West-Vlaanderen. Jaargang 7

Brussel

* De Belgische afdeling op de Expo 58 bestaat uit 48 groepen. Groep II van deze afdeling heeft als thema en onderwerp: de kunst. In deze afdeling zal worden gepoogd een voorstelling te geven van de artistieke activiteit in ons land, aansluitend bij het algemeen thema van de Wereldtentoonstelling: Balans van de wereld voor een humaner wereld. De taak van deze groep is dan ook de beste artistieke scheppingen te presenteren, die het volledigst de strevingen van de hedendaagse mens illustreren en meteen geest en gevoel van de bezoeker kunnen aanspreken. De h. R. Léonard, administratiesekretaris bij de directie voor kunsten en letteren, die ook het sekretariaat op zich nam van deze groep II, heeft ons, ten behoeve van onze lezers, enkele inlichtingen verstrekt over alwat hier te zien zal zijn.

* Er zal een overzicht worden geboden van de hedendaagse schilderkunst en beeldhouwkunst in ons land; ongeveer zeventig schilders en een twintigtal beeldhouwers werden hiervoor reeds aangesproken. Ieder kunstenaar zal drie zijner werken kunnen voorstellen. Een afzonderlijke stand wordt voorbehouden aan kleiner beeldhouwwerk, zoals penningen, en een andere aan de wit-zwart grafiek. Een andere zaal van deze afdeling zal ons herinneren aan 25 kunstschilders en beeldhouwers die in de jongste jaren zijn overleden, en die als voorlopers en baanbrekers der hedendaagse kunst kunnen worden beschouwd.

* Op toneelgebied zal een speciale inspanning worden gedaan om het werk van de plastische kunstenaar op dit terrein te veruiterlijken. Twintig maquetten van toneeldecors zullen worden geëxposeerd onder een speciaal bestudeerde verlichting. Ook zullen de beste kostuumcreaties tentoongesteld worden evenals enkele vernieuwingen die werden aangebracht in schouwburgen en toneelzalen (met tekeningen en foto's). Er werd tevens een documentatie verzameld, met maquetten en foto's, over het toneel voor de jeugd en het poppenspel. Op toneelgebied wordt er dus naar gestreefd aan te tonen dat de plastische kunsten als hulpmiddel van het toneel een belangrijke en creatieve rol zijn gaan spelen.

* Zowel het scheppen als de uitvoering van muziek zullen in de muziekafdeling visueel worden aangetoond. De werken van onze beste componis-

[p. 127]

ten zullen er aanwezig zijn met partituren en grammofoonplaten. De medewerking is hier verzekerd van Cebedem en van de syndicale kamer van de grammofoonplaten. De bezoeker zal de degelijkheid van onze eigen muziek en van onze grote orkesten kunnen vaststellen. Er wordt een overzicht geboden van de activiteit van de Wedstrijd Koningin Elisabeth. Foto's van nieuwe koncertzalen en enkele mooie specimens uit ons Muziekmuseum, het rijkste van de wereld, zullen het belang van de muziekafdeling aanzienlijk verhogen. Enkele manuscripten van zeer belangrijke werken uit onze muziekgeschiedenis zullen tevens de continuiteit aantonen van onze muzikale traditie. Het zal mogelijk zijn in daartoe ingerichte cabines, grammofoonplaten te beluisteren met werk van Belgische toondichters. Tevens worden er enkele concerten van muziek van Belgische artisten voorzien.

* De toegepaste kunsten zullen hier ook zeer ruim vertegenwoordigd zijn. Wij vernoemen de kunstambachten en -nijverheden als: keramiek, glasramen, smeedwerk, koperdrijfwerk, edelsmeedwerk, boekbinderskunst, juwelen, weefwerk, illustratie, kantwerk, voorwerpen in hout, email, glas en lakwerk... De tentoongestelde werken zullen zeer streng geselectioneerd worden, met het oog op het zuiver artistiek en eigentijds karakter van het voorgestelde werk. De band met het verleden dat op het gebied van ambachtelijke kunst zo rijk is, zal door enkele uitgelezen voorwerpen worden opgeroepen. Uit dit overzicht zal moeten blijken dat de kunstvoorwerpen en artistiek uitgevoerde gebruiksvoorwerpen in hoge mate kunnen bijdragen tot de vorming van de smaak.

* Naast een panorama van de hedendaagse Vlaamse letterkunde waar de beste werken van onze auteurs zullen voorgesteld zijn, zal in deze literaire afdeling vooral de nadruk gelegd worden op de uitstraling van de Vlaamse kultuur zowel in Wallonië als in het buitenland. Dit zal speciaal worden aangetoond door middel van een grote reeks vertalingen van Vlaams werk.

Met het oog op kultuurspreiding en op de opvoeding van de jeugd wordt hier tevens een literaire modelbibliotheek samengesteld, waar de werken zullen te zien zijn, die ieder rechtgeaard Vlaming zou moeten kennen en die meteen in ieder openbare boekerij zouden moeten ter lezing zijn.

