West-Vlaanderen. Jaargang 9
(1960)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermdVakliteratuurDavid Talbot-Rice
| |
[pagina 295]
| |
wijls naar de Byzantijnse kunst hebben gericht, als naar de bron onzer iconografie; deze rechtstreekse invloed van Byzantion op de hedendaagse kunst, welke ook sporadisch in de profane kunst wordt waargenomen, schijnt volstrekt niet beëindigd te zijn. Art Byzantin van Talbot-Rice toont inmiddels hoe volkomen verkeerd het is te menen dat de Byzantijnse kunst minderwaardig zou zijn. Ten onrechte stelt men zich veelal deze kunst als eentonig en gelijklopend voor; in feite is er een uiterste verscheidenheid waar te nemen en blijkt de geschiedenis van de Byzantijnse kunst al zo bewogen te zijn als de geschiedenis van Byzantion zelf. A.S. | |
R.-M. Albérès
| |
[pagina 296]
| |
achtergrond, waaruit de litteraire werken gegroeid zijn, de geestesgesteltenis, de mentaliteit, waaruit de boeken geboren worden. Uiteindelijk schijnt dit standpunt o.i. ook voor de andere kunsten primordiaal; het laat me totaal onverschillig welke geometrische figuren een koud-abstract schilder op een doek ordent, maar het geestesproces, dat erachter steekt interesseert me geweldig... In deze zin is het boek van Albérès werkelijk passionant, want hij verwaarloost totaal de verhaalinhoud en zelfs het zuiver estetisch aspect der letterkundige werken om tot de kern door te dringen, deze kern waarvan de ontbolstering altijd aangrijpend is en dikwijls ongemeen moeilijk; niet het minst omdat de artiest in alle tijden en in alle kunstvakken een illusionist blijft en een duizendkunstenaar, die zijn geheimen angstvallig verbergt. Het boek eindigt met een namenindex, dat het consulteren vergemakkelijkt en bij de zevenhonderd namen van hedendaagse auteurs bevat. Bovendien vindt men er ook synoptische tabellen, waarin de letterkundige werken chronologisch per jaar geplaatst worden in verschillende kolonnen naargelang de aard van het werk (symbolisme poétique, anti-intellectualisme, naissance du sentiment tragique, exaltation de l'instinct ou de l'action, exaltation des valeurs spirituelles, peinture sociale et morale, inquiétude, découverte d'un monde nouveau, christianisme tragique, absurdité et désespoir, ironie, apreté, enz.). Natuurlijk zouden wij ook hier het klaaglied mogen aanheffen over de verwaarlozing der Nederlandse letteren. De vlamingen die ter sprake komen zijn Streuvels en Maurits Roelants; Maeterlinck, Verhaeren, Michel de Ghelderode, Max. Van der Meersch en Paul Vanden Bosch voor de Fransschrijvenden (de laatste die Westvlaming is, maar te Parijs uitgeeft, staat echter aangegeven als Fransman). Van onze noorderburen worden alleen Couperus, De Hartog, Johan De Meester, Anne Frank en Jef Last in aanmerking genomen. A.S. | |
Pockets over kunstBoeken over kunst zijn gewoonlijk duur en alleen voor enkele beati possidentes toegankelijk, doch de laatste jaren zijn in de nu al talrijke reeksenpocketboeken ook enkele waardevolle werken over kunst of kunstenaars verschenen. Als nummer 500 in de reeks Prismapockets verscheen Gids voor de Nederlandse Kunst, waarin beschouwingen over de bouwkunst in Nederland vanaf de Karolingische tijd tot heden, door ir. R. Meischke; over de schilderkunst door Dr. H.E. van Gelder, die ook schrijft over de tekenkunst, de grafische kunsten, de beeldhouwkunst en de kunstnijverheid; en over de schilders en beeldhouwers na 1900 door Prof. Dr. A.M. Hammacher. Het boekje bevat voorts een opgave van de belangrijkste musea, een reeks stadsplattegronden en provinciekaarten. Het boekje bevat ten slotte nog 80 uitgelezen illustraties (190 blz., 20 F). In dezelfde Prismareeks wijzen we nog op het boekje Renaissance in Mei van Helène Nolthenius, professor in de muziekgeschiedenis van de Middeleeuwen te Utrecht, die vroeger al o.m. een boek publiceerde over het Duecento en een verhaal Adio Grimaldi. Deze Renaissance in Mei is een reconstructie van het Florentijnse leven rond Francesco Landini (14de eeuw). Het is echter niet alleen een historisch gefundeerde beschouwing, doch ook een uitstekend geschreven boek, dat bovendien met een achttal fraaie buitentekstplaten is verlucht (274 blz., 20 F). De Etrusken en hun beschaving is de titel van een zeer geslaagd deeltje uit de Picturareeks en werd geschreven door Alain Hus. Voor een kleine kring geleerden is dit oude volk uit de streek van Toskane en zijn kunst sinds jaren een intrigerend probleem geweest. Doch sinds enkele jaren werden enkele merkwaardige restanten van deze kunst in boeken en op exposities getoond, zodat een bredere belangstelling mogelijk werd. Dit werkje van Hus, dat overvloedig is geillustreerd is een degelijke inleiding tot de kennis van dit volk, zijn zeden, zijn land, zijn godsdienst, zijn kunst. (192 blz., 36 F). Dezelfde lof willen wij zeggen over De Kunst van het Oude Europa van Herbert Kühn, een specialist ter zake, eveneens in de Picturareeks verschenen. In dit boekje wordt, weeral met talrijke illustraties, geschreven over de kunstuitingen vanaf de ijstijd tot het eerste millenium na Christus in het gebied dat wij thans Europa noemen. Over alle ontdekkingen, die zo talrijk zijn gebeurd in de eerste helft van onze eeuw vinden wij in dit boekje overvloedige inlichtingen. Men komt er soms tot de verbazende vaststelling dat er eigenlijk maar weinig nieuwe dingen worden gemaakt. (192 blz., 36 F). fb |
|