Roeselare
Op maandag 18 november ging in de Gudrunzaal te Roeselare de eerste voordracht door, in een reeks van vier, ingericht door het Algemeen Westvlaams Toneel in samenwerking met Cultura, en gewijd aan de Dramatische Kunst.
Het onderwerp van deze eerste voordracht was ‘Het Klassiek Drama’. Als voordrachtgever trad op de h. Roger Fieuw. De dramatische fragmenten werden vertolkt door de juffrouwen Suzanne Demarest uit Torhout en Greta Decaessteker uit Roeselare en de hh. Hector Deylgat uit Roeselare en Gerard Vermeersch uit Ieper. Het was een gewaagd eksperiment, iets dat men tot op heden alleen in nationale toneelscholen of konservatoria heeft aangedurfd. Door het absoluut welslagen van deze avond kunnen vele nieuwe mogelijkheden aangewezen voor de initiatie van publiek en spelers in het wezen van de dramatische kunst.
De voordrachtgever, de h. Fieuw, raakte van meet af aan de kern der zaak aan: vermits het drama nooit de volledige vereenzelviging van de toeschouwer met de bezwijkende held beoogt is een zeker inzicht in de kompositie onontbeerlijk om estetisch afstand te kunnen nemen t.o.v. het gebeuren. Het drama berust op de paradoks van de aangename pijn en op de nabootsing van het tragisch ritme van opgang, overmoed, wrekende gerechtigheid en erkenning van schuld, een ritme dat het Klassieke Griekse drama uit de Oud-Helleense seizoenritussen heeft overgenomen. Zeer suggestief ontleedde spreker het verloop van dit tragisch ritme in enkele grote drama's, alsook in bepaalde detailepisodes uit deze drama's. Even diepzinnig was de belichting, hoe juist de innerlijke tegenspraak van de mens door de Grieken tot uitgangspunt werd genomen voor hun tragisch wereldbeeld en ook in de formele uitwerking deze tegenspraak door een spel van kontrasten werd uitgebeeld, zoals het tragisch dilemma, de tragische ironie en de spanningscurven van de aktie.
Het hoogtepunt van deze avond werd echter bereikt door het optreden van bovenvermelde deklamatie- en speelgroep. Hier heeft het publiek fragmenten van volmaakte speelkunst kunnen genieten en meteen de aktualiteit en de emotionele overredingskracht van het Griekse drama aan den lijve kunnen ondervinden. De groep had zich de keuze van de fragmenten niet gemakkelijk gemaakt. Het eerste fragment was uit de Oresteia van Aischulos, de scene waar de teruggekeerde Orestes Electra ontmoet en beide elkaar tot de bloedwraak op hun moeder, die hun vader doodde, aanhitsen. Electra werd gespeeld door juf. Greta Decaesstecker en Orestes door Hector Deylgat. Het koor werd op suggestieve wijze verbeeld door Gerard Vermeersch, die eenvoudig, terzijde, de teksten van het koor las. Ofschoon dit optreden zonder de minste toneelrekwisieten gebeurde, miste deze archaische patetiek van de haat haar uitwerking niet, al had een dergelijke vertolking iets van een abstrakte kamermuziek vergeleken bij een volle symfonie. De optredenden waren alle in wit-zwart met als enig groepsherkenningsteken een artistenlintje.
De andere fragmenten, die minder archaisch waren, genoten alle een even grote bijval. Een fragment uit Electra van Sophocles: de tergingsscene tussen Klytemnestra en Electra en het bodeverhaal over de dood van Orestes tijdens de spelen te Delphi bewees de grote leefbaarheid van de Griekse tragiek en meteen het elementair en universeel karakter van de reportagestijl, die in onze tijd nog niets van zijn aantrekkingskracht heeft verloren. In de rol van de bode-pedagoog bereikte Gerard Vermeersch ogenblikken van weergaloze diktie- en deklamatiekunst. Dit Electra-fragment werd gespeeld door juf. Decaesstecker en juf. Demarest en door G. Vermeersch.
Even stijlvol was het derde fragment uit Antigone: het onderhoud tussen Kreoon (G. Vermeersch) en Teiresias (H. Deylgat) met het hoogoplopend en prachtig gespeeld Agoon tussen beiden. Hier mimeerde de h. Deylgat zeer goed de blinde, door een knaap geleide ziener.
Het laatste fragment was een monoloog uit Medea van Euripides, gespeeld door juf. Demarest, uiting gevend aan de tegenstrijdige gevoelens van Medea die haar kinderen wil doden om zich op haar man te wreken.
Een selekt publiek dat tenvolle de inspanning wist te waarderen en de dramatische waarde van inhoud en vertolking even zeer wist te prijzen, bekroonde deze avond door zijn spontaan en langdurig applaus.
Zonder twijfel is dit eksperiment in onze provincie nog enig in zijn soort, rijk aan vele mogelijkheden.
M. Vandendriessche