Een muurkaart waarop de verschillende hoogtepunten van de Vlaamse literatuur visueel aangeduid zijn, zal dit overzicht van de Vlaamse letteren afronden.

* Een gelijkaardige presentatie zal worden doorgevoerd voor de Franstalige literatuur in ons land. De grote namen uit het verleden zullen in evidentie worden gesteld: enkele Franse kroniekschrijvers, Charles de Coster, Emile Verhaeren, Maurice Materlinck, Severijn, Périer en Plisnier enz. Hedendaagse auteurs zullen er een ruime plaats toegemeten krijgen. Wandfoto's met portretten van de auteurs of van bepaalde plaatsen die zij hebben beschreven of waar ze hebben gewoond, zullen er afwisselen met handschriften, enkele geschilderde of gebeeldhouwde portretten. Een keus van een twintigtal literaire teksten werden op fonoplaten opgenomen, die in speciale cabines zullen kunnen beluisterd worden. Een wandkaart met de hoogtepunten van de Franstalige letterkunde in ons land werd uitgevoerd door Paul Delvaux. Tevens is de uitgave voorzien van een folder met allerhande praktische gegevens betreffende literaire instituten, tijdschriften, literaire prijzen enz. Deze literaire afdeling zal speciaal aan interesse winnen door de inschakeling van het bekende ‘Museum van het woord’ waar dagelijks de stemmen zullen kunnen beluisterd worden van bekende levende en overleden auteurs.

* In omringende gaanderijen zal een beeld worden gegeven van het kunstonderwijs in het land. De beste werken die in de instituten voor kunstonderwijs worden afgeleverd zullen hier worden getoond. Zij zullen moeten getuigen voor de hoedanigheid van deze instituten voor de vorming van jonge kunstenaars.

* In dezelfde gaanderijen zullen vier of vijf van onze beste interieur-artisten hun meubels tentoonstellen. Ongetwijfeld zal deze sectie sukses kennen bij het publiek; dit mag tevens worden beschouwd als een aanmoediging voor die firma's die een speciale inspanning leveren om meubels van goede smaak te creëren en uit te voeren.

* De erehal of prestigehall is gelegen aan de ingang van het paviljoen. Zij werd speciaal bestudeerd met het oog op een indrukwekkende decoratie. De bezoeker zal hierdoor onmiddellijk een idee krijgen van wat in de verschillende klassen (hierboven vermeld) zal te zien zijn. Werken uit alle kunstgenres zullen in die hall worden getoond, grote wandtapijten, enkele belangrijke beeldhouwwerken, sommige bijzonder interessante schilderijen, enz.

* In een kleine stand, in de erehall, zal een uitvoerige documentatie verzameld zijn betreffende de verschillende exposanten. De belangstellende bezoeker zal hier nadere gegevens vinden over de artisten zelf en over het actueel peil van kunst en letteren in ons land en in het buitenland.

De tentoonstelling van de groep De Kunst en haar uitdrukkingsmiddelen werd gesteld onder het teken van de kwaliteit. Het moet een overzicht worden van de beste scheppingen van onze tijd en tevens een illustratie van de inspanningen die in België worden gedaan om de kultuur en de goede smaak op een hoger peil te verheffen. Deze groep II stelt zich voor een synthese te brengen van al wat de mens veredelen kan.

* Vijfendertig merkwaardige stukken van de Noordamerikaanse Indiaanse kunst werden verzameld om ze in het Amerikaanse paviljoen van de WT tentoon te stellen. Het wordt waarschijnlijk een van de eerste exposities van die aard in Europa. De verzameling bevat eveneens beeldhouwwerken, schilderijen, aardewerk en juwelen van de kunst van Indiaanse stammen van Alaska, van de noordwest-kust van de Pacific, evenals sommige voor-historische stukken.

* Men heeft uit New York een volledig materiaal verzonden voor het Centrum Kreatieve Kunst voor het Kind van het paviljoen van de Verenigde Staten op de W.T.

Het doel van het centrum is, met de medewerking van de kleine bezoekers de metodes van het kreatieve kunstonderwijs, die in het museum

[p. 128]

voor de moderne kunst van New York worden gebruikt uiteen te zetten.

Speciaal speelgoed, penselen, papier, potloden en hektoliters verf, zonder te spreken over de weefsels en het gevlochten stro worden ter beschikking van de kinderen gesteld.

Het Kindercentrum wordt een nauwkeurige kopij van het oorspronkelijk lokaal, dat sedert 16 jaar door duizende kinderen wordt bezocht. Het werd door Victor d'Amico opgericht, die zelf de installatie komt besturen. Gedurende gans de expositie leidt een groep van drie leden van het Museum voor Moderne Kunst de aktiviteiten van de kinderen.

