Kunstaktualiteiten
Oprichting van een centrum voor industriële vormgeving
Industriële Vormgeving, is naar de bepaling van de heer Smeets, directeur van de Academie voor I.V. te Eindhoven, ‘het creatief bedenken, ontwikkelen en met de machine vervaardigen van serie- en massaproducten die doelmatig en uit geeigende materialen goed gemaakt zijn, die aangenaam zijn om te zien en te gebruiken en, voorzover het massagebruik goed is, door vele mensen begeerd en gekocht worden’.
De toepassing van de I.V. heeft een economische, kulturele en sociale draagwijdte. Economisch is het een van de middelen voor de industrie, vooral de industrie van de duurzame verbruiksgoederen, om de kwaliteit van haar productie op te voeren en aldus het hoofd te bieden aan de buitenlandse concurentie die vooral in de Euromarkt op dit terrein bijzonder scherp zal zijn. Cultureel is het het middel om de dagelijkse gebruiksvoorwerpen die ons omringen stijlvol en harmonisch te maken. Sociaal zal de I.V. bijdragen om het goede gebruiksvoorwerp binnen het bereik van de massa te brengen.
Ons land vertoont op dit gebied een aanzienlijke achterstand tegen landen als de Skandinaafse, Duitsland, Zwitserland, Engeland en Nederland. Sedert 1954 heeft het Ministerie van Economische Zaken getracht de I.V. te doen ingang vinden, hoofdzakelijk door het organiseren van stands (op de Internationale Jaarbeurs van Luik en op de W.T.) en van Belgische deelnemingen aan buitenlandse tentoonstellingen (Triennale van Milaan). Het Ministerie heeft ook twee organisaties gesubsidieerd: de I.V. voor België en het Groothertogdom Luxemburg V.Z.W.D., en de V.Z.W.D. Het Gouden Kenteken. De eerste organisatie, aanvankelijk te Luik gevestigd, heeft weinig doelmatige activiteit aan de dag gelegd (het jongste jaar zelfs geen activiteit) en heeft hierbij het Vlaamse land verwaarloosd, hoewel de betrokken bedrijfstakken grotendeels in het Vlaamse land gevestigd zijn. De activiteit van de tweede organisatie is beperkt tot het jaarlijks bekronen en propaganderen van produkten, wat minstens voorbarig is gezien de zeer beperkte toepassing van de I.V. op het huidig ogenblik in ons land.
Een groep Vlaamse belangstellenden, waaronder de Vlaamse beheerders van hogergenoemd Instituut heeft met medewerking van de Stichting de Raet in 1957 twee studieweken (te Antwerpen en te Gent) drie studiedagen (te Hasselt, Kortrijk en Turnhout) en drie geleide bezoeken aan de Wereld Tentoonstelling ingericht om de bedrijfsleiders, de technici, de onderwijskringen, de organisaties van volksopvoeding en verbruikers, voor te lichten op dit gebied. Sommige organisaties en de Vlaamse pers hebben eveneens een toenemende aandacht hieraan besteed. In enkele vooraanstaande ondernemingen neemt de toepassing van de I.V. thans toe.
Deze promotoren (de heren Lauwers, Provost, B. Steverlynck, Van der Meeren, Botte, Van Haegendoren, Notebaert, Elno en Claes) achten thans het ogenblik gekomen om de bevordering van de I.V. in het Vlaamse land systematisch voort te zetten door het oprichten van een zelfstandig centrum. Een samenwerking met andere organisaties voor de andere landsgedeelten wordt hierbij niet uitgesloten, maar het blijkt wenselijk eerst aan de Vlaamse werking, die de andere in omvang en doelmatigheid overtreft een vaste vorm te geven. De leden van het op te richten Centrum, onder de vorm van een V.Z.W.D., zullen de belangstellenden zijn waarmede bij hogervermelde studiedagen contact werd verkregen. De beheerraad zal in meerderheid uit industriëlen zijn samengesteld. De activiteit zal naar het voorbeeld van het doelmatige soortgelijke Nederlands Instituut o.m. bestaan in:
- de promotie van de I.V. bij het publiek (door voordrachten, artikelen, tentoonstellingen en zo mogelijk een permanente tentoonstelling),
- het verlenen van praktische bijstand aan de industriëlen (door informatie, orientatie, documentatie, besprekingen van ontwerpen, met uitsluiting van het uitvoeren van Design-opdrachten),
- de inwijding van reeds in de ondernemingen werkzame ontwerpers (door aanvullende seminaries), het bevorderen van een volledig onderwijs etc.
Wanneer het Centrum zijn doelmatigheid en stevigheid zal bewezen hebben zal het in aanmerking komen voor een subsidiëring door het Ministerie van Economische Zaken.
Voor deze oprichting wordt de patronage gevraagd van de Vlaamse semi-institutionele organisaties waarvan het terrein onrechtstreeks met I.V. te maken heeft: Stichting Lodewijk de Raet, Vlaams Economisch Verbond, Vlaamse Ingenieurs Vereniging, Economische Raad voor Vlaanderen.