een onmogelijke reden de K.N.S. verbod opgelegd nog gastvoorstellingen te komen geven in schouwburg Patria. Maar dit is weer een ander probleem. Om terug te keren tot de financies, we begrijpen dat er dient gevaren met de riemen waarover men beschikt. Die riemen schijnen echter waar het de kultuur betreft telkens een metamorfose naar het mikroskopische toe te ondergaan.
Enfin, verlaten we de klaagmuur om op de ekspositie en welbepaald op de openingsplechtigheid terug te keren. De tentoonstellingszaal leek a.h.w. in een bijenkorf herschapen. Een een bijenkorf dan met ‘voor elc wat wils’. Er waren foto's, vazen, beeldhouwwerkjes, schetsen tekeningen, schilderijen in alle genres en wat weten we al meer. Er was te veel om alle verdienstelijke eksposanten een gedetailleerde bespreking te gunnen. Trouwens, iemand zei dat de artistieke waardekurve van een kunstwerk stijgt in de mate dat er over gezwegen wordt.
Er was werk van zeer begaafde en minder begaafde jongeren. We citeren hun namen alfabetisch: Lieva Bostoen, Pol Deweerdt, Geert, Werner Lagae, Arlette Meeuws, Lily Speybrouck, Magda Talpe en Erik Verhalle.
Er was eveneens uitstekend, goed en minder goed werk van meer bezadigde ouderen, leden van de Kunstkring: Jos. Seaux, A. en C. Lambrecht, M.J. Delaey, E. Devos, Sintobin, Mv. Dezeure en Mv. Claerhout, van Desimpele, Leenknecht en Vanelstraete.
Er was tenslotte werk van een paar gasten met reputatie als Anto Diez en Adhemar Vandroemme en er werden prachtige kunstfoto's tentoongesteld van L. Cracco, F. Martin en Mv. Vandenbussche uit Antwerpen.
Het meest verheugende van deze ekspositie was ongetwijfeld de geest van samenwerking waarin ze werd opgevat. Oorspronkelijk hadden de jongeren het plan opgevat afzonderlijk te eksposeren. Het kwam zeer gemakkelijk tot een akkoord met de Kunstkring. Op de openingsplechtigheid had voorzitter Rousseau ook wel een speciaal woordje voor die jonge mensen. We geloven trouwens dat iedereen baat heeft gevonden bij de samenwerking.
h.d.