* Het Belgisch Centrum voor Dramatische Kunst kent elk jaar twee Prijzen toe voor Toneel. Deze voor de Sessie 1957-1958 worden uitgeschreven voor een Belgisch stuk in één of meer bedrijven. Deze Prijzen, genaamd Prix Soumagne en De Gruyter-Prijs, zijn bestemd, de eerste voor een in het Frans, de tweede voor een in het Nederlands geschreven stuk van een Belgisch auteur.

Uittreksel uit het reglement:

1. De deelnemers aan de Prijskamp verbinden er zich toe aan de Jury's enkel oorspronkelijk en onuitgegeven werken voor te leggen, die nooit opgevoerd werden, verfilmd of uitgezonden door de radio of de televisie, onder welke vorm ook. Ze verbinden er zich tevens toe geen uit een vreemde taal overgezette of bewerkte teksten in te sturen.

2. Voor het opvoeren der ingezonden stukken is geen enkele termijn voorzien.

3. Elk mededinger mag, onder verschillende kenspreuken, een of meer stukken insturen voor elk der prijzen.

4. Door de auteurs wordt aan het Théâtre du Rideau de Bruxelles en het Nederlands Kamertoneel van Antwerpen - voor België -, aan het Belgisch Centrum voor Dramatische Kunst - voor het buitenland -, het voorrecht op elk der bekroonde werken toegekend.

5. De deelname aan de prijskamp is volstrekt kosteloos, maar de mededingers moeten geabonneerd zijn op het tijdschrift Théâtre de Belgique tenminste vanaf nr. 12. Jaarabonnement (4 nummers): 300 F. Men abonneert zich door overschrijving van dit bedrag op P.C.R. 680.86 van het Belgisch Centrum voor Dramatische Kunst.

6. De manuscripten moeten ingestuurd worden in drie exemplaren en vóór 31 maart 1958 (datum postmerk), bij het Algemeen Secretariaat van het Belgisch Centrum voor Dramatische Kunst - Prix Soumagne of De Gruyter-Prijs -, Louis Lepoutrelaan, 87, Brussel.

7. Alleen getypte teksten, in gekartoneerde kaft, worden aanvaard.

8. Op het manuscript mag de naam of het adres van de auteur niet vermeld worden; alleen dient onder de titel van het stuk een kenspreuk aangebracht, die herhaald wordt op een verzegeld briefomslag dat bij het manuscript gevoegd is.

In dit briefomslag zal de mededinger: formeel verklaren dat zijn werk (titel en kenspreuk) aan de voorwaarden voldoet gesteld door onderhavig reglement, waarvan hij al de bepalingen aanvaardt; leesbaar zijn naam, voornamen, adres, nationaliteit, geboortedatum, beroep en zijn andere werken vermelden; een stuk voorleggen waaruit blijkt dat hij, minstens vanaf nr. 12, geabonneerd is op Théâtre de Belgique.

9. Voor alle bijkomende inlichtingen wende men zich schriftelijk tot het Algemeen Secretariaat van het Belgisch Centrum voor Dramatische Kunst, Louis Lepoutrelaan 87, Brussel.

* De prijs voor beeldhouwkunst Egide Rombaux, die de naam draagt van de bekende standbeeldhouwer welke hem bij testament heeft opgericht, bedraagt vijfenzeventigduizend frank; hij kan toegekend worden aan een Belgisch Beeldhouwer van 30 tot 40 jaar, bij de aanvang van het driejaarlijks tijdperk die gaat van 19 januari 1957 tot 18 januari 1960.

De beeldhouwers welke in aanmerking wensen te komen voor deze prijs worden verzocht aan de Bestendige Secretaris van de Koninklijke Academie van België, Hertogensstraat, 1, te Brussel, een omstandige beschrijving van hun leven en loopbaan te laten geworden (plaats en datum van geboorte, studiën, meesters, werken, enz.). Daarbij dienen ook de foto's van hun voornaamste werken gevoegd te worden. Bedoelde documenten dienen vóór 1 oktober 1958 ingezonden te worden.

Op dat ogenblik zal de jury van de prijs bijeenkomen en onder de beeldhouwers die aldus hun kandidatuur voor de prijs Rombaux hebben ingediend, er vier aanduiden. Deze laatsten zullen tot de definitieve proef toegelaten worden en zullen, in januari 1959, op de hoogte gebracht worden van het te behandelen onderwerp. Dit laatste zal, naar de wilsbeschikking van de stichter, gekozen worden in de sier- of monumentale kunsten. De ontwerpen dienen vóór 31 december 1959, bij de Koninklijke Academie van België, Hertogsstraat, 1, te Brussel ingediend worden.

De niet-bekroonde mededingers die voldoende bestudeerde ontwerpen zullen ingediend hebben, kunnen een vergoeding van vierduizend frank bekomen.