Dante! Neen, de bravour ligt die leeftijd wel goed.
Maar toch, dat alles is organisch verbonden met de nog altijd legendarische figuur Albrecht Rodenbach.
Ergens staat, in een reeds lang verdwenen kamertje van het heelal, op een lang verdwenen stip van de tijd een (al lang verdwenen) jongen met enkel de schaduwbeelden van de Belforten van Brugge en Gent, de omslag van een tijdschrift, in zijn hand. Het carillon speelt hoog boven zijn hoofd. Genoeg dit alles - dit kamertje, dit moment, deze silhouetten, dit klokkenspel, om een voor het leven onuitblusbare herinnering, en later, later, een pijntrek van heimwee naar een verloren paradijs te worden: de mythe Vlaanderen, de held Rodenbach.
Waarom zouden wij - al gij verfijnde Van Puyvelde's en Scharten's - ontkennen, dat we een legende meedragen, die in wezen onaangetast blijft, omdat zij ons in de heerlijkst kwetsbare jaren van ons leven heeft gewond? Rodenbach was, minstens potentiëel, een zeer groot dichter, om met de dithyrambische Hugo Verriest mee te denken: een gemiste kans, een nederlandse Shakespeare? een nederlandse Goethe?, in elk geval zeker een epicus, en misschien een dramaticus van grote internationale klasse. Maar de epici en dramaturgen zijn de grote rijpheden der mensheid, en Rodenbach is bitter jong gestorven.
Ik was eenmaal met een vriend in Roeselare, dat, om Gezelle en Rodenbach, al in zijn naam een stuk legende
Bernhard Verhoeven
voor mij is, net als, om Verriest en een overgetelijk
Van Onzen Tijd-artikel van Karel van den Oever, Ingoyghem. (Misschien heeft dat alles met litteratuur niet alles, en alles met iets veel diepers te maken,
hero-worship, mythe, legende). We gingen naar het huis van Rodenbach, waar hij heeft gewoond en is gestorven, en vroegen Albrecht's sterfkamer te mogen zien. De minzame bewoner, een tandarts, kwam onze wens tegemoet, aangenaam verrast dat eindelijk, en voor het eerst na zoveel jaren van bewonerschap, belangstelling bleek voor het sterfhuis van Vlaanderen's strijd-genius. Er was aan de kamer wel het een en ander veranderd, maar dit was de authentieke plek, waar de wegterende gladiator van het
Macte Animo zijn laatste blikken wierp naar de bomen van de binnenplaats, dezelfde die er misschien nóg staan.
De legende Albrecht Rodenbach, gezuiverd zeker, en - ay, verfijnde Verhoeven... - toch ook wel ontdaan van de jeugdbravour en de Zijn naam was Dante's, blijft voor mij het wezenlijke van zijn betekenis. En dit pelgrimeren naar een verloren maar niet gestorven jeugd vond zijn symbool in de vereenzaamde sterfkamer.
Rodenbach is uiterst jong gestorven, maar hij heeft als bevolen door een vingerwijzing van het lot de hele spankracht van zijn jonge leven besteed aan wat hem onvergankelijk maakt: de figuur van een uitverkoren leider. Hij had in Leuven rechten moeten studeren; en misschien heeft hij het ook wel gedaan. Hij had er als student de gebraden haan moeten uithangen; en misschien heeft hij het ook wel gedaan. Maar eerlijk gezegd, betwijfel ik zowel het een als het ander. Hij was een rechtschapen jongen en zeker geen treurwilg; maar hij was geniaal, en wie zal het zeggen, wellicht voortgejaagd door het voorgevoel van een vroege dood. Toen hij zijn eerste poëtische werk afsloot en in het licht gaf, sprak hier niet de zelfvoldane jonge poëet maar iemand die dit alles toch maar spel vond omdat hij zich geroepen voelde tot een nog hogere lotsbestemming: die van Leider. Een jongeman, die met een haast verontschuldigende glimlach afscheid nam van een speelse jeugd, omdat hij loodzwaar van gewetensplichten op weg was naar hoger peil en zwaarder bezigheid. Het klinkt wat eigenwijs: een jeugd vol van dit dichterschap had lichtzinniger besteed kunnen zijn, en begrijpelijkerwijs heeft Rodenbach de toch wel blijvende betekenis van zijn dichtwerk onderschat. Maar het tekent hem tenvoeten uit: de geroepene, de rusteloze, die een profetisch bewustzijn in zich ontwaken voelde, de toekomstige leider van een onderdrukt volk; een daadmens, die zelfs het dichterschap nog maar een ontoereikende droom vond. De stap van een zich aankondigend leider van groot formaat is stellig te volgen door Ferdinand Rodenbach's kroniek van studentenleven Albrecht Rodenbach en de Blauwvoeterij. Wat deze belangrijke facet van Rodenbach's figuur betreft, is nu het gespannen wachten op