Letterkunde
Gedichten van Emmanuel Looten
HET volstaat niet van Emmanuel Looten te zeggen,
dat hij een modern dichter is. Hij is dit en hij is dit niet. De term heeft een verwaterde betekenis gekregen, doordat reeds zoveel werk, dat in het teken van de moderne dichtkunst werd gesteld, slechts slappe navolging is. De laatste evolutie er van, het surrealisme, gaf door zijn opvatting en methode aanleiding tot vervlakking.
Dit kan echter niet van Looten worden gezegd. De moderne poëzie heeft hem beïnvloed, maar ten goede, want zij voerde hem nader tot zich zelf. Een dichter als hij die een boodschap te brengen had, werd door de traditionalistische banden gehinderd en daarvan verloste hem die andere kunst. Voor velen is zij echter een gevaar. Ze werd door grote dichter-pioniers geschapen en kleinen kunnen haar niet eens navolgen. Als zij het toch doen, komen ze slechts tot wat spielerei. Dit is met Looten niet het geval. Hij is van het soort geroepen dichters, waarvan hij zelf zegt: Dieu fait le poète, l'appelle et le brûle à mille feux sans rédemption.
Zijn scheppingswijze weet ik niet beter te noemen dan vulkanisch. Het onzuivere moet er uit verwijderd worden. Steeds minder bleef hierbij de dichter in gebreke, men kan de stijging volgen. In dit opzicht is zijn jongste bundel, Cellule dell' Indifferenza, merkwaardig. Hij verscheen te Milaan met een Italiaanse vertaling en bevat zuivere gedichten. Nagenoeg altijd echte en wondere poëzie, niet zelden is er de verrassing van wat men niet te noemen weet.
De poëzie van Emmanuel Looten is zwaar van bloed en aarde en van geheimenis. Er gaat een magische kracht van uit. Het is geen toeval, dat zij werd opgemerkt en met entoeziasme onthaald door de aanvoerder van de avant-gardistische schilderkunst, die ook een kenner van poëzie is, de reeds internationaal bekende Michel Tapié (de Celeyran). Tegenover de jongere poëzie, die zich met geringere klimaten schijnt tevreden te stellen, schrijft hij, is Looten de dichter in wie ik het eksplozief ekspressionisme herkend heb, dat de stoutmoedigste veroveringen van de levende schilderkunst der laatste jaren kenmerkt.
Dat Looten een Vlaams dichter is, ondanks de andere taal, waarin hij zich uitspreekt, schreef ik reeds meermaals. Anderen deden dit eveneens en ik wil thans het woord laten aan een hunner, aan de bekende dichter en kritikus, Alain Bosquet: Emmanuel Looten, zo besluit hij een artikel, waarin hij op diens Vlaamse eigenschappen wijst, est un Flamand qui s'impose, qui sait déraciner la langue française pour la replanter dans un sol plus solide: son sol natal.
Emmanuel Looten werd in 1908 te St. Winoksbergen geboren. Hij is een naneef van Kan. C. Looten en Paul Hazard. De laatste noemt hij zijn meester, ook diens vriend, Paul Valéry.
Bibl.: A Cloche-rève, Duinkerke, Landais, 1939; Flamme, Yves Demailly, 1942; Clairenef, id., 1943; Masque de Cristal, id., 1944; Sur ma Rive de Chair, Paillard, Abbeville, 1945; L'Opéra Fabuleux, id., 1946; Chaos, id., 1947; Sortilèges, (La Légende de Godelieve), id., 1948; Le Grenier sur l'Eau, id., 1949; Poèmes, bloemlezing door Dr G. Laniez, Rijsel, Morel & Corduant, 1949; La Chasse Sauvage, uitg. Michel Tapié, Parijs, 1950; La Saga de Lug Hallewijn, id., 1950; La Poésie aux Yeux de Coeur, id., 1951; Sangs Bruts, Parijs, Pierre Seghers, 1952; Maison d'Herbe, id., 1953; Kermesse Pourpre, uitg. Michel Tapié, 1954; Haine, id., 1954; Cellule dell' Indifferenza, Milaan, Schwarz, 1954.
VITAL CELEN