Vakliteratuur voor kunstenaars
Winkler Prins van de kunst
Bij de uitgeverij Elsevier Amsterdam-Brussel verschijnt momenteel dit standaardwerk, dat, om het maar ineens te zeggen, enig is, althans in het Nederlandse taalgebied, en zeer goed de vergelijking kan doorstaan met de grote encyclopedische werken over kunst, die in het buitenland verschenen. Deze Winkler Prins van de Kunst is ontworpen op drie delen; tot op heden zijn twee delen verschenen; een deel A-E en een deel F-ON. (Prijs per deel: 480 F, 440 F voor leden van de W.P.-stichting). De delen I en II bieden reeds ten overvloede een beeld van de absolute bruikbaarheid van deze monumentale uitgave.
Het gehele redactiewerk werd geleid door Dr. W.R. Juynboll voor Nederland en door Prof. Dr. V. Denis voor België. Onder hun leiding hebben 90 deskundigen samengewerkt en een encyclopedie samengesteld van driemaal meer dan 600 bladzijden, met meer dan 12.000 trefwoorden en illustraties in kleuren, foto's, tekeningen en kaarten, samen 300 bladzijden beslaande.
Dit standaardwerk is eigenlijk meer dan een naslagwerk. Het is dit evenwel in de eerste plaats. Maar wij willen speciale aandacht wijden aan twee eigenschappen, die van dit werk iets bijzonders maakten.
Vooreerst is daar het compendium als inleiding opgenomen in het eerste deel, bevattend een aantal verhandelingen, die het trefwoordensysteem eigenlijk doorbreken en op zich zelf een korte doch indringende behandeling motiveerden. Zo vinden wij in dit gedeelte zeer interessante en verhelderende essays over volgende onderwerpen: kunstgeschiedenis, muselogie, tentoonstellingswezen, kunstkritiek (in theorie en in de praktijk), integriteit van de beeldende kunst, natuurwetenschappelijk onderzoek, conservatie en restauratie, kunstonderwijs in Nederland en in België, auteursrecht op kunstwerken, bibliotheken en kunstinstituten, en een opgave van literatuur. Dit compendium wordt besloten met een aantal zeer overzichtelijke historiografische tabellen. De eigenlijke encyclopedie (per letter) neemt dan een aanvang. Hier willen wij als tweede grote verdienste even onderlijnen dat praktisch na iedere bepaling een literatuuropgave volgt, waar de belangstellende nadere gegevens kan opdoen voor verdere studie. Zodoende is dit boek niet alleen naslagwerk geworden, maar, zoals het overigens hoort, een zeer degelijk en uitgebreid werkinstrument zowel voor de specialist als voor de leek.
Ten slotte wordt aan belangrijke onderwerpen of kunstenaars in de loop van deze encyclopedie bijzondere aandacht geschonken. Bij deze onderwerpen aansluitend wordt dan de illustratie overvloedig. Zo vermelden wij in de twee reeds verschenen delen: Afrikaanse kunst, Apocalyps, Apollo, Babylonische kunst, Barok, Basiliek, Beeldhouwkunst, Bernini, Boeddhistische kunst, Boekband, Boekomslagen, Boerderijgebouw, Bosch, Bouworde, Bramante, Brons, Bruegel, Byzantijnse kunst, Ceramiek, Cézanne, China, Christus, Delacroix, Donatello, Dürer, Van Dijck, Egypte, Email, Empire, Expressionisme, Etruskische kunst, Van Eyck, Glas, Gotiek, Goya, Griekse kunst, Impressionisme, India, Japanse kunst, Maniërisme, Meubel, Michel-angelo enz... Wij deden alleen een greep in een serie onderwerpen, die wegens hun internationaal belang uitvoerig zijn behandeld.
Een dergeljk werk moet men leren kennen en waarderen met het gebruik. De enkele steekproeven die wij namen, wijzen alvast op de grote betrouwbaarheid en bruikbaarheid van dit werk. Het is niet alleen een werk dat ten volle past onder de rubriek ‘vakliteratuur voor kunstenaars’, maar dat wij ook gaarne aanbevelen aan de weetgierige kunstminnaar en dat ons uiterst geschikt voorkomt voor school- en openbare boekerijen.
De boeken zijn uitgegeven onder een fris omslag en met een stevige linnen band. De typografie is, zoals bij alle WP-boeken, uiterst verzorgd, duidelijk en net. Het werk is geïllustreerd met talrijke zwart-wit reproducties, die oordeelkundig zijn gekozen en een aantal perfect geslaagde kleurplaten.