren het minst erom bekommerd de bestuurs- en redactievergaderingen bij te wonen, zodat deze kunstvertakking onvoldoende aan bod is gekomen.
Toch verschenen er in ons tijdschrift artikels over Baron Ryelandt, Adelson Vermander, Honoré Janssens en Kamiel D'hooghe evenals over de chansonniers van Westvlaamse bodem. De redactieraad sprak er echter zijn akkoord over uit dat de jaargang 1961 een volledig nummer over de muziek zou bevatten, aansluitend bij de provinciale kultuurdagen, die eveneens aan de muziek zullen gewijd worden.
Dit alles wijst op een drukke activiteit in dienst van de Westvlaamse kunst. Vermelden we nog dat de dokumentaire kunstfilm, die het Verbond heeft gedraaid om de Westvlaamse kunstenaars bekendheid te verwerven, zijn rondgang in de kulturele verenigingen en onderwijsinstellingen voortzet.
Reeds ongeveer 100 vertoningen werden er gegeven in en buiten de provincie. Op die manier werden onze Westvlaamse kunstenaars en hun werk ook bekend gemaakt in Limburg, Antwerpen en de hoofdstad van het land: Brussel. Deze film lokte telkens veel aanwezigen, en oogstte overal het meeste succes.
In de onderwijsinstellingen wordt hij regelmatig vertoond, terwijl de provincie, voor deze instellingen, de onkosten daaraan verbonden ten hare laste neemt. Wie kan ons een vereniging aanwijzen, die een activiteit ten dienste van de kunstenaars in het verlopen jaar heeft aan de dag gelegd, die kan vergeleken worden bij deze van het Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond. Het Verbond zet ongestoord zijn werking voort in het belang van de kunst over het algemeen, van onze kunstenaars in het biezonder, daarbij tevens de artistieke opvoeding van ons volk behartigende.
Vermelden we nog dat de sociale en juridische dienst van het verbond optrad ten voordele van meerdere onzer leden.
JOZEF STORME
Voorzitter van het CVKV. Bestendig Afgevaardigde.